Mijn beste trip ooit. Ever. De safari. Althans, het begon niet goed.
Iets waar ik nu, met mondjesmaat (kleine mondjes), om kan lachen: hetgene wat bijna niemand kan vertellen, hey ik ben Stef, ik maak rare dingen mee, wat bijna niemand kan vertellen: net voor de eerste dag safari op het land werd ik bijna door een vliegtuig weggemaaid.
Onze gids stelde voor om op een veld rond te lopen, zo apart als ik ben, ging ik op m’n eentje.
Het werd tijd om terug te keren, toevallig keek ik opzij en zag een vliegtuig. Recht op me afkomen.
Dit meisje hier heeft atletiek gedaan, lopen kàn ik. Mijn persoonlijke record was, denk ik, op dat moment: rennen voor je leven.
Een kwartier was ik er niet goed van, én spreek me er niet op aan. Al begrijp ik dat het heel grappig is.
De eerste giraffen zien, op safari zie je òveral giraffen, gingen aan me voorbij. Pas na een kwartier kon ik genieten van de beste trip Ever. Dankzij mij staat er voor dat safaripark een bord met: let op voor aankomende vliegtuigen.
Ook in Tanzania, dierenliefhebbers: lees dit niet.
We vonden het leuk om in het naburige dorpje bier te drinken. Heel lieve mensen, het bier werd er geschonken. “Santé!”
Een safarigenoot merkte op dat een kip in een hok andere kippen de pest aandeed, zeg gewoon mishandelde. Wij: “Dit kan niet!” In de hoop dat de andere kippen rustig konden blijven, deden we verontwaardig ons verhaal. Opgelucht dat er een dame kwam naar het kippenhok: high five!
Die ene agressieve kip werd de nek omgedraaid. Daar zaten we dan met onze ‘high five’. Bloed overal, hadden we maar niks gezegd. Ze werd op de barbecue gegooid: “No, thank you.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten