van veel wat

Hello!

Wees welkom op deze pagina. Hij is nog jong, hij is nog fris. Maar we gaan er keihard tegen aan! 


vrijdag 27 september 2024

anders type reizigster

 Ik ben geen doorsnee type reiziger, weet zelfs niet of je me ergens op een bepaald type kan vastpinnen. 

Een avontuurlijke reizigster kan ik me niet noemen, dagenlang met rugzak in de natuur wandelen op zoek naar een bijzondere rivier doe ik niet. Een strandvakantieganger ben ik evenmin: sinds m’n achttiende heb ik welgeteld een middag op vakantie doorgebracht op een strand, op de Copacabana. Een échte volhardende cultuurreiziger ook niet: aan drie culturele activiteiten per dag heb ik voldoende. Groepsreizen en formulereizen, écht niet: een deel van m’n plezier is een reis zelf te plannen. 

Een soloreiziger ben ik wel àbsoluut, en toch zit ik ‘s avonds te bellen, mails te versturen of op m’n blog te schrijven. Het liefst werk ik eigenlijk dan aan m’n reisfotoalbum, dat ik altijd héél serieus neem. Op een solovakantie gedraag ik me bijzonder asociaal - van het type asociale gedrag dat bijna ongezien is - maar als men mij aanspreekt, knoop ik met plezier een lang gesprek met je aan. En hou zelfs graag contact. Een culinaire reiziger ben ik misschien wel, misschien ja, op citytrips dan (vind ik heerlijk). 

Reizen doe ik in de eerste plaats om bij te leren, in de tweede plaats om unieke ervaringen op te doen. Het gaat niet alleen over een changement de decors. Vandaar dat ik me soms op plekken begeef waar sommigen (of velen) zich vragen bij stellen. Let wel: in 99% van de gevallen check ik 10, 20 keer of het veilig én ethisch is. De enige keer waarin ik m’n stoutmoedige gemoed had gevolgd was in Rio, op weg naar de Botanische Tuin, Jardim Bòtanico, De enige route was met een buslijn die, las ik eenmaal terug in België, gekend staat omwille van gewapende overvallen (er is zelfs een documentaire over: Bus 174, dan SCHRIK je wel als je dit pas achteraf leest), zoniet moest ik een taxi nemen. Wat ik destijds in Rio wist, is dat de metro er veiliger is dan de bus, in het hotel hadden ze me het discreet en ten stelligste afgeraden een bus te nemen naar die plek. Deed het toch anyway. Dat zou ik nu niet meer zo snel doen, reisgewijs was dat een domme beslissing. 

Sinds een aantal maanden lees ik reisbloggers, bekijk video’s van reisvloggers. Zij doen wat ik zou willen doen, solo of met twee: landen verkénnen, verkénnen op een veilige manier. 


donderdag 26 september 2024

m’n indrukwekkendste reiservaringen in foto’s

 

Wat bedoel ik hier met indrukwekkend? Reiservaringen die je zodanig door elkaar schudden waarna je niet meer dezelfde persoon bent. Ten goede. Meer zelfvertrouwen, een andere blik op de wereld etc. En ik beperk me hier enkel tot m’n reizen buiten Europa. In chronologische volgorde. 

1. De DMZ. Het doét iets met je als je je in een militaire zone begeeft en je letterlijk een blik kunt werpen op het meest geïsoleerde land ter wereld: Noord-Korea. Het wordt soms omschreven als een van de gevaarlijkste plekken ter wereld. Mmm, dat denk ik nu eigenlijk niet, feit is wel dat je er onmogelijk vrij kan rondlopen: landmijnen, soldaten die het recht hebben om je neer te knallen. 
Tijdens ons bezoek konden we vragen stellen aan een dame die wist te ontsnappen uit Noord-Korea maar ze mocht in geen geval op een foto uit angst ontvoerd te worden in Zuid-Korea. 


Ee blik op Noord-Korea



Restricted civilian access



2. Hiroshima Memorial. Ik was al tegen oorlog, daarna ben ik gaan wàlgen, écht wàlgen van oorlogen. Wat je daar ziet en hoort, laat je niet los. Veel terecht gehuil ook in het museum. 


Ringing the bell for peace





3, Favela Rocinha, Rio de Janeiro. Na Rio te hebben bezocht, en zeker in een favela te zijn geweest, heb ik me voorgenomen om niet meer toe te geven aan First World Problems, minder te klagen en meer tevreden te zijn met hetgene ik heb. Je voortdurend in een onveilige situatie begeven vol armoede, slechte riolering, moeilijk te bewandelen paden (en dat merk je pas als je dieper in de favela gaat waar je beslist geen foto’s meer mag nemen en we moesten doen alsof onze gids onze vriend was), dat kan je echt niet vergelijken met stationsbuurten. 





4. Kigali, Genocide Memorial. Ik ben geboren in Rwanda dus het is absoluut niet verwonderlijk dat het me aangreep. De getoonde beelden, verhalen zijn er onverhuld recht in je face. Ik heb het museum in gezelschap doorwandeld want alleen kon ik het niet. 


Het was toen precies 25 jaar geleden dat de genocide plaatsvond in Rwanda. 



5. Selous National Park, Tanzania. M’n allereerste keer op safari! Inmiddels zit ik al aan m’n derde safari (eigenlijk 3,5) en da’s niets voor niets. Zoiets doe je niet ‘zomaar’, alsof je een dagje naar de Efteling gaat ofzo. Temidden van de ongerepte natuur vertoeven met wilde beesten, het brengt je in een hele andere mindset. 




6. Het voormalige weeshuis in Gisenyi, Rwanda. M’n laatste stop als baby voor ik naar België kwam. Ik was 18 maanden en toch herkende ik gedeelten! Heel bijzondere plek. 





7, De Devil’s Pool. Van bravery gesproken, ook ik wist niet dat ik het in me had: dàt soort moedigheid. In de engste pool ter wereld zwemmen! Yihaa! 



8. Chobe National Park, Botswana. Na de Devil’s Pool was in tenten tussen de wilde dieren slapen een walk in the park. Maar niettemin ook een overwinning op mezelf. En het was heel vreemd, heel vreemd om weer in de bewoonde wereld te komen hierna. Je went er immers snel aan om in de natuur omringd te worden door dieren. 



maandag 23 september 2024

Leesbril



Ik moet eraan geloven, ik moét er écht aan geloven: een leesbril. Ondertussen ben ik 45 en die ogen ja, die gaan ‘achteruit’. Het is écht nét! In Afrika kon ik best nog de kleine letters lezen maar eenmaal terug: “Huh?” 

Ik met een bril, ik vind het een fantàstisch idee! Niemand weet dat ik van kindsbeen af al een bril wou, in ons klein gezin draagt iedereen een bril en ik voelde me hierin buitengesloten. Ik wou òòk een bril. In de prille middelbare school fakete ik dat ik een bril droeg, zò triestig ver ging het. 
En dus ja! Na bijna vier decennia hopen op een bril is het zover het gekomen! Ik ga er wél in investeren. Het moet een bril zijn die zowél bij mijn karakter àls uiterlijk past. Mijn karakter is eerder, tegen wil en dank, recht door zee, mijn uiterlijk eerder schattig. Allleszins ben ik niet het meisje van de buren. 
Ik dacht aan Théo. Da’s heel nostalgisch: mijn moeder had ooit een bril van Théo. Een bril is, voor een mij toch, een fashionstatement op je hoofd en dat gaat niét zomaar over glad ijs. Ik denk ook aan een bril die Le Corbusier droeg. 
Ik moet echt een leesbril, zette onlangs een leesbril van een lieve vriendin op m’n hoofd om het te testen en de letters werden véél duidelijker. Soms denk ik dat het gewoon vermoeide computerogen zijn, en ik heb ook last van conjunctivis om allergische redenen. Ach wat, ik moet een leesbril. 





Scouting




Ik ben een echte scout, of ik voél me een échte scout. 10 jaar lang scouting kruipt in je huid. 

Sommige dierbare vrienden van me brengen hun kinderen naar de scouts en ik kan alleen maar toekijken en dit aanmoedigen (en stiekem ook trots zijn). 
Ik kan me de eerste dag nog herinneren dat ik als kapoen (van zeven tot acht jaar) erheen ging. M’n moeder zei me niet eens: “Je gaat nu naar de scouts.” (verstandige keuze aangezien ik toenertijd een vrij asociaal kind was), ze zei: “Ga gewoon mee!” en ik vond die eerste dag fijn. Klikte meteen met een van de leiders. 
Dat was, denk ik nu terug, de dag van de overgang: je gaat dan van bijvoorbeeld van welpen naar jongverkenners. Je doet bepaalde niet gevaarlijke maar uitdagende taken in het bos of park en dan word je jongverkenner. 

Scouting is goed voor mij geweest, ik ben niet opgevoed als een angsthaas en scouting was nog minder angsthazerig. Mede dankzij mijn scout mentaliteit heb ik in de Devil’s Pool gezwommen. 

Mijn totem is Gracieuze Lynx, met ouder worden begrijp ik alsmaar meer waarom het mijn totem is. 





donderdag 12 september 2024

A dip in the Devil’s Pool

 

M’n voorbije reis in Afrika was bijzonder voor me, een reis waarin ik sommige angsten heb overwonnen. In een tent in een safaripark slapen temidden van wilde dieren klinkt sowieso beangstigend maar eigenlijk probeer je daar dan zo weinig mogelijk bij stil te staan. En zoals een van onze safarigidsen zei: “Wij zijn te gast op hun terrein. Wij dienen ons te gedragen en op onze plek te blijven. Stap je daarbuiten: you’re on your own.” 

Een bijzonder avontuur was de Devil’s Pool. Heel confronterend. Je zwemt letterlijk bovenop aan de rand van een van de grootste, hoogste watervallen ter wereld, het idee alleen al is crazy. En aanvankelijk wou ik me helemaal niet moedig tonen: ik zat zelfs lachend en haast overenthousiast aan het ontbijt. Het ware besef en de angst kwam pas met een dreun binnen toen we in de shuttlebus erheen zaten. Ik niet alleen, hoor: iedereen deed het bijna in z’n broek van de angst. 


(eigen video)

Online lees ik soms commentaren, van mensen die het nooit hebben gedaan, gaande van: ‘Het stelt niks voor want het water is er lekker warm en de stroming voel je haast niet’ tot ‘Nooit doen: het is onverantwoord en veel te gevaarlijk!’. Onzin: ten eerste is het bijna 100% veilig als je de aanwijzingen van de gids nauwgezet opvolgt. Er is een koord die je dient vast te nemen mocht je onzeker zijn en ik denk dat er vrijwel niemand de behoefte voelt aan de verkeerde kant van het koord te gaan zwemmen want ja, dan wordt het wel écht levensgevaarlijk. 
Op de hele wandel-, zwemroute op weg naar de rand van de Devil’s Pool word je fantastisch goed begeleid, gerustgesteld, gesteund. Het mooie is dat je ook elkanders hand vasthoudt in de moeilijke stukken: “You can do it! You can do it! You can do it!” Een groepssteun. 
Dat het niks zou voorstellen is ook een fabel: het water is wél echt koud, je voelt de stroming (dat vond ikzelf nog het allerengste, ik had -domweg - de sterke stroming niet verwacht), onderweg moet je opletten voor allerlei onverwachtse stenen/rotsen in het water en je beseft heus wel dat je je aan de rand van een gigawaterval begeeft.

Toch is het fenomenaal: of je nu op een rots bovenop blijft en het water niet ingaat (niémand verplicht je) of die wonderlijke pool inzwemt, het is fenomenaal. Een van de zeven natuurwonderen zo te mogen aanschouwen. 
In de Devil’s Pool voelde ik een onbeschrijfelijke angst, een onbeschrijfelijke vreugde en een overweldigende ontroering. Allemaal in een keer. 


                          (eigen foto) 

vrijdag 6 september 2024

the African safari experience



Reizen doe ik bijzonder graag, om unieke ervaringen op te doen, bij te leren. Van iedere reis leer je wel wat, of het nu gaat om een funkfeestje bij de bakker next door in het Berlijnse Kreuzberg of een nachtelijk bezoek in een Amsterdams kraakpand genaamd Vrankrijk of een dagreis in de DMZ, de gedemilitariseerde scheidingszone tussen Noord- en Zuid-Korea, etc. 
Van al m’n reiservaringen is op safari gaan nog steeds het allerliefste dat ik doe, het àlleràllerliefste. Ik had voor mezelf de privilege gecreëerd om het drie keer te mogen beleven en wel op drie heel verschillende soorten trips: 

Mijn eerste safari was in Tanzania, in Selous, een national park zo groot als Zwitserland. Slechts een gedeelte ervan is vrij voor toeristen. Het liet een geweldige indruk na, misschien een beetje té overweldigend. Na die ervaring overwoog ik, no kidding, ook safarigids te worden. Overdrijven is mijn kunst. 
Ik sliep er in een nabijgelegen lodge, in een luxetent met terras, badkamer met wc. Het was een open safaripark dus je kon op je logeerplek dieren op bezoek krijgen. Daar voelde ik me voor het eerst, het allereerst, heel dicht bij de natuur en kreeg er een enorme appreciatie voor wildlife. De gedragingen van dieren in hun natuurlijke habitat te mogen aanschouwen. Ik was ‘om’! Een enorme diversiteit aan wildlife kwam voorbij: verschillende soorten apen, hyena’s, de zeldzame wild dogs, warthogs, zebra’s, wildebeesten, nijlpaarden, krokodillen, leeuwen, olifanten, zwarte buffels, massa’s, massa’s, massa’s giraffen, impala’s, kudu’s en nog zoveel meer. Ook vele vogels waarvan ik elke naam ben vergeten. 


(eigen video) 

De tweede safari was in Rwanda, Akagera, een gesloten safaripark. We sliepen er iets verderop in een iets luxueuzere lodge dan de vorige mét goedwerkend internet en ook al kan je in Akagera gerust zonder gids toeren, toch kozen we voor een geleide gamedrive want waarom zou jij het beter kunnen dan een ervaren safarigids? Vooral de boatsafari was gedenkwaardig. Met de vele vogels en die grote troep jonge nieuwsgierige buffels die blijkbaar elke avond net voor zonsondergang naar boatsafaritoeristen kwamen kijken. Of die ene ontmoeting met een gigantische olifant, die langzaam, op olifantentred, op ons kwam afgelopen. 


(eigen video) 

Op m’n derde safari, deze zomer, was ik in Botswana, Chobe. Ditmaal ging ik - een beetje onbezonnen - voor het échte avontuur. Eigenlijk had ik diezelfde vakantie er al een een halve dag safari opzitten, in Zambia, Mosi-Oa-Tunya,  met als énig doel witte neushoorns te zien. Een doorsnee safaritoerist gaat gewoon voor de Big 5 game (straks hierover meer)! 
We sliepen in tenten op een klein terrein, voor een heel klein gedeelte afgebakend met een soort gaas, het grootste gedeelte afgebakend met lampen die op een meter van onze tenten, de wc’s en de douche stonden. Midden in het safaripark slapen, tussen olifanten, leeuwen en noem maar op. Geen internet, geen elektriciteit, geen stromend water. Back to nature. Het kampvuur bleef de hele nacht branden om dieren op afstand te houden. En natuurlijk ben je dan ‘s avonds in het donker extra op je hoede. 
Tijdens de gamedrives hebben we er vooral de gedragingen van leeuwen en olifanten mogen ‘bestuderen’ en ander wildlife kwam ook vlotjes voorbij. 


(eigen video) 

And yes: na deze derde safari heb ik elkeen van de Big 5 game gezien, hét kroonjuweel van haast iedere doorsnee safaritoerist. De Big 5 game zijn de dieren die het moeilijkste te spotten zijn: Afrikaanse buffels, leeuwen, luipaarden, neushoorns en olifanten. Mijn medereizigster had er slechts anderhalve dag safari voor nodig, ik veel meer dan dat. En ach neen, ik was niet jaloers: iédere dag op safari is zo bijzonder, zo dierbaar voor me. Want vergeet niet: I am the girl die na een safari in alle ernst overwoog om safarigids te worden. 

En protect wildlife!