Ik heb veel domme dingen gedaan. Jong, zot en onbezonnen zijn. Met een scoutsgeest. Anderzijds heb ik omwille van die overmoed mezelf en een meid van de verdrinkingsdood gered. Het was verdrinken, tegen de pier te pletter storten of zwemmen voor je leven. Jaren voordien had ik geleerd hoe je iemand uit zo’n situatie kunt helpen. Die theorie werd praktijk, de onbezonnenheid een kracht.
Iets wat je nooit vergeet: zwemmen voor twee levens.
Onbezonnen zijn. Het domste, van het type: je hersenen laten het afweten, wat ik niemand kan aanraden is een anekdote dat je amper een anekdote kan noemen. Op een taalkamp slopen we ‘s avonds naar buiten. Niet abnormaal, zoiets doe je op een kamp. We kwamen terug voor een gesloten deur. Met m’n jeugdige overmoed - er is geen gevaar - heb ik letterlijk de muur opgeklommen naar de eerste etage om via het raam naar binnen te klauteren. Zo kon ik de anderen binnen laten.
Nu zou ik zoiets nooit doen, toen: « Watch me. » Mijn ouders weten dit. Dat soort verhalen vertelde ik altijd meteen, zoals een echte scoutsmeid.
Scouts leert je om niet bang te zijn. Maar ik deed er toen een trap boven .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten