Gisteren had ik een leuke avond met the girlfriends, en de avond dreigde vrij serieus te worden toen het over werk ging en er geopperd werd dat we, the girlfriends, eigenlijk in een zeepbel leven. Wij komen allemaal uit het ASO (VWO), zijn hoogopgeleid en 95% van onze vriendenkring behoort tot dat soort profiel: de zogenaamde hoogopgeleide salonsocialisten of groenen (heel af en toe vind je er ook wel es een liberaal, en dat is best oké zolang die daarover zwijgt).
Wij, het huidige nieuw-links, groeiden op in Antwerpen, trokken naar typische studentensteden als Leuven, Gent en Utrecht (eentje bleef in 't Stad maar zocht later het Zuiden op) en delen dezelfde hipstervrienden die allemaal opgroeiden in (de buurt van) een grootstedelijke omgeving (op Vlaams niveau) en eenzelfde opleidingsparcours aflegden. Dankzij ons blijft de SPa en Groen! overeind, dankzij ons wordt er nog steeds gedweept met het Marxisme, dankzij ons haalt de Partij van de Arbeid in Vlaanderen nog stemmen.
Als je eenmaal in die zeepbel zit denk je dat de hele wereldbevolking zo is: op de werkvloer, op café, op facebook ontmoet je mensen met dezelfde achtergrond en het zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen, tenzij het creatievelingen zijn natuurlijk of hoogbegaafden die niet in het onderwijssysteem pasten. Eigenlijk is het niet zo ongewoon om in die zeepbel te blijven geloven want zelfs je studentenjobs heb je met andere studenten gedaan.
Bij mij is de zeepbel pas helemaal doorprikt toen ik ging lesgeven en in aanraking kwam met een hele resem jongeren met een hele andere achtergrond. Al die dingen die ik normaal en interessant vond waren voor hen ongewoon. Toen ik hen ooit (uit wanhoop) vroeg wat hen wel boeide kreeg ik als antwoord: "Jongens en shoppen.". Toen was ik uitgepraat.
Misschien is het niet mooi om het toe te geven maar ik prefereer om in die zeepbel te blijven vertoeven en zou willen dat mijn toekomstige net als ik ook in die zeepbel zit. Al zijn er uitzonderingen, de ervaring leert me dat mensen met een andere achtergrond niet altijd de beste gesprekspartners zijn. Dat gaat over algemene kennis, een ideeëngoed, interesses. Het is niet leuk om altijd te moeten uitleggen wie Woody Allen is en wat voor soort films hij maakt. En af en toe wil ik ook wel es een Woody Allen film uitzitten zonder dat iemand zit te zeuren dat die saai is. Misschien ben ik biassed maar ik meen dat er toch wel een grond van waarheid schuilt in mijn bewering: mijn hoogopgeleide vrienden hebben in het algemeen ook een hoogopgeleide partner, tenzij het een creatieveling is natuurlijk of een hoogbegaafde. Niet-hoogopgeleide mensen vinden mijn interesses vreemd (en dat is niet altijd vice versa!) terwijl het in mijn zeepbel als een evidentie wordt gezien: je moet wel iets afweten van arthousefilms, literatuur, kunst om mee te praten. En als iemand een filosoof aanhaalt luistert iedereen mee. Niet dat het er altijd zo serieus aan toegaat. We dansen soms ook wel es op The Wind of Change ofzo op ironische foute avonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten