Iets wat ik heel jammer vind: op kerstavond wou ik graag als vrijwilliger daklozen van maaltijden voorzien. Het mag niet: omwille van covid-19 worden vrijwilligers geweerd. Aanvankelijk was ik kwaad hierom maar toen ik de dame aan de lijn kreeg, ik wou UITLEG. Tja, ik heb best wel karakter. 😆 De mensen die me persoonlijk kennen, weten dit. Altijd al gehad. Mensen schrikken wel es als er zo’n klein fijn opdondertje tegen treuzelende stoere werkmannen in de bank zegt dat ze vort moeten maken. 😆 Waarlijk gebeurd, een andere vrouw voor me verliet de bank toen het getreuzel bleef duren en duren. Dan kom ik in actie. Het is sterker dan mezelf: dénk es aan anderen.
De dame aan de telefoon excuseerde zich (waarom hoeft zij zich te excuseren???) en al snel daagde het me op dat het vooral voor hen lastig werd zonder vrijwilligers. Die misplaatste medelijden met mezelf, een ziekte van de dag. En voor diegenen voor wie die maaltijden zijn bedoeld, voor hen is het pas erg.
Daklozen. In het Brusselse metrostation zie ik hen. Voor de coronatijden zei ik er sommigen onder hen iedere ochtend vrolijk goeiedag. “Bonjour!”, vooral een dame is me bijgebleven. Plots was ze er, blond, slank, met een dikke jas en skinny jeans. Hoe verder de tijd verstreek, hoe dunner ze werd. Het metrostation was haar woonst, van de ene op de andere dag zag ik haar er niet meer terug. Natuurlijk vraag je je af hoe het met haar zou zijn. De dame die daar aanvankelijk vinnig stond te lachen en wier gezicht en lijf alsmaar meer en meer wegkwijnden. Aan het ergste wil je niet denken.
Dakloos. Het is snel gebeurd. Vorig jaar werd ik op straat gezet door een ex. Geen geld, schulden. Zijn voorstel was géén voorstel (bij z’n moeder logeren). Dankzij helpende handen, een luisterend oor, het vertrouwen (van anderen) in mij en een vechtlust om U tegen te zeggen ben ik blijven doorgaan. Makkelijk was het niet met nog es een trauma erbij. Koude lijden in putje winter in een tijdelijke woonst, zelfs niet op de warme sofa mogen slapen bij je vriend, zoiets vergeet je niet.
Die helpende handen, dat vertrouwen, dat luisterende oor en die vechtlust heb ik daarna vaker moeten aanwenden om met het hoofd boven water te spartelen.
Daar denk ik ook aan, dit jaar met kerst. Vorige kerst was het een heel ander kerstverhaal. Helpende handen, vertrouwen, luisterende oren, niet te schatten hoeveel ze waard zijn.
Er zijn zoveel verschillende kerstverhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten