Gisteren was ik bij een vriendin en dacht: dìt herken ik! Designstukken. « Jij hebt een Panton! » Ik ben opgegroeid met design. Haha. Als kind kwamen we vaak bij Interdesign (een toenmalige winkel bij de Wilde Zee), m’n broer en ik ‘vochten’ er om in een lounge chair van Le Corbusier te liggen.
Mijn favoriete stoel thuis, was de stoel waar m’n broer altijd in zat. Toen hij naar Koksijde ging, hotelschool, heb ik die ingepalmd, onze ‘worstenstoel’, zo noemden we hem. Een Bibendum. Eileen Gray Bibendum chair, in elke houding whatsoever zat je er lekker in.
Een ex en z’n moeder wilden zaken waar ik mee ben opgegroeid wegsmijten. Waar ik het nog steeds moeilijk mee heb is dat een collector’s item montuur zomaar is weggesmeten, het had voor mij een sentimentele waarde. Dat doe je toch niet?
In elk geval vond ik het leuk in Heverlee te zien dat iemand beseft wat dingen waard zijn. Een Picasso: typisch Picasso: met een lijn een schitterende vogel.
Ik heb een kunstwerk dat iemand zomaar in een kelder heeft gesmeten. Dat doe je toch niet?
Ik koester zaken. Een paar dingen heb ik nog kunnen recupereren.
Herken je dat, als je moeder zegt: « Ik draag het niet meer, wil jij dat? » en jij: « Ja! Ja!» Mijn ouders hebben een gewéldige smaak, een vriend van mij z’n moeder ook. «Wtf, da’s keimooi!» «Van m’n moeder.»
Eigenlijk zou het omgekeerd moeten zijn: dat je ouders ouwbollig zijn en jij het voortouw trekt. In mijn geval is het net omgekeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten