Het kan cliché zijn maar schrijvers zijn doorgaans slim. Slimmer dan het gemiddelde, hebben een bovengemiddelde kennis. Om creatief te zijn met woorden moet je ook een hogere intelligentie hebben. IQ 133 (zo begon een hoofdstuk van Jan Cremer). Om maar te zeggen: al na de eerste kennismaking werden er boeiende onderwerpen aangesneden, en niet over de kater van de buren die de laatste tijd wel heel erg veel is bijgekomen.
Doorgaans minder blasé dan sommige tv-coryfeeën. Een schrijver heeft minder gezichtsbekendheid, van de meeste schrijvers weet ik niet eens hoe ze eruitzien. De arrogantie van Mulisch is legendarisch maar verder vind ik hen helemaal niet 'kijk mij es uit de hoogte doen'. Misschien voelen ze ook wel aan dat ik van literatuur hou, om literatuur geef en dat ze daarom vriendelijker zijn. Precies kan ik het niet zeggen, maar ik vond hen wel meer benaderbaar dan sommige mensen op tv. Een schrijver is ijdel op z'n boeken, minder ijdel op z'n doen en laten, vermoed ik. Ze gaan niet boos kijken als je wat tegen hen zegt zoals ik sommige tv-mensen al heb zien doen. Het idee.
Met dit stuk doel ik wel op schrijvers, niet iemand die het wel grappig leek om en passant es een boek te droppen. Ik weet wel dat de echte literatuur moeilijker verkoopt, ik heb toch een oneindig groter respect voor hen die ervoor kozen hun ding te doen zonder zich als een commerciële melkkoe te gaan gedragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten