Met bijzonder veel interesse las ik recent wat artikels over Patrick Haemers, le Grand Blond, zoals hij in de pers werd genoemd. Vorige week had ik het toevallig ook met een vriendin over hem: hoe we destijds betoverd werden door die glamoureuze mooie crimineel, de ‘knappe man’ op televisie. Ik denk dat we destijds niet de enigen waren die gevoelig waren voor z’n charmes.
Patrick Haemers was een psychopaat.
Ondertussen weet ik best genoeg over psychopathie en pathologisch narcisme: beide persoonlijkheidsstoornissen heb ik van dichtbij meegemaakt. Patrick Haemers is een oerpsychopaat: een overdosis charme, om een of andere reden aantrekkelijk, mysterieus, komt warm, oprecht en sympathiek over maar is in wezen een meedogenloze kille man die alleen maar aan zichzelf kan denken. Psychopathie is erfelijk maar er moeten wel factoren zijn die het tot uiting laten komen: een afwezige vader en een moeder die het kind idealiseert. Kortom, het kind is opgegroeid in een schizofrene situatie en heeft geen moreel kompas meegekregen. Patrick Haemers kòmt uit zo’n jeugd. En hij is de zoveelste psychopaat met dit verleden (andere factoren kunnen ook een rol spelen zoals kindermishandeling, familiaal geweld, pesterijen etc.)
Natuurlijk had ik het liever anders gezien (want wie kiést daar nu voor???) maar pathologisch narcisme heb ik dus ook van dichtbij meegemaakt. Vaak vinden mensen het moeilijk om die twee, psychopathie en narcisme, van elkaar te onderscheiden. Donald Trump wordt dan zowel psychopaat als narcist genoemd. No way dat Donald Trump voor mij een psychopaat is. Volbloed narcist van het heel kwalijke soort, dat wel, je zou het haast op z’n voorhoofd kunnen aflezen: “Niemand is een grootsere narcist dan ik ben!”. Duidelijk.
Bill Cosby, Oscar Pistorius, dat zijn psychopaten: jaren- of zelfs decennialang hebben ze ons doen geloven dat ze de sympathieke heroes van het universum waren. De waarheid is dat ze dit net niet zijn.
Het grootste verschil voor mij is de kilheid van de psychopaat. Naar de buitenwereld toe gedragen ze zich veelal het tegenovergestelde van hun kille zelve, enkel binnenskamers komt dit na een tijd aan het licht. Natuurlijk niet meteen want anders loop je gillend weg. Na een tijdje dus en je voelt dat het niet klopt. Er lijken ook alsmaar meerdere zaken niet te kloppen. Tot je op den duur iemand voor je hebt die je niet meer herkent. Zoiets heb je niet bij een narcist. Let wel, elke psychopaat is een narcist maar het doelbewuste sadisme, het doorgedreven sympathieke masker naar de buitenwereld toe, die innerlijke leegheid, kilte kan ik een narcist niet toedichten (toedichten, alsof het om iets moois zou gaan). Een narcist gaat je niet louter om z’n plezier aanvallen, een psychopaat wél. En ze kunnen onverwachts enge dingen zeggen, dat doet een narcist niet. Eerlijk, in mijn ervaring is een psychopaat griezeliger dan een narcist. Wat niet wilt zeggen dat ik narcisten meteen ga omarmen: “Lief, lief narcistje.” Brrr, nee.
Beiden vallen ze onder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en daar is mits wat verschillen zowat alles mee gezegd. Een psychopaat doet zich voor als een goeie lieverd (kan het antisociale beter verbergen), een narcist voelt die behoefte absoluut niet. In beide gevallen is er van goedheid en lieflijkheid absoluut geen sprake. Absoluut niet. Wél moet ik het ze aangeven: de slachtofferrol spelen ze met vérve en ergens zijn het ook wel slachtoffers: van hun eigen gedrag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten