Na een overnachting in een Italiaanse luchthaven kwam ik geradbraakt aan in Tokio. Met een jetlag van hier tot in Tokio, letterlijk (die kon ik niet laten liggen). Het was mijn eerste verre reis alleen en logischerwijs was ik zo nerveus als wat. Het feit dat m’n ouders en twee vrienden m’n reis volgden, stelde me min of meer wat geruster maar toch, je zit daar op je eentje in een uithoek van andere continent in een land waar je niemand kent.
M’n taxi die me naar m’n eerste airbnb-adres in Tokio bracht, vond het adres niet. Straatnamen, -adressen zijn er heel anders georganiseerd, ik zou nog steeds niet weten hoe. Ik gebaarde hem: “Ik zal het wel vinden” en stapte uit, geheel verloren, eigenlijk. Na wat heen en weer lopen zag ik het adres, dacht ik. Dacht ik. Maar nergens zag ik het cijferslot met sleutel, aanbellen hielp niets en tot overmaat van ramp nam er niemand op toen ik m’n contactpersoon telefoneerde. En nog erger: na een lange reis was m’n batterij van m’n gsm bijna plat. De paniek sloeg toe. “Wat heb ik gedaan?”, dàn begin je te twijfelen, of het wel zo’n verstandig idee was om alleen naar Japan te reizen, het is niet alsof je in een buurland zit ofzo.
M’n contactpersoon had beloofd om ‘s avonds langs te komen dus er zat niets anders op om dan maar urenlang voor de deur te wachten met m’n bagage.
Een oude dame sprak me aan in het Japans. Tot dusverre spreek ik nog steeds geen Japans en zei sprak ook geen woord Engels. Ik liet haar het adres op papier zien, in de veronderstelling dat ik daar moest zijn. Ze probeerde me duidelijk te maken dat het niet het juiste adres, angstig als ik toen was (ik kende immers de Japanse mentaliteit niet),
interpreteerde het eerder als een soort afwijzing, de afwijzing van iemand die wilt dat je uit haar buurt verdwijnt.
Ze ging weg en kwam ongeveer een kwartier later terug. Komt ze zich alweer bemoeien? Ze gebaarde me om mee te komen, ten einde raad was ik en deed wat ze zei. We liepen een eindje om waarna ze me het juiste adres aanwees. Ik kon het amper geloven. Daar moest ik dus zijn, op m’n eentje had ik het nooit kunnen vinden. Toen heb ik gehuild, uit opluchting, dankbaarheid, de geleden angst en vooral ontroering omwille van haar enorme behulpzaamheid. M’n eerste kennismaking met de Japanse mentaliteit. Ik bedankte haar uitvoerig. Achteraf had ik begrepen dat ze misschien enkele telefoontjes had gepleegd om het juiste adres te vinden. Hoe lief. Onwaarschijnlijk lief. En elke cynische respons hierop wijs ik van de hand.
(de eerste nacht In Tokio. Blijft mijn favoriete stad. Tokio in een bed waarin ik niet kon slapen)
M’n eerste kennismaking met de Japanse mentaliteit, en telkens ontroert het me weer. Een paar keer heb ik er in niet-toeristische buurten geslapen. Je loopt er rond als de enige niet-Japanner en toch word je niet aangegaapt op straat. Die heerlijke discretie.
Je merkt de verschillen qua mentaliteit in verschillende steden (wat overal ter wereld natuurlijk is): in Tokio zijn ze het meest discreet, best gekleed, gaan ze je niet zomaar aanspreken, alles is er bijzonder clean en proberen ze geen munt uit je te slaan. Respect is the word. Kyoto, het Brugge van Japan zeg maar, is kostelijker. Ze zijn er zich heel bewust van hoe historisch hun stad is en dat merk je ook aan de prijzen. Al heb ik daar òòk de diepste buigingen en de grootste behulpzaamheid gezien: hij boog, ik boog, hij boog nog dieper, ik ook en dan ging hij nog dieper buigen. En dit alles nadat hij door de winkel had gerend om iets banaal voor me te halen dat ik niet meteen vond. Hij hoefde zich niet eens te haasten want ik was er de enige klant.
In Osaka, dé culinaire hoofdstad van Japan, zijn ze wat losser, spreken ze je makkelijker aan, ze zijn er meer open. Met een dame liep ik er zelfs arm in arm over straat. Dàt is pas een item in Japan als je een persoon niet echt kent. Yokohama, naast Tokio, is eigenlijk hetzelfde als z’n grensstad, wel iets rustiger. In Hiroshima maakte ik voor het eerst mee in Japan dat mensen echt naar me keken. Dat waren scholieren (in Tokio ook een keer gezien, een ongeveer zesjarig meisje dat snel wegkeek toen ik het opmerkte, hoe schattig).
Ik hou gewoon van die Japanse mentaliteit, het gebrek aan ‘boertigheid’, het respect, het behulpzame, de discretie. In Tokio kom ik tot rust, hoe vreemd dit ook mag klinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten