Jeugdjaren; je kan weinig verkeerd zeggen over mijn jeugdjaren. Het was een gouden kooi. En dit heeft me òòk gevormd: sommige dingen beschouw ik als normaal. Terwijl het niet normaal is. Iedere dag leer ik bij, and glad too!
Uniefjaren: nog steeds in gouden kooi. En dàcht: nu leer ik pas het eche leven kennen. Ik zat in de Germaanse omringd met héél lieve mensen die dezelfde jeugdervaringen hebben gehad.
Werkjaren: Pas dan vielen mijn ogen open. Cultuurshock.
Dàn, pas dàn, begon ik aan vrijwilligerswerk te doen.
Het is niet eerlijk om in een gouden kooi opgevoed te worden , terwijl andere kinderen, mensen het met minder moeten stellen.
Wat ik héb, geef ik graag! Ik wil enkel niet zelf tekort komen.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten