van veel wat

Hello!

Wees welkom op deze pagina. Hij is nog jong, hij is nog fris. Maar we gaan er keihard tegen aan! 


zondag 31 oktober 2021

in het vrije Letterland

 Dit gaat niet over het Instituut Dames van het Christelijke Onderwijs: mocht ik er geen leuke tijd hebben gehad, ik zou er niet met veel liefde over hebben geschreven. Ook niet over Hibernia Steinerschool op het Zuid. De Dams, de Steiners, Geen klachten over Unief Gent. Johannesschool in de kleuterklas: Leuke tijden. 
Er is een school waar ik niet graag over schrijf, de naam vernoem ik niet. Zes was ik, de op een na jongste en de kleinste van de klas. Altijd maar te horen krijgen: « Stefanie is te jong. », de allerjongste kreeg dit ook te vaak te horen. 
Mijn opstellen:
Ik wil het DUIDELIJK vertellen want dit doe je niet met een kind: over de kinderboerderij moesten we schrijven. De hele klas, uitgezonderd Katie schreven: ‘we gingen gisteren naar de kinderboerderij. We zagen etc.’ Ik wou lekker creatief zijn: ‘Er was es een meisje die Stefanie heet. Ze ging naar de kinderboerderij etc. » Ik kreeg een 0. Ze heeft de opdracht niet begrepen. Wtf? Creatief zijn werd onbeloond, én ik weet dat onbeloond zijn geen bestaand woord is maar het mag van mij. Bestaanbare woorden. En zelfs als het niet bestaand kan zijn, who cares? Privé mag alles. Aan mijn leerlingen zal ik dit niet aanleren, privé mag het. 

Waarom ik dit verhaal vertel: via messenger werd ik aangevallen omwille van zelfuitgevonden spreekwoorden, woorden die geen Nederlands zijn, een zinsbouw die anders is. Het was niet de eerste keer dat diezelfde troelamie, hupeldepupsel me aanviel omwille van zelfuitgevonden woorden, andere spreekwoorden die niet in het woordenboek staan, die je niet in de ANS kan terugvinden. 
Ik voelde me weer die zesjarige, met haar opstel, waar ze een 0 voor kreeg. Onbeloofde creativiteit. 
Het beste antwoord hierop werd kreeg ik van Sneeuwwitje: « Waar houden mensen zich met bezig? » Kort, krachtig. Zo waar! 
Privé vind ik het niet leuk om verbeterd te worden: met taal moet je willen en kunnen spelen. Op m’n werk doe ik het wel zoals het moet, de ANS, het woordenboek erbij. Het Groene Boekje. In mijn vrije tijd doe ik het anders. 

Mijn antwoord aan de ‘we blijven in de box’-mensen: fok es af. 

Dìt is het boek dat me echt aan het schrijven zette. Een boek vol woordspelingen, zinspelingen. 





Geen opmerkingen: