Ik had het al geschreven: iedere dag sta ik onzeker op, ga ik onzeker slapen. Vind ik het erg? Pfff, het houdt me ‘wakker’ (letterlijk tussen aanhalingstekens: ‘woke’ vind ik een vaag begrip. Het moest eruit. Ik ben woke. WTF?). Als ik iets goed doe, ga ik niet op m’n lauweren rusten: rozenkransjes rond me heen, kijken hoe de wereld voorbijgaat. “Kijk, dit heb ik ooit es goed gedaan. Vertel het aan je nageslacht zodat zij het aan hun kleinkinderen kunnen vertellen wat ik ooit es goed heb gedaan.” Zo ben ik niet.
Ondertussen kan ik het meer plaatsen, een dag niet geblogd (who gives a shit anyway?), andere dingen die niet goed verlopen, ik BLIJF er moeite mee hebben, die hoofdletters worden met de jaren kleiner. Vroeger hing ik huilend aan de telefoon met mijn moeder, daarna met m’n ex. “ Ik heb het weer verbrod” (gezellig Antwerps) “ Alwéér!” Dat gebeurt steeds minder. Alhoewel ik vandaag weer naar m’n moeder belde, maar dat hoeft niemand te weten.
Ik wil het gewoon goed doen. En daar is alles mee gezegd. Uit een psychologische testdag bleek: je legt de lat voor jezelf hoog. Soms op een trieste wijze: laat me geen spel spelen want ik speel om te winnen. Echt heel triest: ik kan niet tegen mijn verlies. Dit is op video opgenomen: leuk om mezelf te zien als een slechte verliezer.
Onzekerheden, ik ben niet zo onzeker over m’n uiterlijk. Elke vrouw ziet wel ditjes en datjes. Of ik lelijk zou zijn, dik, dun, een onsympathieke trut, dat raakt me niet heel erg als ik het te horen krijg. Wàt me wél raakt, mijn insecurity: zeg niet dat ik dom ben, dàt vergeef ik je nooit. Als een klein schattig kindje (zeven was ik) op de Jan Van Rijswijcklaan was kennis voor mij al een Gegeven. Iets waar ik langzamerhand naartoe ben gaan werken. Een rugzak vol kennis én ook weten dat het doel nooit wordt bereikt. Zoals de Vault van Prince die onuitputtelijk lijkt.
Tori.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten