Een roodharige met sproeten, dat ben ik. Vreemd. Heel vreemd om Zwart Afrikaans te zijn met rood haar en sproeten. En een donkere of lichtdonkere huid. Mijn natuurlijke haarkleur zie je niet, door chemische producten enzo. Alhoewel ik telkens enthousiast verbaasd ben bij de kapper: ik héb rood haar! Mijn neus en ogen spreken boekdelen: hardcore Arabisch/Semitisch. M’n DNA-testen bleken vooral van Oost-Afrika tot de Hoorn tot Noord-Afrika tot een stuk in het Midden-Oosten te reiken. Én Nigeria én Sierra Leone.
Ik ben vooral trots om deels Masai te zijn. Iedereen die mij kent, kan zeggen: “Ik heb een Masai ontmoet! En nu gij!”
Die sproeten zullen er altijd al geweest zijn maar ik was zo dom om ze niet te zien. Tja, een mixje, dat ben ik.
Onlangs, vorige week zat ik op de trein en vroeg een Ethiopiër me ‘voorzichtig’ (ik ben vrij eenzelvig, mij moet je niet zomaar aanspreken), « Ben jij Rwandees? » Klik, boem, patat, ik had een gesprek. « Hoe weet jij dat? » « Ik kom uit Ethiopië en twijfelde tussen Rwanda en Ethiopië. », we hadden een gesprek.
Ik zou een mix zijn. En So What? De hele wereld is gemixed.
Het rooi kopke was er, de sproeten en de Semitische neus kwamen nadien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten