van veel wat

Hello!

Wees welkom op deze pagina. Hij is nog jong, hij is nog fris. Maar we gaan er keihard tegen aan! 


dinsdag 31 augustus 2021

Film in de kijker: Plein Soleil/Purple Noon, The Talented Mr. Ripley



“Je zou The Talented Mr. Ripley moeten zien. Jude Law is echt zo knap.” zei een Gentse vriendin me. Ik had nog nooit van Jude Law gehoord maar was meteen geïnteresseerd. Vervolgens leende ze me de video uit en bleef die maandenlang in m’n videorecorder zitten. Ie-de-re dag Jude Law kijken. 

Het verhaal: Tom Ripley promoveert van een New Yorkse con artist tot een full blown sociopaat/psychopaat on a killing spree in een Italiaanse setting. Hij raakt gefascineerd door de nonchalante beau monde lifestyle van z’n obsessie Dickie Greenleaf en zal na diens moord deels qua identiteit met hem switchen. Naar een roman van Patricia Highsmith. 
Decennia voordien werd ditzelfde verhaal onder de naam Plein Soleil/Purple Noon verfilmd. Hetzelfde verhaal, even beklijvend, verschillende atmosfeer. 



De cruciale verschillen: 

Tom Ripley (Alain Delon vs. Matt Damon), Dickie Greenleaf (Maurice Ronet vs. Jude Law): alhoewel Maurice Ronet een mooie man is, is het vooral Alain Delon als Tom Ripley die over een buitenaardse schoonheid beschikt (we kennen allemaal Alain Delon, hé). Dìt maakt hem in de rol van Tom Ripley nog meer sinister dan Matt Damon. In fictie heerst er een onterecht stereotype boosaardige figuren als lelijk voor te stellen  (look no further than The Wizard of Oz), een Alain Delon zie je eerder een onschuldige naïeve ingoede Rocco spelen (Rocco e i suoi Fratelli, Visconti) dan een duivelse narcistische Tom Ripley. Verrassend maar perfect gecast, grotendeels ook dankzij het talent Delon. 
In The Talented Mr. Ripley worden die rollen omgedraaid, is het net Dickie Greenleaf die over een adonisachtige schoonheid beschikt. Dit versterkt het playboy, beau monde gegeven van het personage en begrijp je volkomen de obsessie van Ripley met Greenleaf. Jude Law speelt die rol met verve en is voor mij de vleesgeworden charmante Dickie Greenleaf, maniërisme en al (Jude Law heeft voor die rol zijn maniërismes aangepast en werd beloond met een Oscarnominatie). 



Homoseksualiteit: net zoals in het boek is Tom Ripley in de jaren ‘90 versie naar mijn mening overduidelijk homosexueel of bisexueel. Patricia Highsmith (zelf homosexueel) heeft dit ontkend maar het lijkt me bizar om zo (ook lichamelijk) geobsedeerd te zijn zonder amoureuze gevoelens te koesteren. « Can we share a bath? » wordt er bijna letterlijk gevraagd. Ja, duh. Sterker nog: Ripley werd zelfs delusional in z’n amoureuze obsessie met Greenleaf. You cannot deny the obvious.  Later is er de suggestie van een relatie met een nevenfiguur, Peter Smith-Kingsley. 
Misschien was het de tijdsgeest, in Plein Soleil is er hier helemaal geen sprake van. Maakt Ripley zelfs avances naar Greenleafs verloofde. Het zullen de ‘60’s geweest zijn, 39 jaar later kon het wel. 
De setting: la Bella Italia! Gisteren las ik dat The Talented Mr. Ripley misschien wel de meest stijlvolle film is van de ‘90’s. De Italiaanse steden, de stranden, de fashion, Dickie Greenleaf. Stijl. Van de beginshots in Manhattan tot de eindshots in Venetië, het werd allemaal bijzonder fraai in beeld gebracht. En nogmaals, elke man mag op leer gaan bij Dickie Greenleaf. 
Plein Soleil maakt meer gebruik van een broeierige intieme sfeer. In plaats van optimaal gebruik te maken van de setting speelt het spel zich intern af, in de demonische psyche van Tom Ripley. Onwaarschijnlijk overtuigend vertolkt door Alain Delon in z’n eerste grote filmrol. En noem het ‘vreemd’ maar wel hierom had ik niet meteen begrepen dat Plein Soleil de originele versie is. 


Jazz: zowel klassiek als jazz lopen als een rode draad in de meest recente versie; beide genres spelen actief een rol. Bij Plein Soleil springt de muziek daarentegen minder in het oog. Als een conservatieve klassiekfanaat heeft Ripley aanvankelijk een hekel aan jazz maar om bij Greenleaf, de jazz fan « I don’t know. What’s the name of your sailboat? » « Look! Look! Bird! », in de smaak te vallen gaat hij als een door en door psychopaat een grote voorliefde voor het genre voorwenden waar Dickie met beide voeten intrapt. Jazz markeert the beginning of a deadly friendschip. 

Eind jaren ‘90, begin 2000 was ik zelf ook (na een periode klassiek) veel bezig met jazz. Net als in de film luisterden we naar jazz, dronken we Martini’s en kon ik herinneringen ophalen aan m’n Italiëreizen en citytrips in Paris. Style. My Funny Valentine woord voor woord meezingen. The Talented Mr. Ripley as our way of style. 



maandag 30 augustus 2021

expressieve ogen

 

Ik ben gevoelig voor een bepaald type ogen, extreem gevoelig. Ik merk dit type ogen al van heel ver op en ze zuigen me naar zich toe, ik kan die blikken niet loslaten. Het gaat over expressieve ogen, sprekende ogen, ogen waarin je elke emotie zwart op wit keihard kunt aflezen, ogen die niks te verbergen hebben. Dit soort ogen tref je zelden aan. Sophia Loren heeft ze, Jude Law heeft ze, Johnny Depp heeft ze. En je kan het al raden, de psychopaat heeft ze ook. Achteraf twijfel ik natuurlijk of er hier sprake was van oprechte emoties, aangezien een psychopaat doorgaans een masker draagt. Maar hij heeft dus wondermooie ogen: opwaarts amandelvormig, lange wimpers, donkerblauwachtig grijs en die konden volstrekt van kleur veranderen, ongezien. Ogen om in te verdrinken. Ze leken te lachen, ook al lachte hij niet, en ze konden zo kwetsbaar en droef staan dat dit al opviel aan de overkant van de straat. Zelden zo’n mooie ogen gezien. Stralen konden ze. 
Daar was ik dus extreem gevoelig voor, op sommige foto’s kan je die expressieve blik goed zien, al weet ik dat ik dit best niet doe, nog steeds kijk ik ernaar. 😢 Best vrouwelijke ogen, eigenlijk, die je niet snel ziet bij een man. In feite mooiere ogen dan de meest mooie ogen bij een vrouw die dan plots flets lijken. Je kan begrijpen hoe zwaar ik het te pakken had van hem. Daar was ik echt gevoelig voor, voor z’n ogen en z’n stem. Een warme expressieve melodieuze diepe lichthese stem. Hij kon pràchtig zingen. Als hij de nadruk op z’n woorden legde werd z’n stem helemaal om gek van te worden. De ideale radiostem. Ik vond het geweldig om op hem te liggen om dan alleen maar te luisteren naar z’n stem. Of aan de telefoon te hangen om z’n stem te horen. Het is raar dat iemand die er zo zo prachtig uitziet, van kop tot teen met zo’n mooie stem zo lelijk kan doen. Het is zoals Alain Delon in La Piscine of Plein Soleil: een engelachtige duivel. Ze komen met veel weg omdat niemand kan geloven dat iemand zo wondermooi zo afschuwelijk lelijk kan doen. 
Het is voor mij nog altijd moeilijk om los van hem te komen, ook al heb ik hem al maandenlang niet gesproken. Ik begrijp best dat het niet te snappen valt hoe je zo verliefd kan zijn op iemand die je zo slecht behandelt. Zoek het niet verder dan het gecreëerde beeld van een droomman. Het was eng hoe sterk hij erop lijkt als hij z’n masker draagt. Volstrekt onbewust en ongevraagd gedroeg hij zich zoals ik sinds m’n negende over fantaseerde. Je begrijpt dat ik zo iemand Niet. Wou. Opgeven. Hoe vaak kom je zoiets tegen? 
Wanneer ik dan wel die klik maakte: toen ik inzag dat het een masker is. Bijna elke dag kreeg ik naar het einde toe een kille of boze man voorgeschoteld die in de verste verte in niets meer leek op m’n droomman. Monotone  holle stem, hatelijke of lege blikken, totaal een ander persoon voor wie ik absoluut niet had gekozen. Wat hij ook kon doen: hij kon me echt neerkogelen met z’n ogen, meedogenloos neerkogelen. Ongezien. De blik van een meedogenloze killer voor die toeslaat. Ja, dàn heb ik wel de klik gemaakt. 
Nog steeds zweef ik tussen bepaalde emoties: enerzijds is er het haast ondraaglijke pijnlijke gemis, anderzijds de boosheid en verdriet omdat ik besef dat als er die vernederingen en het huiselijke geweld niet waren geweest ik zo belachelijk zo gelukkig met hem had kunnen zijn, soms is er ook de opluchting dat ik niet meer hoef gebukt te gaan onder die mishandelingen. De emoties kaatsen van het ene naar het andere. Soms lijk ik hem vergeten te zijn en dan komt hij weer keihard binnen. Ik kan je op een groot blad schrijven dat ik nog nooit in m’n leven zo verliefd ben geweest en ik betwijfel of dit ooit nog mogelijk is. 
Mensen twijfelen wel es: houdt ze nog van hem? Natuurlijk hou ik nog van hem, da’s een non question. Het gezondste voor mij is geen contact te hebben om hem te kunnen verwerken. Ik heb me nog nooit zo aangetrokken gevoeld tot iemand dat het net leek alsof het zelfs tastbaar is, een magnetisch veld rond hem. Tot twee jaar geleden dacht ik dat ik me nooit echt fysiek aangetrokken zou voelen tot iemand tot ik hém ontmoette. Boem patat! Meteen had ik begrepen wat fysieke aantrekkingskracht is. En hoé. 
Wat maakt dat je je zo aangetrokken voelt tot iemand? Soms lees je dat je valt op een spiegelbeeld. En dààr zit het hem. Ik lieg niet als ik beweer dat hij de mannelijke versie is van mij. Stemgeluid, ogen, vorm neus etc. Mijn voortotem is Gracieus. Zijn favoriete dier is een lynx en rara, dat is mijn totem. Veel mensen hebben me erop gewezen hoe sterk we op elkaar lijken. Pot en deksel. Dit, tot ze het wangedrag hebben gezien. Zonder die jeugdtrauma’s was het wellicht héél anders uitgedraaid. Een soort tweelingszielen. 
Dus ja, ik zie die jongen nog doodgraag. 
Aan m’n eerste vaste relatie moest ik om bepaalde dingen vragen. Totaal niet bij hem, hij deed ze ongevraagd, onbewust dat ik m’n ogen ervan uitkeek. Wow. 😳 Dus ik wou hem echt niet laten gaan, dit vind je nooit meer, dacht ik. Ik vond het ook leuk om gewoon maar naar hem te kijken, de prachtige welving van de voor mij ideale schouders. Gewoon àlles aan hem. Het eeuwige jongensachtige, over mij wordt verteld dat ik altijd een ‘meisje’ zal blijven. Zie je? Een spiegel. 
Ook het onbeschaamde toen hij met doorschijnende t-shirt naar het werk ging (ik heb hem erop gewezen en hij bleef er onverschillig onder). Hij zei iets in de trant van « Dat ze er maar genot van hebben. ». De meeste mannen zouden snel van t-shirt veranderen. Of hoe hij met tergend aanspannend halfopen jeanshemd en tergend spannende jeansbroek naar een afspraak ging, de homo-erotiek droop ervan af. Daar stond geen mens meer maar een wild sexy animal. Vind  je het gek dat ik me aan zo iemand vastklampte? Het zijn zo kleine en grootse dingen die me het eerste jaar horendol maakte van hem en ik het geweld door de vingers zag. Hij was als een kostbare diamant die ik met alle macht niet wou loslaten. Tot die diamant helemaal geen diamant bleek te zijn. Slechts breekbaar glas waar ik me gevaarlijk aan kon snijden. 







mooie verhalen

 
(Rémi uit Alleen op de Wereld, Yuki Sohma van Fruits Basket en Aleksej Karamazov van De Gebroeders Karamazov lijken er sterk op)

Sinds m’n negende heb ik een duidelijk beeld voor ogen van een droomman, wat vrij apart is. Het begon bij Kinderen voor Kinderen, ik zag er een jongen op verschijnen en om een of andere reden vond ik hem te aantrekkelijk. Daar is het begonnen. Het gecreëerde droombeeld. 
Mijn eerste vaste vriend leek er een beetje op: knap, sexy, donkerharig (toen had hij nog veel haar), een mooi postuur en een belachelijk lief karakter. Altruïstisch. 
Het is goed dat hij m’n eerste vaste relatie was, zoniet had ik een heel fout beeld gekregen van mannen. 
Een andere ex, de psychopaat, leek er nog sterker op, als hij z’n mask of sanity droeg. Dezelfde ogen (😳), bijzonder knap, bijzonder sexy, charismatisch, mooi figuur, mooi haar, gracieus, expressief, mooie stem, muzikaal, oozes sex appeal, zelfs dezelfde opleiding en ziektes. Als hij z’n masker droeg leek hij een engel die iedereen aan z’n lippen had, eenmaal af was hij allesbehalve een droomman. Straight outta hell. 
Het rare is dat ik aanvoelde dat er deep down onder die psychopathie net wel een heel mooi persoon zat. Die was muurvast weggemoffeld omwille van de pijnlijke jeugdtrauma’s. Op heel zeldzame momenten kwam die persoon toch te voorschijn en werden zijn ogen angstaanjagend wondermooi. En maar goed ook want dàt was de reden waarom ik zo lang bij hem ben gebleven, als een soort verslaving waar ik nog steeds van aan het afkicken ben. 
Sinds m’n negende schrijf ik er verhalen over. Met de persoon bij wie het begon heb ik een tijdje contact gehouden. Superlieve jongen en het rare is: hij is slechts 22 dagen jonger! Da’s apart. 
Mijn huisarts vond het mooi dat ik een fantasiebeeld had gecreëerd, een hele fantasiewereld eigenlijk. Mijn eerste vaste relatie is de enige die het ooit gelezen heeft, de psychopaat wou het zogenaamd doen maar natuurlijk was dat weer ‘bla bla’. Inmiddels meer dan 600 pagina’s volgeschreven. A never ending story. 




zondag 29 augustus 2021

thicker than water

 Ik zeg vaak tegen vrienden: « Als je mijn moeder ziet, zie je mij. » We hebben dezelfde smaak qua kleren: Petit Bateau, APC, eenvoudige dingen. Goeie snit, weinig franjes (alhoewel Martin Marghiela mijn favoriete designer is). Goeie makelerij die jaren meegaan en je kan combineren until forever. Misschien een Steenboksmaak, I dunno. 
Ik lijk ook op m’n vader: we gaan van hoogtes naar laagtes, passionele mensen. We gaan fanatiek in onze interesses en een maand later zijn we diezelfde interesses alweer vergeten. Maar we gaan door! In wat we geloven. En het leed van de wereld, daar worden we triest om. 

Best voos, KUT (ik ben er nog steeds kwaad om), dat ik m’n ouders een jaar niet heb gezien. 

Na zelfs een jaar elkaar niet te hebben gezien besefte ik: ik ben écht een kind van mijn ouders! Iets klein hierom bijvoorbeeld: lang (voor de kat van Marie) was ik bang van katten. Dat zat blijkbaar in de familie van moeders kant. Thanks to Marie in Amsterdam (cat sitting) ben ik over die angst heen geraakt. Maar het is iets van moederskant. Recent ontdekt dat het een families kantje is.

Ik lijk op m’n beide ouders, een jaar ertussen wist dat niet weg. Mijn broer is ook een goeie mix. 

(In Kigali met Vicky en Asma) 








zaterdag 28 augustus 2021

stress op een vlucht

Doorgaans ben ik een verdraagzame vliegtuigpassagier, besef heel goed dat de stewards en stewardessen hun uiterste best doen en als ze es een keertje bot doen: tja, dan hebben ze net als iedereen es hun dagje niet. Slechts een keer ben ik ‘lastig’ geweest. Op een lange vlucht van Frankfurt naar Rio de Janeiro werkte mijn entertainmentset niet (je wilt niét acht uur lang vliegen zonder de nodige entertainment) en bovendien had ik zelfs geen plateau voor m’n eten of drank, die was stuk. Toén stond ik er wél op om een andere plek te krijgen, die wens werd zonder morren ingelost. Van mij ga je dan geen zure bekken krijgen. 
Gisteren was ik voor het eerst wél een echte lastige passagier. En samen met mij bijna alle passagiers rondom mij. De oorzaak: een krijsend kind. 
Toch belangrijk om mee te geven: niemand gedroeg zich lastig tegenover het personeel noch tegenover de ouders. Maar van subtiliteit - we doen alsof het gekrijs er niet is - was er langzamerhand geen sprake meer van, en wel hierom: 

Ik had al snel door dat het geen rustige vlucht zou worden: de ouders blokkeerden bijna een rij die in het vliegtuig wilde stappen (ik ‘fietste’ zijdelings langs hen heen), vervolgens gingen ze mij berispen toen ik even, heel even, de rij ophield om te zoeken waar ik m’n bagage moest opbergen. Het fatsoen was ver weg. 
Met hun kleine meid nestelden ze zich pal achter mij en die kleine meid ging tijdens de vlucht tegen m’n zetel stampen. Heel irritant. Natuurlijk (zo ben ik wel) zei ik er beleefd iets van, met de gedachte: plaats haar benen dan over jullie beiden schoot. Jullie zitten naast elkaar. Tja, haar vader probeerde vriendelijk m’n discomfort te verminderen, haar moeder gaf duidelijk geen zier om mijn reiscomfort want het stampen bleef aanhouden en de grootste shock in m’n stoel kreeg ik zélfs van haar, haar moeder. Dan weet je dat het ophoudt (ik blijf het vreemd vinden dat mensen zo respectloos met elkaar kunnen omgaan)
De bui van een luidruchtige peuter/kleuter achter me had ik al voelen hangen dus wist ik niet hoe snel ik m’n muziekoortjes kon opzetten. 

Noem me naïef, noem me naïef. Bij de landing kreeg ik het idee: het is klaarlichte dag, heldere hemel, laat ik dit es filmen. Zodra ik de filmmodus aanzette, stopte het geluid van m’n muziek en hoorde ik een dragelijk kindergehuil achter me. Geen probleem: het is normaal als kinderen es huilen bij een vlucht. Vooral bij het opstijgen en dalen, alle begrip (al had ik omwille van hun onbeschoft gedrag voordien al iets minder begrip deze keer). 
Het gehuil ging over in een zacht geschreeuw, in een voluit geschreeuw tot gekrijs. Ik werd lastig, m’n medepassagiers werden lastig, er kwam een stewardess kijken van: gaat dit wel goed? Nee, het ging niet goed. 
Rondom mij zag ik de passagiers hun oren alsmaar minder en minder stiekem, vervolgens subtiel, alsmaar ‘there it is’ duidelijk hun oren bedekken voor het ellenlange gekrijs. Nu kan ik er best om lachen maar op dat moment werd ik zò dolgedraaid dat ik me zelfs niet meer aan de veiligheidsvoorschriften wilde houden (zelfs ìk, ìk die er op sta veiligheidsvoorschriften op te volgen), m’n gordel voor het stilstaan open deed om zo snel mogelijk m’n biezen te pakken. “Je comprends.” kreeg ik te horen. Ik. Zat. Voor. Dat. Gekrijs. Ik had het gehad. En ik was niet de enige dolgedraaide : zelden heb ik omringende passagiers zo snel en zo ongeduldig zien weggaan uit een vlucht. Wegvluchten. Memorabel was het wel. 

Toen ik het vliegtuig instapte, had ik haar ouders zien praten met een stewardess. Àls dat gesprek ging over de mogelijke moeilijkheden tijdens een vlucht met hun dochter was het misschien beter geweest om tenminste de omringende passagiers te waarschuwen. Dan waren we tenminste voorbereid. 
Nu werden we ‘overvallen’ en was het awkward, irritant, beschamend en stresserend voor iedereen. 


vrijdag 27 augustus 2021

zwijgen is geen oplossing / film: the help

 Onlangs zag ik een film ‘The Help’ die me nog meer sterkte in m’n overtuiging en drang geleden onrecht in de openbaarheid te brengen om ook maar iéts te kunnen veranderen. 

Het verhaal: jaren ‘60 Mississippi waar Nina Simone zo poëtisch (ahum) over zong. Sowieso heb ik een weinig hoge dunk van die staat sinds ik Mississippi Burning op vrij jonge leeftijd zag. 
Een Mississippi dus vol leeghoofdige Stepford Wives, leeghoofdige Southern Belles met hun genre Make America Great Again echtgenoten (avant la lettre!) in mansions alwaar hun zwarte diensthulpen ‘blij’ mochten wezen voor een hongerloon vernederingen aan te horen. Segregatie was nog steeds een feit. 
In die setting vond er een vrouwelijke weinig Stepford ambities outcast de moed om de intrieste verhalen van die zwarte dienstmeiden aan te horen, op te schrijven en vervolgens nationwide te laten publiceren (tegen het cliché van de White Saviour is ook weer wat te zeggen, looking at you Dances with Wolves, maar dat is nu volledig naast de kwestie). Weinig veranderde nadien. Weinig, maar toch iéts. 



Als je je schouders ophaalt, wegkijkt, blijven de zaken zoals ze zijn. Een paar blogs terug heb ik uitgebreid gepost over 1,5 jaar huiselijk geweld. Diegenen die je zo’n verschrikkelijk onrecht hebben aangedaan mògen gerust geout worden. Op geen enkele wijze hebben ze jou beschermd, integendeel, net aangevallen. Waarom zou jij hen dan beschermen? 

Ik ben oprecht, oprecht dankbaar die film onlangs gezien te hebben. Soms twijfel je aan jezelf: had ik misschien maar beter gezwegen? En na het zien van zo’n film weet je weer: nee, hoor. 



woensdag 25 augustus 2021

R.I.P. Charlie Watts

 

Velen hebben wel een Rolling Stone verhaal. 14 was ik toen ik het Jump Back album cadeau kreeg  (ongeveer samen met de Rooie en de Blauwe van the Beatles. Je kan het slechter treffen), 16 wanneer ik hun Voodoo Lounge tournee zag op Werchter. De Charlie Watts drum showcase was fenomenaal. Net zoals de ervaring op de schouders te mogen zitten van een oude rocker. In Gent draaide ik de driedubbele The London Years (nog steeds een van m’n favoriete albums), in Brussel luisterde een bevriende buurman bijna alleen maar alleen maar naar hen (en kon vervolgens niet zwijgen over the Stones). Dit zijn mijn Stones verhalen.
 


Charlie Watts, de rustige Rolling Stone, de fanatieke into jazzman, de enige, samen met Keith, die Micks meer dan torenhoge arrogante ego trotseerde. Brian Jones vast ook wel maar die had overduidelijk z’n donkere demonen. 
Charlie Watts, de enige Rolling Stone zonder schandalen, zijn druggebruik wist hij handig uit de pers te houden in tegenstelling tot Jagger wiens drugexcessen overdreven werden in de media en Richards, bij hem duidelijk niet overdreven. Watts, de mysterieuze Stone, always following his own beat. 



onwaarschijnlijk Tigra verhaal

Tigra’s waren een van de sigarettenmerken die ik en velen van m’n vrienden rookten. Eerlijk, we kochten ze omwille van het hippe iconische legendarische pakje. Met Tigra zat je altijd goed. 
Jaren later hoorden we het wonderlijke verhaal dat het Tigramodel een Antwerpse is. Angelina Saey. Helemaal bizar werd het dat ze vermoord zou zijn. De Tigravrouw werd een mythe: een vermoorde Antwerpse vrouw, het Belgameisje zou haar vriendin zijn geweest. 

Heel recent werd het verhaal nog gekker voor me: ik heb haar echtgenoot gekend zonder dit toen te weten. Hij en zijn tweede vrouw waren bevriend met mijn ouders. Dan denk je: als ik dit toen geweten had, ik zou er wel anders naar die pakjes gekeken hebben. Dat doe ik nu zeker. 





zaterdag 21 augustus 2021

Gevoelig of overgevoelig zijn

 Misschien ben ik te gevoelig. Ik heb het er lastig mee als iemand iets slechts overkomt. Vind het leuker als het goed gaat met anderen. Tja, hoe heet dat? Empathie? 
Om mezelf te beschermen hou ik me af van bepaalde zaken. Het houdt me wakker en begrijp het waarom niet waarom zulke zaken gebeuren,  
Mensen die te jong sterven, mensen die voor hun tijd gaan, trauma’s meemaken. Nee! Een GROTE NEE! Dierenleed, plantenleed. NEE! BIG NO! 





Jaren ‘80 jeugd in filmpjes

 Opgroeien in de 80’s, video’s: 





































reprise bericht over een micro generatie

Xennials, is een sociologische term (don’t blame me, ik heb de sociologie niet uitgevonden ofzo), is een micro generatie, ‘77 - ‘83, die slechts een paar jaar beslaat. We hebben dezelfde ervaring om opgegroeid te zijn in een wereld die zo snel veranderde. Wij vonden dit normaal, wisten niks anders.



Een beeld: 

De platen die we hadden werden ‘achterhaald’, cassettes moesten we hebben. Zodra we bijgebeend waren met cassettes verscheen er de cd. Een Sony walkman werd hip halverwege jaren ‘80. 
De televisie had aanvankelijk weinig kanalen, het beeld was warm, niet echt scherp. Weinig kanalen dus iedereen keek naar hetzelfde, iedereen wist wie Rudy Huxtable was. En dan ja, kwamen er meer en meer kanalen. En nog meer en nog meer met een scherper beeld. Eind jaren ‘90 keken we naar verschillende programma’s, het aanbod was er. Van een ouderwetse televisiebeleving naar een meer moderne. 


Buiten spelen en stuff. Ik speelde vaak met mijn broer en toevallige kennissen uit de buurt in het Hertogenpark (Desguinlei, Antwerpen), er kwam amper een kat. Dat zou nu niet meer mogen zonder een ouder die toekijkt. 
Muziekstijlen volgden razendsnel op elkaar. Muziekstijlen versnipperden eveneens razendsnel. Voor ons was het normaal dat het zo snel ging. Pas later, veel later kwam ik tot het besef dat muziek voor de jaren ‘80 en na de jaren ‘90 minder snel versnipperde in zoveel genres. 
En van een haast non bestaande videoclip naar hét opbod aan videoclips. 
De auteurfilms van de ‘70’s werden blockbusters. De wereld veranderde: de Berlijnse Muur viel, de Soviet Unie werd ontbonden, Joegoslavië, Tsjecho-Slowakije. Vaak nieuwe atlassen gekocht voor school omwille van een wereld die veranderde. Ik herinner het me nog toen de Muur viel en krijg er nog steeds kippenvel van. De Apartheid in Zuid-Afrika. 
We wisten niets anders dan dat zaken snel veranderen. En aanpassen. Dàt typeert ons wel, Xennials, snel aanpassen. We moesten wel. 

Computers, internet, gsm’s. Aanpassen. 


woensdag 18 augustus 2021

Generation Xennial




Dia-avond, da’s iets van vroeger! En eigenlijk zo onhandig (de dia’s zaten soms vast, of projecteerden omgekeerd, het toestel blokkeerde plots) maar het had z’n charmes. We keken allen uit naar een dia-avond. 
Ik behoor tot de Xennial generatie, geboren tussen ‘77 en ‘83 uitlopers van de Generation X , de eersten van de Generation Y, het valt samen met de MTV generation. Ik merk dat we elkaar begrijpen. We zijn opgegroeid met het megamaterialisme van de jaren ‘80 (Tatcher, Reagan, anyone?), de Koude Oorlog, de dreiging van dé bom, anderzijds ook een politiek bewustzijn die zich vertaalde in populaire songs. De health hype van de jaren ‘80 met aerobic en een overkill aan dansfilms, dat dan in de vroege jaren ‘90 met 180 graden overboord werd gesmeten toen Grunge zijn intrede deed. We hebben de wereld op korte tijd zo hard zien veranderen. Symbolisch: het ging van platen naar cassettes naar cd’s. Als je je muziek op straat wilde horen bracht je je draagbare radio mee en iedereen moest het maar aanhoren. Dat was normaal. 



Ergens vind ik dus dat we elkaar begrijpen. We zijn veelal kinderen van Babyboomers die de eerste verwende generatie zou zijn en dat deden ze ook met ons: “Als je maar plezier hebt”. Te veel was niet genoeg, en opkomen voor jezelf werd met applaus ontvangen. Kinderen van Babyboomers. Het cynisme van de Generation X’ers deelden we niet, net zo min als het conservatieve van de Generation Y. Er werd ons gezegd door onze Babyboomer ouders: “Spreid je vleugels uit, ontdek de wereld, pin je niet te snel vast.” 
Op zoveel gebieden is de wereld toen we jong waren veranderd. En we moesten ons telkens opnieuw die hele nieuwe dingen aanleren. Maar dat ging vlot, we wisten niks anders dan dat dingen drastisch veranderden. 
Eigenlijk kan je mij wel prototypisch van die generatie noemen. Neem een voorbeeld en je komt bij mij uit. Mijn exen minder. Die delen niet die optimistische, ‘laissez-faire’, “Mijn persoonlijke ontwikkeling is prioritair” houding die zo kenmerkend is. De meesten in m’n vriendenkring van rond mijn leeftijd echter nét wel. En we verbazen ons erover hoe conservatief mensen van na onze generatie kunnen zijn. 
En wat wil je, als je opgroeit met het eigengewijze Kinderen voor Kinderen die het van de daken zingen dat hun mening net zo hard telt als die van grote mensen en diezelfde grote mensen “Bravo! Bravo, kinderen!” roepen en “Zeg maar goed wat je denkt en wat je vindt!”? Dat waren dan teksten geschreven door volwassenen. Voor de generatie erna kwam Samson, die zette een minder grote bek op. Voor ons was het het brutale kinderkoor, de brutale Ciske. Heintje kwam ervoor, Jantje Smit daarna.
Mensen van rond mijn leeftijd voelen een haast onweerstaanbare drang om hun ongefilterde ongevraagde mening te spuien “Voilà, ik heb toch maar mooi gezegd.” en dan oprecht verontwaardigd, verbaasd zelfs, zijn als een ander daar terecht boos om wordt. “Huh?”. Ik zat op twee internetfora vol Xennials. Ongefilterde ongevraagde meningen werd er tot een sport, wat schrijf ik, tot een kùnst verheven. Kijk dus niet verder dan Kinderen voor Kinderen en Ciske De Rat. 



Destijds heb ik veel gelezen over Generation X tot wie ik zelf behoor maar ik zag me er niet in terug. Pas redelijk recent hebben ze ontdekt dat de overgang tussen X en Y een aparte generatie is. En het kon ook niet anders als je opgroeit met een wereld die op zoveel gebieden zo drastisch verandert. Aanvankelijk was de televisie traag (kijk maar naar de intro van Carolientje) met MTV werd TV flitsend, snel. 



We gingen met vrienden buiten spelen zonder ouderlijk toezicht (thuis zijn voor het echt donker wordt), het was minder beschermend. En wat eigenlijk, achteraf beschouwd, schandalig is: met vriendjes in de opengeklapte kofferbak van de auto zitten. Stage diven, crowdsurfen kon, op elkaar springen (ocharme de persoon die helemaal onder lag) was een dansstijl. Onze Babyboom ouders hadden zo hard moeten vechten tegen het conservatieve van hun ouders dus onze non conservatieve houding werd met opstekende duimen aangemoedigd. 
Ik heb het zelfs horen zeggen in een volle aula door een prof. Er kwam iemand spreken over zijn vrij traditionele houding waarna de prof zei “You stuck in the mud.” De volle aula kwam amper nog bij van het lachen. Natuurlijk, kinderen van Babyboomers. 



donderdag 12 augustus 2021

Rio! Samba!

 Rio, Samba, ja! (eigen fotocollectie)

(Ze is van die andere grote stad in Brazil)



Vraag me waarom ik persé naar Rio wou en ik kan je een antwoord geven: Bossa Nova. In m’n studentenjaren was ik into jazz (sinds m’n zevende ben ik opgegroeid met jazz, om me dan ‘af te zetten’ ging ik op 16- à 17-jarige leeftijd naar klassieke muziek luisteren. Is geen jazz! Een rebelse tiener die naar opera luistert)
Tijdens m’n studentenjaren herontdekte ik jazz en kreeg van m’n ouders een Bossa Nova album mee, te leen. Nooit teruggegeven. 

Dààr, met die cd, begon de liefde voor Brazilië, Braziliaans Portugees, de droom om naar Rio te gaan. 
Ik kwam er toe een paar dagen voor het daar zomer werd. Zweten van de warmte en van een steward die me zei dat een vriend van hem er was neergeschoten op klaarlichte dag. Zweet. 
What. Did. I. Just. Do? ‘Samba’. 


Rio heeft me heel lang tegengehouden: onveiligheid, geld, onveiligheid. In een roekeloos moment kocht ik me een ticket naar Rio. “Ik wil het tòch wel es hebben gezien” Niet iedereen was een voorstander, en “Ga zéker geen favela in.” Wél gedaan. 
Wat er me verder werd afgeraden: - in het hotel keken ze raar op toen ik een bus wou nemen - geen bus nemen, tòch gedaan! 

Dit doe je niet met een bus!



Rio is pràchtig maar je voélt daar écht de ongelijkheid. In Oost-Afrika heb ik dat niet zo sterk aangevoeld als in Rio de Janeiro. Gehuild na ik een favela had bezocht. Mijn idee van ‘Rio! Samba!’ was ook meteen weg zodra ik uit de luchthaven de stad binnenreed. Het is schrijnend om de sloppenwijken te zien, m’n mond viel letterlijk open. Letterlijk. Daar zat ik dan met m’n ‘Rio! Samba!’ 
Een stad vol zoveel natuurlijke schoonheid, kwaliteiten maar na 10 uur ‘s avonds mag je de Copacabana niet op. Zelfs als je een strandganger bent van ‘een seconde het zand raken met een teen volstaat’ , sippende van een cocosnoot, erken je het gevaar. Alsook de schoonheid van de stad. Da’s Rio! 



Rio de Janeiro is pràchtig: veel groen, mooie stranden, een city life, toffe mensen die op een leuke manier kennis met je willen maken. Nice food. Overal goeie muziek. Wondermooie stad in een onveilige cultuur. Let’s go back! 




zaterdag 7 augustus 2021

allereerste concert in een anti-apartheidssfeer



Als kind van de jaren ‘80 (geboren eind ‘79) besef ik maar al te goed dat die jaren meer waren dan dansen op Flashdance met fluobeenverwarmers aan. Jonge kinderen mag je heus niet onderschatten, ze voelen maatschappelijke problemen ook aan. 
Zo was er de Koude Oorlog met de bijhorende dreiging van de Bom, het Ijzeren Gordijn, de Berlijnse Muur, hongersnood in Ethiopië, de iconische National Geographic cover ‘The Afghan Girl’, en nog een beeld dat ik tot op de dag van vandaag niet kan loslaten: de dertienjarige Colombiaanse Omayra Sánchez die tot haar nek in het water en de modder vastzat nadat de Nevado del Ruiz vulkaan was uitgebarsten.

Er waren megagroepen zoals de ‘Do They Know It’s Christmas?’ Aid, USA For ‘We Are the World’ Africa, megabenefietconcerten zoals Live Aid. Ik denk dat elk kind dàn toch wel moest begrepen hebben dat het niet altijd goed ging.  



De Apartheid in Zuid-Afrika was in die dagen, terécht, een prangend hoofdstuk: spandoeken met ‘Free Mandela’, menig protestsongs, de Anti-Apartheid Movement Festival for Freedom, Cry Freedom met o.m. Denzel Washington over de zwarte activist Steve Biko. Van de Zuid-Afrikaanse boycot was ik (vergeef me mijn toenmalige leeftijd) niet op de hoogte.



In die sfeer bezocht ik m’n allereerste concert, Johnny Clegg & Savuka in Vorst Nationaal. Johnny Clegg is een blanke Zuid-Afrikaanse Anti-Apartheidsmuzikant en een van de eerste artiesten die met z’n bands zowel zwarte als blanke Zuid-Afrikaanse muzikanten, zangers incorporeerde. 
Ik was acht, nog heel jong dus, ging met m’n broer en m’n ouders erheen. Op de wandelroute van de parking tot aan de toegangsdeuren zagen we doeken met ‘Free Mandela’, werden begroet door allerlei muzikanten en zangers, protestliederen weerklonken, aan de ingang kregen we folders van de Anti-Apartheidsbeweging in de handen gedrukt, als kind was dit allemaal heel indrukwekkend. En het concert moest nog beginnen. 



Op die jonge leeftijd had ik geen flauw benul hoe belangrijk Johnny Clegg is maar je allereerste concert, zeker in Vorst Nationaal, is sowieso overweldigend. Voorheen had ik enkel optredens gezien in theaterzalen, Vorst Nationaal brings it to a whole other level. 
 We hadden zitplaatsen en toch meen ik me te herinneren dat mensen ook in die zit area meermaals rechtstonden om mee te dansen. Aanstekelijk.

Twee jaar geleden is Johnny Clegg heengegaan en inmiddels besef ik wat voor grootse artiest hij is ; Mandela komt niet zomaar op je podium meedansen.



dinsdag 3 augustus 2021

een Afrikaanse safari laat je niet los


 Vandaag zag ik op iemands facebook een kinderkamer volgeschilderd met Afrikaanse safaridieren. Tja, dat doét iets met me. Het is nu twee jaar geleden sinds m’n safaritrip en de thrill is still there. Op die safaritrip heb ik onnoemelijk, onnoemelijk veel foto’s en video’s gemaakt. Je zou maar es op safari gaan en geen enkele foto nemen. Lijkt me, euhm, apart. Ik heb dus waanzinnig veel foto’s en video’s gemaakt, net als iedereen in m’n safarigroepje. Een ervaring om vast te leggen.

(eigen fotocollectie)


De safari kon beginnen. Gewoon de route erheen was al full excitement. Je kan naar Tokio gaan, je kan de Zwitserse bergen in gaan trekken, op safari gaan is iets buitengewoons uniek. En dat voél je zelfs en route erheen. 



Tanzania, de mooiste zonsondergang die ik ooit mocht zien. In het echt beter dan op groot scherm. 


Everyday is crocodile day. Gigantisch veel krokodillen gezien in alle maten. Opvallend: zodra ze ons in de gaten hadden gingen ze meteen onder water. « Pas op, krokodil! Daar staat een mens! »


Zebra’s en wildebeesten zie je heel vaak samen. Er is een reden voor, heeft met gras te maken. De ene heeft liever het hoge, de andere liever het lage, die beesten staan elkaar niet in de weg. Het is trouwens heel moeilijk om foto’s van zebra’s te nemen: ze rennen zich de benen uit het lijf zodra je dichterbij komt. Veel onbedoelde kontfoto’s genomen van zebra’s aldus. 



Nijlpaarden zijn ook best apart te noemen: ze maken soms zo ontzettend veel geluid dat ze om aandacht lijken te smeken. Toen we schattige leeuwenwelpjes aan het bewonderen waren, hoorden we de nijlpaarden al van ver. Tja, en dan geef je ze aandacht en gaan ze zich in het water verstoppen. 





Helemaal boven, de allergrootste giraf die ik ooit heb gezien. Het was zelfs eng, zo groot en struis was die. «Wow, die is groot! Wat is me dat? » en na een paar minuten « Eigenlijk is die best griezelig. ». Niettemin indrukwekkend. Net als de grote koedoe (niet zo griezelig). 
In ons safarigroepje was ik de enige die een foto had met een giraf op de achtergrond. We lunchten tussen de giraffen, uitgelezen kans om dan met een giraf een foto te maken. Onze gids had ons al gewaarschuwd om op een goeie afstand te blijven (zoniet lopen ze weg). Ik was blijkbaar de enige die die afstand respecteerde. 



Deze lieverdjes impala’s liepen in tegenstelling tot zebra’s niet meteen weg. Ze leken naast leeuwen het minst bang te zijn, je kon ongewoon dichtbij komen. En het bijzondere dier dat komt piepen op de tweede foto is voor nog een beetje verder hieronder. 


Hyena’s, they look like their reputation. Hyena’s hebben niet de beste reputatie. Of het verdiend is, weet ik niet. Wel ging onze hyena al snel naar z’n vriendje een boom verderop. 


Buffels, they look like their reputation. Meer intimiderend dan olifanten, en daar is bijna alles mee gezegd. Buffels zouden de gevaarlijkste dieren zijn. Don’t mess with them. Nooit. 
We reden meestal met het dak opengeklapt, afgezien van de eerste dag bootsafari (krokodillen, nijlpaarden in het water) ben ik bij buffels het meest voorzichtig geweest met het (op)nemen van foto’s, video’s. 






Haters gonna hate! Olifanten zijn geweldige dieren! Verrassend, verrassend, verrassend karaktervolle dieren. Olifanten kunnen best agressief uit de hoek komen. Vooral de Afrikaanse olifant (groter dan de Indische) kan je zowaar aanvallen. Zelfs de kleintjes, en dat hebben we gezien. Ja. Maar niks anders dan respect als je kijkt naar wat voor leed wij hen hebben aangedaan. Opkomen voor jezelf, hé! 








Leeuwen in ‘actie’. Van alle dieren hebben we de minste actie van de leeuwen gezien. De krokodil ging tenminste nog in het water. Leeuwen verlegden zich es een keer of stonden recht - dat was het spannendste - om een meter verderop alweer te gaan liggen. Ze gaven er geen zier om of we er nu stonden of niet. Respect! 

Belangrijke noot: in onderstaand filmpje keur ik het eerste fragment af: op olifanten rijden, doe je niet. Een vereiste was/is voor mij een reiservaring op te doen met respect voor fauna en flora, de plaatselijke bevolking. 






maandag 2 augustus 2021

van kind tot psychopaat

Omdat ik psychopathie van heel dichtbij heb meegemaakt, helaas, kan ik wel over een positief aspect van die ervaring vertellen. Iets wat velen immers niet weten: hoe ontwikkelt iemand zich tot dit mentale ziektebeeld? Wat is het mechanisme? Uit verschillende gesprekken heb ik het een en ander kunnen analyseren. Natuurlijk wist die persoon niet dat ik dit deed, anders had die er niet over gesproken: het laatste wat een psychopaat wilt is ontmaskerd en geanalyseerd worden. Maar ik heb dus wel inzicht kunnen krijgen in het mechanisme. 

Ten eerste is er de cruciale biologische component. Psychopathie is erfelijk. De genetische component is een conditio sine qua non. In de familie moet er narcisme of psychopathie voorkomen. Maar het is niet omdat de aanleg er is, dat het zich gaat ontwikkelen. 
De ontwikkeling zit in de omgevingsfactoren: huiselijk geweld, armoede, pesterijen, uitsluiting, fysiek en/of psychische mishandeling, verwaarlozing. Er is een onthechtingsproces in de kinderjaren. Het kind leert niemand te vertrouwen, leert niemand oprechte liefde te geven. 
Een héél belangrijke factor is: een emotioneel afwezige vader en een moeder die het kind overrompelt met liefde. Ik weet niet precies waarom maar dit blijkt dus een heel belangrijk gegeven te zijn. Ik vermoed dat het kind enerzijds geen liefde heeft gekregen en anderzijds een verstikkend, ongezonde, verkeerde vorm van liefde. Dit zorgt voor een heel labiele, ongezonde, onevenwichtige situatie. Maar ook hier: het is niet omdat de omgevingsfactoren er zijn dat dit tot ontwikkeling komt. Er is ook een innerlijk proces dat maakt dat psychopathie in de vroege volwassen leeftijd tot uiting komt. Niet elk kind maakt dit innerlijk proces door. En dit volgende is nu nét hetgene dat voor velen een mysterie blijft maar ik via gesprekken heb kunnen ontrafelen. 
Het kind met aanleg dat gekwetst is door de omgevingsfactoren gaat zich emotioneel verweren op een bepaalde leeftijd. Dat kan vroeg zijn of later, leeftijd speelt geen rol. Maar wél: hoe vroeger dit proces begint, hoe meer emotioneel onvolwassen het zal blijven. De emotionele groei stopt immers wanneer dit proces begint. Psychopaten bij wie dit in de kleuterjaren begon, kunnen op volwassen leeftijd echt kleutergedrag vertonen. Tantrums en al. 
Het kind verweert zich door zich af te sluiten van z’n gevoelens. Hoe minder het voelt, hoe minder gekwetst het wordt. Dit proces neemt jàren in beslag. Het is een negatief proces aangezien het wegsteken maakt dat de echte eigen persoonlijkheid onder een muurvaste dikke laag komt te zitten. Daarom zeggen ze ook: psychopaten zijn leeg vanbinnen. 
Ik weet niet of u van dichtbij een psychopaat heeft gezien wiens masker is afgevallen. Het is een schrikwekkend beeld omdat ze dan de kilheid in eigen persoon kunnen zijn (of de razernij in eigen persoon of de jaloezie of de haat). 
Verder is de psychopaat ook woedend op de wereld. Woedend omwille van het vergaande onrecht in z’n jeugd en die woede heeft hij nooit kunnen uiten. Die zit altijd smeulend binnen in. Ook haat jegens de mensheid om wat hem overkomen is. Die haat en woede heeft zich gedurende de jeugd opgestapeld, is niet tot uiting gekomen zodat er in de volwassenheid altijd een soort haat, woede, wraakzucht aanwezig is. Ze willen wraak nemen op de mensheid, vandaar ook het sadisme. Ze willen dat anderen de pijn voelen die zij hebben gevoeld. In hun jeugd voelden ze zich vaak machteloos en dit maakt dat ze in hun volwassen leven de rollen omdraaien en net macht willen uitoefenen op anderen. Emotionele macht, fysieke macht, hun sadisme doet hen machtig voelen. 
Veelal zie je dat psychopaten in hun jeugd schuchtere figuren waren, onopvallend zelfs en zélfs aardig werden gevonden. Aardig maar teruggetrokken. Binnenin, buiten het zicht van de wereld maakten ze dit innerlijk proces door, de ontwikkeling van de latere psychopathie. 
In de vroege volwassenheid veranderen ze ‘plots’. Naar aanleiding van een ingrijpende gebeurtenis in hun leven. Dat kan een relatiebreuk zijn, falen van studies etc. Die drastische gebeurtenis leidt tot een depressie waarna ze ‘herboren’ lijken. De psychopaat heeft zich een zorgvuldig opgebouwd sympathiek, charmant, welbesproken masker aangemeten. Dit om op een schijnbare sympathieke manier met de mensheid te kunnen omgaan. Natuurlijk, iedereen heeft wel z’n masker, maar bij de psychopaat is die zo ver doorgetrokken dat het een gehele andere persoonlijkheid lijkt. Hun echte persoonlijkheid is immers ‘weg’, onder die dikke muur. 
Psychopaten zijn meesters in de observatie van hun omgeving: hun eigen gevoelens zijn immers ook ‘weg’ maar om menselijk over te komen, geen achterdocht te wekken, hebben ze geleerd om anderen te imiteren. Dat maakt dat ze zo sympathiek, charmant, onschuldig en gevoelig overkomen. De beste personen ever. En dat niemand ook maar niemand zich kan voorstellen wel degelijk een psychopaat voor zich te hebben. 
Psychopaten spiegelen gedrag, en zeker als het om een nieuwe liefde gaat. Met elke nieuwe liefde lijken het geheel andere mensen te zijn. 
Ze vallen pas door de mand op onbewaakte momenten, natuurlijk, ze kunnen niet altijd hun masker dragen. De partner is de eerste die dit opmerkt en raakt in de war: “Waar is die lieve persoon gebleven?” Ze leken zo engelachtig en plots staat er een duivel voor hen. 




Ervaring met een trauma

I learned it the hard way: toen ik werd gestalkt kreeg ik nauwelijks gehoor. Klopte op muren en er waren welgeteld drie vrienden die me hielpen, waaronder twee een koppel. Da’s pijnlijk. Je staat vaak alleen. Of bijna alleen. Na die sexuele aanranding zei er een vriendin: “Drink een wijntje en dan is het over.” Maar toen kreeg ik wel heel veel steun. Alsof een aanranding erger is dan stalking of huiselijk geweld.

Pas na maanden huiselijk geweld vertelde ik het aan zijn moeder. Ze ontkende het meteen en vervolgens, ook al gebeurde het psychische geweld onder haar ogen, werd ze een kràk in victim blaming. Gedurende een jaar heb ik niets anders gehoord dan alleen victim blaming. Pas nadat ik er na een jaar helemaal mee naar buiten kwam kreeg ik steun van m’n ouders en een vriendin die het geweld had gezien en vreesde voor mijn veiligheid. En éérlijk, ik was dànkbaar dat zij het had gezien, je wordt nauwelijks geloofd, of ja, de victim blaming. 
Het àllerallerergste vond ik als het geweld werd goedgepraat. Mede daarom kwam ik pas tot besef toen ooggetuigen me kwamen zeggen dat het niet ok was. 

Mensen kijken liever de andere kant uit. Ik weiger als een vriend een traumatische ervaring meemaakt de andere kant uit te kijken, omdat ik wéét hoe pijnlijk dit is. Het is sowieso niet gemakkelijk om ermee naar buiten te komen, niemand doet dit voor z’n plezier: “Moet je nu es wat weten? Neem er de chips maar bij.” Het is niet leuk. 

In de reeks van Hilde Van Mieghem over huiselijk geweld kwam er ter sprake dat het beter is om het accent van de hulpverlening op de dader te leggen. Ik ben er inderdaad zeker van als dit in mijn geval was gebeurd, het niet zo ver was gekomen. Hij was niet aan z’n proefstuk toe heb ik achteraf vernomen. Als dit was gebeurd had ik in alle opzichten een prachtige man in huis. Dat maakt het zo bitter. 

Ik zou mensen willen vragen om begrip te tonen, steun. Het in geen énkel geval minimaliseren (vaak zijn de feiten erger dan de persoon vertelt) and don’t blame the victim. 
Ervaringsdeskundige tegen wil en dank. 



zondag 1 augustus 2021

Zwemlessen

 Ik heb al wat watertjes doorzwommen. Als kind kon ik goed zwemmen dus dàt zal het zijn, goed kunnen zwemmen. 
Gestalkt ben ik geweest door een psychotische onderbuur die geobsedeerd was door mij. Als je horror wilt, dat was de live versie. Later geterroriseerd door een huisgenoot in Brussel, met reden had ik schrik van hem: hij probeerde me op een nacht sexueel aan te randen. En ja, nog later huiselijke geweld (het fysieke was minder erg, het psychische weegt meer door)

Al die watertjes probeer ik door te zwemmen en excuse me dat ik het niet altijd makkelijk heb. Ik vraag me vaak af: waarom? Ik hoef geen medelijden (dat hààt ik trouwens), wel begrip. En dit alles hoéft geen taboe te zijn. Ik hoef me niet te schamen om wat die mensen me hebben aangedaan. 

Zwemmen kan ik. Sportief ben ik niet. Nooit geweest. Bij een tennisles gaf ik het al op toen de bal mijn richting uitging. “Ik doe het niet!”. Ik moet zowaar een record hebben verbroken van de kortste tennisles ever. “Ik doe het niet!” en liep van het veld. 
Andere sportlessen heb ik wél langer volgehouden. 

Ik kon al zwemmen toen ik op zwemles ging als kleuter. Later, kreeg ik van diezelfde zwemlerares een lift naar de luchthaven, na een akelige au pair ervaring. Ooit heb ik iemand en mezelf van de verdrinkingsdood naar de kust gezwommen. Als kind had ik geleerd hoe je dit moet doen. Dàt was het uitgelezen moment om het in de werkelijkheid te doen. Verstand op nul en Zwemmen.