Gewone bijna alledaagse jongeren aan het begin van hun studies. Voel u niet geviseerd, ik heb het niet over u of over mezelve. Gewone bijna alledaagse jongeren die je zo kan tegenkomen in de supermarkt:
Je hebt Jan, Jan is slim, Jan kan goed leren, Jan kan goed studeren. Jan gaat naar de u-ni-ver-si-teit.
Je hebt Lut. Lut is slimmer, Lut kan nog beter leren. Lut kan als ze wil heel goed studeren. Lut gaat naar de u-ni-ver-si-teit.
Je hebt Peter. Peter is het slimst, Peter kan het beste leren, Peter heeft nooit moeten studeren. Peter gaat naar de u-ni-ver-si-teit.
Diversiteit op de u-ni-ver-si-teit.
Eenmaal op de u-ni-ver-si-teit doet Jan wat Jan altijd al heeft gedaan (studeren) doet Lut wat Lut altijd al heeft gedaan (encyclopedieën lezen) en doet Jan wat Jan altijd al heeft gedaan (een boek schrijven)
Zo krijg je diversiteit op de u-ni-ver-si-teit
Eenmaal voor de examens doet Jan wat Jan dan altijd doet (studeren) doet Lut wat Lut dan altijd doet (laat beginnen studeren) en doet Peter wat Peter dan altijd doet (boeken es doorlezen).
Dit is dus diversiteit op de u-ni-ver-si-teit
Alledrie denken ze: “Prima, ik haal het want ik doe het altijd zo.”
En da’s weer homogeniteit op de u-ni-ver-si-teit.
Jan is prima geslaagd, Lut niet maar die mag twee jaren combineren en Peter, de slimste dubbelt.
Dit is dan weer diversiteit op de u-ni-ver-si-teit.
Een jaar later gaat slimme Jan weer prima door, slimmere Lut gaat gewoon door en slimste Jan kan niet meer door.
Ach, weer die diversiteit op de u-ni-ver-si-teit.
Jaren verstreken later hebben Lut en Jan hard en nog harder gestudeerd voor hun diploma van de u-ni-ver-si-teit en Peter heeft een prikbordlijst op z’n studentenkot hangen vol gesjeesde studies. Zijn boek onuitgegeven wegens onuitgeefbaar. Nochthans is Peter heel begaafd, begaafder dan Lut en vele malen begaafder dan Jan. Alleen studeren, dat kan hij niet, omdat hij te slim is.
Nog meerdere jaren verstreken later hebben Lut en Jan een voldoeninggevende job naar hun capaciteiten en Peter niet. Die jobt van hier naar daar en denkt onderwijl “Had ik maar, had ik maar.”
Een universiteit kan je niet de toegangssleutel geven tot veel wat je wil, werken naar je talenten en interesses echter wel. Maar je moet wel weten hoe.
2 opmerkingen:
klinkt behoorlijk herkenbaar... ik ben wel een beetje een peter. misschien dat ik over anderhalf jaar (oid) alsnog een master afmaak.
ben jij ook een peter?
Nee, ik ben geen Peter. Ik denk dat ik het nog het allermeest een Lut ben (heb netjes m'n diploma - toen nog licentiaat in België - behaald al ging het aanvankelijk niet zo makkelijk omdat ik gewoon niet meer wist hoe ik moest studeren! :-o. Bovendien heb ik ook last van faalangst waardoor ik dingen laat liggen, maar dat weet ik nu pas) Toevallig las ik wat artikels over intelligentie en het leek me wel leuk om daar iets over te schrijven.
Probleem is dat die heel erg intelligente jongeren vnl in de middelbare niet op adequate wijze benaderd worden en daardoor gewoon schoolmoe worden. Of ja, natuurlijk het probleem van nooit gestudeerd te hebben. Sommigen krijgen wel een wake up call maar lang niet iedereen en dat is gewoon jammer, op een universiteit moet je sowieso gemotiveerd zijn om het te halen. En gewoon het besef dat je goed genoeg weet dat je het kan maar niet weet hoe (of je persoonlijkheid je gewoon in de weg zit) lijkt me niet bepaald tof.
Hopelijk mag je je over anderhalf jaar een master in de psychologie noemen! :-)
Een reactie posten