van veel wat

Hello!

Wees welkom op deze pagina. Hij is nog jong, hij is nog fris. Maar we gaan er keihard tegen aan! 


dinsdag 2 november 2021

first time, first love

 De allereerste verliefdheid. Lang heb ik gedacht dat er iets ‘mis’ was met mij. Crushes had ik genoeg, van de ene naar de andere. Geflirt. Wow. Maar echt verliefd zijn, kwam er gewoon niet. Een fysieke aantrekkingskracht kreeg ik gewoon niet, als je bijna veertig bent en nog nooit verliefd bent geweest, ga je je wel vragen stellen. 
Tot ja, ik de ex tegenkwam. De vlam in de pan. « We hebben Stefanie nog nooit zo gezien. » werd hem verteld door mensen die me al jaren en jaren kennen. De toon werd vanaf de eerste minuut gezet: ik liep als een hondje achter hem. Vrienden die me goed kennen zagen me veranderen: « Zo kennen we jou niet. » Én toch was ik het. 
Als ik iemand graag zie, een bijna dolle verliefdheid was op een Marokkaanse kerel, vind ik het leuk om belachelijk veel rekening te houden met die persoon. Cadeaus geven. De eerste voor wie ik dit deed was die Marokkaanse kerel, voor de ex ging ik in het begin helemaal over board: alle remmen los. 
Ik kocht pralines, een kaartspel, bewaarde taartjes en koekjes voor hem. Op het personeelsfeest ging ik vroeg naar huis: ongezien voor mij. Een draai van 180 graden want meestal ben ik diegene die de keet afsluit en daarna nog op stap gaat. Mensen wisten niet wat ze zagen. Ook de ex was verbaasd: « Ben je er nu al? » « Ik wou naar jou toe! » 
Het is als Madonna en Sean Penn, hij is mijn Sean. Al heel snel voelde ik dit aan. 
Als ik naast hem zat, of hem gewoon maar zag leek er een magnetisch veld rond hem te zijn die me naar hem zoog. Dat is pas echt verliefd zijn. ‘s Morgens doen alsof je slaapt, hij was wakker maar liet me gewoon op z’n borst liggen. Vaak sliep ik daar in, vaak werd ik daar wakker. Op een betere plek kan je gewoon niet wakker worden, en ik deed alsof ik nog sliep. Heel vaak moest hij me van zich wegtrekken. « Mmmmmm! », als een baby wou ik hem niet loslaten, werkelijk. Echt een baby die maar niet wilt loslaten. En dat gebeurde iedere keer « Nu moét je ECHT opstaan. » « Mmmmmm! » 
Het was alsof er een oergevoel van heel diep dat je normaal beheerst de overhand nam als ik daar lag. Achteraf sta je ervan te kijken hoe je je alweer vol-ledig hebt laten gaan, alle oerdriften los, er stond geen enkele rem meer op. Ocharme, hij moet nogal getrokken hebben om me van zich af te krijgen: « Nee! Nee! Nee!» met al m’n krachten liet ik maar niet los. Ergens was het wel schattig: ik werd weer een baby. 
Soms dacht ik: het moet toch zo ontzettend saai zijn voor hem dat ik daar gewoon maar lag. Muisstil omdat ik geconcentreerd enkel z’n hartslag wou horen (er is een reden waarom ik als eerste al heel snel die hartstoornis heb ontdekt, wat dacht je?). Een keer trok ik m’n stoute schoenen aan en vroeg het hem vlakaf: « Is dat niet saai voor jou? » « Nee, ik vind dat wel leuk » Ik trok grote verbaasde ogen « Waarom? » « Het is zo intiem »  kràk, kràk, kràk hetzelfde antwoord dat ik in mijn studententijd m’n fantasiebeeld liet zeggen. Je weet niet wat je hoort. Dan vraag je je af: ik heb dit toch nooit op m’n blog geschreven? Hij kan toch niet in mijn persoonlijke documenten want die zijn op slot met een wachtwoord? Je weet echt niet wat je hoort. 
Eigenlijk is dit het allergrootste compliment dat ik iemand kan geven is op dat fantasiebeeld te lijken. 
Hondjesgedrag. Hij ging naar de koelkast en op automatische piloot liep ik hem achterna « Je lijkt echt een puppy. » « Euhm. » Hij vertelde me dat ik dit de eerste avond al deed: « Ik ging drank halen, je liep achter mij. Ik ging buiten een sigaret roken, je liep achter mij. » Dàt was de reden waarom mensen tegen hem zeiden: « Zo hebben we Stefanie nog nooit gezien. » 
Het meest beschamende: ik maakte een poster van hem op mijn werk. Het is een prachtige man om te zien « Ah, les beaux gosses! » reageerde een man nadat ik een foto liet zien. » Ik maakte dus een poster, alle dames enthousiast rond mijn bureau: « Die moet eigenlijk groter! » Diezelfde avond vertelde ik het hem: « Allé, da’s nu toch wel overdreven. » was zijn reactie.
Wat eigenlijk toen al bizar was, was dat de moeder die poster wou meenemen naar huis, moest ik een nieuwe poster afdrukken. Het was een poster van haar zoon in profiel (ik had die stiekem getrokken) met halfopen hemd. Dat m’n vrouwelijke collega’s enthousiast waren, begrijp ik, maar voor een moeder best raar.
Een heel lange tijd waren we onafscheidelijk, we voelden ons het beste in elkaars gezelschap. Elkaars zinnen afmaken, de ene vulde de andere aan. 
Kruipen in m’n lievelingsplekje in de hele wijde wereld, op z’n borst, en niemand kon me nog raken. Hij wìst dat. Hij vertelde me dat ik ‘s nachts onrustig zat te woelen, hij nam me bij zich en meteen als bij toverslag werd ik kalm « Zelfs in je slaap word je er kalm. » Daar schrok ik KEIHARD van. Het is mooi maar ONGELOOFLIJK. Helemaal over je toeren zijn, bij hem kruipen en instant kalmeren alsof je een kalmeringsshot krijgt dat direct inwerkt en eigenlijk voor paarden is bedoeld. Ontzettend verliefd zijn. 
Vaak keek ik stiekem naar hem: « Ben je weer aan het loeren? » Dan begon ik te giechelen en verstopte m’n hoofd snel bij hem. Betrapt! Urenlang aan de telefoon hangen, elke pauze bellen. 
Telefoneren deed hij niet graag: telefoonangst. Met mij wel. Geen van beiden wilden opleggen. In droevige of rare tijden: steun hebben aan elkaar. Je maakt iets mee en meteen naar elkaar bellen. Hij voelde aan als mijn soulmate, als mijn warm dekentje. Tweelingszielen. Allebei uit de Germaanse, allebei muziekfreaks, allebei iets met Japan hebben, allebei kleine eters, allebei expressief, er is zelfs een fysieke gelijkenis. Voor elkaar geboren te lijken zijn. 
Heel jammer. 
Voor mij is hij de meest mysterieuze man die ik ooit heb ontmoet. Wat van pas komt: ik raak snel verveeld anders. Hij zei me: « Zo moeilijk ben ik niet te lezen. Ik ben eigenlijk een open boek. » Euhm, nee. Na al die intense tijd samen heb hem ik nòg niet doorgrond. Ja, sommige zaken kon ik wel voorspellen maar meestal verbaasde hij me. 

Hij is de persoon die me vleugels kon geven. Het is niet ‘ ‘n beetje verliefd’, het is héél verliefd. Normaal gezien gaat verliefdheid over na zeven maanden. Het bleef maar duren en duren en duren. 




Geen opmerkingen: