van veel wat

Hello!

Wees welkom op deze pagina. Hij is nog jong, hij is nog fris. Maar we gaan er keihard tegen aan! 


dinsdag 27 september 2022

plekken die verdwijnen

 Ik heb het soms moeilijk, heel moeilijk, als ik winkels, panden uit m’n jeugd zie verhuizen of zelfs volledig verdwijnen. De hardste pil was m’n oude school, Instituut Dames van het Christelijk Onderwijs, een nieuw onderdak zien krijgen. De Openbare Bibliotheek aan de overkant gelegen in de Lange Nieuwstraat die is er al lang niet meer. 
Vandaag liep ik in de stad rond - Antwerpen dus - en schrok keihard toen ik zag dat de In Den Olifant (we zeggen gewoon ‘Den Olifant’) verhuisd was. Dit kàn niét. Den Olifant is dé Antwerpse speelgoedwinkel. Als kind werd je gewoon al vrolijk als je er maar voorbijwandelde. Dat het nu niet meer in een straat ligt die je automatisch makkelijk passeert, ja, dat vind ik best spijtig voor het nostalgisch kinderhoekje. En wat ik ook raar vind, er zijn zo weinig speelgoedwinkels in de stad. In mijn jeugd ging je naar Den Olifant of de Christiaensen op de Meir. Wat is daarmee eigenlijk gebeurd? 
Restaurants die verdwijnen: Hungry Henrietta, Dock’s Café, dat waren vaste waarden in het Antwerpse. Den Engel doe je toch ook niet zomaar weg, dan krijg je pas een volksopstand te zien! 
En wat ze voor mij direct opnieuw mogen invoeren, liever nog vandaag dan morgen, zijn de oude cinema’s in de stad. Herinner je je nog die tijd waarin je keilang, echt keilang kon het zijn, buiten stond aan te schuiven voor een ticket en soms kreeg je na een half uur wachten te lezen: volzet. Je keek nog naar de plaatjes om een film te kiezen. Op basis van foto’s besliste je gewoon! Het Astridplein mogen ze dan ook meteen opnieuw heraanleggen tot de mooie bloementuin van weleer en van Antwerpen weer een Kinemastad maken. Tja. 




maandag 26 september 2022

onvergetelijke droomreizen


(een safari is sowieso de beste reiservaring die ik ooit had!) 

Een mens mag blij zijn als ie eenmaal een reis van z’n leven kan beleven. Ik heb er inmiddels vier. De euforie en dankbaarheid alom. 
M’n eerste keer op reis zonder m’n ouders was zo’n reis. Kris kras door Italië met de trein, onvergetelijk en ik moest nog 16 worden. Nachttrein van Berchem naar Ventimiglia, het avontuur begon al in diezelfde trein waarin we verbroederden met Italianen. Ik had die reis niet eens zelf uitgekozen. Hoe ging het: in het boekje van jongerenreizen ‘Sporku’, zag m’n moeder een culturele interrail in Italie staan: « Steffi, is dat niets voor jou? » 

De eerste verre reis in m’n ukkie, naar Japan, was ook dé reis: Japan, het land waar ik jarenlang over las, fantaseerde, films over zag, wist mijn heel hooggespannen verwachtingen zelfs te overtreffen. Uit ontroering liet ik de tranen zachtjes vloeien in het metrostelsel van de luchthaven naar Tokio. Ik bén er. De toon was gezet voor een wondermooie reis. De tranen hield ik tegen toen ik het land verliet. Maar ik kom terug, dacht ik bij mezelf. Wat ik ook deed het jaar nadien. 



En dan m’n eerste zwart Afrikareis, een reis om diep te koesteren: de eerste keer op safari en nog belangrijker: de terugkeer naar m’n geboorteland. Drie jaar geleden, dus nog warm in het geheugen. 

 Zopas kwam ik weer toe van zo’n onvergetelijke reis van je leven: een verre reis die ik voor het eerst niet op m’n eentje maakte. Ondertussen was ik het al zo ‘gewend’ om alleen te reizen, wat ik niet deed uit stoerheid of om mezelf zogenaamd te bewijzen: « Kijk mij es als klein opdondertje dat dommer uit haar ogen kijkt dan ze werkelijk is. Zie mij alleen trekken naar de andere kant van de wereld. ». Het was absoluut geen ‘Zie mij es’-verhaal. Heel simpel: ik liet me niet tegenhouden. Om écht eerlijk te zijn: aanvankelijk was ik verwonderd dat men dit moedig vindt. 

Van de recente reis met m’n vriend was er al heel lang sprake, covid kwam er twee jaar tussen. 

Het leidde ons en me weer naar Afrika, zwart Afrika, Rwanda. Ditmaal nòg dichter bij m’n geboorteplek, heel dicht bij m’n eerste back where it all began. Letterlijk stonden m’n vriend en ik in een slaapvertrek uit m’n babyjaren. Misschien vond ik die belevenis het allerbijzonderste van onze Rwandareis. Natuurlijk belde ik diezelfde avond naar m’n ouders: « Mama, papa, we zijn in het weeshuis geweest! » 

Mooi om àlweer een avontuurlijke, wonderlijke, - voor mij ontroerende - reis mee te maken. Mooi én dankbaar.