Ooit heb ik oprecht in astrologie geloofd. Astrologie en andere soort fratsen, zoals pendelaars. Nu heb ik me als Steenbok nooit helemaal kunnen vinden in het Steenbokteken maar dat wijtte ik dan aan een Maan in Ram of een Mercurius in Boogschutter of een .... (zie je, je blijft bezig). Ik was het meisje dat op haar dertiende kon handlezen en dat oprecht deed. Ik krijg 2 kinderen en twee serieuze relaties (een is al achter de rug, nog een te gaan). Ik telde dagen dankzij Numerologie: hopelijk is die vierdag snel voorbij en ik onthield eerder jouw astrologische teken dan je naam. Zo was ik. Tot ik ging studeren en astrologie door mijn Gentse prof filosofie, Johan Braeckman (geweldige prof overigens), vakkundig met de grond gelijk werd gemaakt. Zijn redevoering was een voltreffer net zoals zijn verhaal over homeopathie: men neme een potje vloeistof, men gooit dat in een zwembad, men neemt het potje om weer water uit dat zwembad te halen, dat gooit men opnieuw in een zwembad, men schept alweer het water op in het potje en diezelfde handeling herhaalt men zo'n paar keer. Dat is homeopathie mensen. Een voltreffer, nietwaar? En juist omdat ik me altijd een beetje dom heb gevoeld op het unief (wat doe ik daar tussen al die hogere IQ-mensen?) nam ik toenertijd alles aan wat mijn professoren mij vertelden, zelfs al zou het een flagrante leugen zijn geweest. Maar wat professor Braeckman ons vertelde waren allerminst leugens, astrologie is wetenschappelijk onhoudbaar en net daarom alleen al vreemd om er geloof aan te hechten. Het astrologiemeisje van voorheen was op zoek naar zichzelf en dacht zichzelf te hebben gevonden in occulte wetenschappen. Zij wist toen nog niet dat je elke leer moest wantrouwen die je haarfijn kan vertellen wie je bent, met wie omgaat en waar je heen gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten