Rwanda. Ja, het is een beetje mijn plekje, hé. Ik voelde me er na een dag onmiddellijk thuis.
Mijn achtergrond: ik ben geboren in Rwanda, in het Zuiden, dichtbij het Victoriameer. Bij Burundi. Als heel klein baby’tje ben ik van die streek naar Butare gegaan, naar Kigali naar Gisenyi. Het is heel raar om meer dan veertig jaar later er terug te komen en het weeshuis herkennen! “Dat gebouw herken ik!” zei ik toen tegen m’n geduldig aangenaam reisgezelschap. Het blijft iets wat we delen, een van de belangrijkste momenten in mijn leven, het weeshuis terug bezoeken (het is nu een school) heb ik met hem gedeeld. Dat neemt niemand ons af. Mijn laatste stop in Rwanda als baby.
Ja, ik ben goed terechtgekomen in België. In Antwerpen, bij een Aantwaarpse familie.
Ik heb drie ouders, besef ik sinds een paar jaar. Het is te triest voor woorden maar heb lang niet aan mijn biologische moeder willen denken. Mijn eerste vaste vriend heeft me langzamerhand geholpen om die eerste stap te durven zetten òòk aan haar te denken. Hij brandde een kaarsje voor haar. Destijds vond ik het belachelijk, “Ik ga dat echt niet doen!”, deep down vond ik het mooi en groeide er heel voorzichtig een acceptatie, liefde voor haar. Mijn biologische moeder, typische Ram, bérgen heeft ze verzet voor mij.
Rwanda: pràchtig land. Op een kleine oppervlakte, ongeveer zo groot als België, heb je er savanne. Bij Tanzania. Op safari. Op het Victoriameer, zie je Tanzania. In het Noorden, bij Congo, tropisch oerwoud. Gorilla’s in the Mist doet haar titel alle eer aan. We reden letterlijk door het oerwoud met mist. Rond het Kivumeer is het ook prachtig, idyllisch. En Kigali is a city so clean! Ik had enkel in Japan zo’n propere steden gezien, en dan kom je in Kigali.
Rwandezen: vriendelijk, behulpzaam, discreet, gereserveerd, kalm, respectvol en ‘trots’ (een soort fierheid dat niets heeft te maken met arrogantie). Waardig. Net Japanners. Misschien is dat net de reden waarom ik me meteen in Japan ook thuisvoelde.
Respect, beleefdheid, anderen niet storen, behulpzaamheid, discretie draag ik hoog in het vaandel. Het kan zijn dat het iets is van m’n àllervroegste kindertijd. De plekken waar ik dit het meest heb ervaren is in Rwanda en Japan.
M’n: allereerste trip back to the roots: het was een onderneming. Anderhalf jaar op voorhand was ik bezig met die reis. Tja, je eerste trip naar je geboorteland wil je goed doen. Zodra ik landde in Tanzania kwam er een warm gevoel over me, een gevoel dat ik ervoor nooit had ervaren. Een soort van: “Ja, ik ben thuis”. Heel bijzonder. And oh my god, op de luchthaven van Dar es Salaam (voor een transfer Kigali) stond m’n mond niet stil tegenover het luchthavenpersoneel “Oh, ik ben zo blij dat ik in mijn geboortestreek ben en blabla en blabla”.
Aangekomen in Rwanda, op de luchthaven van Kigali, durfde ik plots niets meer te zeggen. Geïntimideerd! Die gedachte: “Dat zijn keimooie mensen! En zo waardig!” Ik kon maar niet begrijpen hoe ik ook Rwandees kon zijn als ik naar hen keek.
De dag erna voelde ik me meer op m’n gemak.
De tweede keer in Rwanda heb ik gehuild in de luchthaven. Zo blij om weer terug te zijn. Op die tweede reis heb ik Rwanda beter leren kennen. Pràchtig land. En niet te vergeten: gewéldige keuken. Voor de foodies: een echte wijncultuur is er niet. Ik zou er zeker bananenbier proberen.
Met heel veel liefde denk ik aan Rwanda. In onwillekeurige volgorde: Antwerpen, Amsterdam, Parijs, Berlijn, Firenze, Athene, Rio de Janeiro, Kigali, Tokyo, dat is het wel voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten