Al van kinds af aan verslond ik bijna al m’n jeugdboeken zo’n twintig keer, ontleende ik drie keer hetzelfde boek uit de bibliotheek en zodra ik over mijn eigen video-/dvd-recorder beschikte, begon ik aan het (soms ziekelijke) herbekijken van films. Bij elke nieuwe zit werd het vaak beter, ontdekte ik nieuwe elementen. In een interview bekende Geena Davies dat ze samen met haar toenmalige partner, Jeff Goldblum, Beetlejuice (Tim Burton) wel 27 keer had gezien. Ik begrijp dat.
Veel films verdienen (minstens) een tweede zit. Je kan de eerste keer overdonderd zijn, de film de hemel in prijzen en een tweede keer merk je dat je het eigenlijk toch maar helemaal niks vindt. Het zelfs gratuit lijkt. Je laat hem vervolgens jarenlang rusten, geeft het opnieuw een kans en de derde keer weet je alweer waarom je de eerste keer zo in de wolken was. Film blijft een wisselwerking tussen je gevoel, cinematografische elementen, een verhaal, acteerprestaties etc.
Mijn favoriete film is 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick. Op m’n studiootje in Gent zag ik hem als pril studentje voor de eerste keer. Ik was achttien. Fascinerend maar vooral weird, was m’n eerste gedachte. Niet veel later zag ik hem opnieuw en besefte iets bijzonders te hebben meegemaakt. Tussen m’n 18e en 24e zag ik 2001 zo vaak dat ik hem haast kon dromen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten