Geen idee of iedereen dit kent, ik vind het best apart om een, laat staan twee, vriendenkringen te hebben. Vriendenkring, een dame uit de kring (klinkt haast als een sekte, which is not) gaf ons deze naam en sindsdien is het blijven hangen. In 2007 of 2008 stuurde ik hen een kortverhaal waarin ik iedereen probeerde te typeren. Gelukt of mislukt, I dunno, ze vonden het leuk. We hebben Phoebe, een Monica, een Rachel, een Chandler (ik ben een mix van Ross en Rachel met het geekgehalte van Chandler). Een beetje Joey ook, misschien. En mensen die niet in het Friends plaatje passen. 😆
We kennen elkaar al jaren en jaren, hebben de ups en downs met elkaar meegemaakt maar laten we vooral de ups onthouden.
Eerlijk, het is leuk vriendenkringen te hebben. Ik ben er zo dankbaar voor.
De oudste vriendenkring is uitgebreid, een ex van me komt uit de uitgebreide hap (er is dus ook een harde kern in die oudste vriendenkring, jawel, we just go for it). Een soort van grote grote familie, naast de mijne. De jongste - met slechts een jaar of twee vertraging - kleiner. Daarin ook een Monica, ik denk eigenlijk iedereen buiten mij Monica’s. Ondanks ‘verre’ verhuizen ook in die kring contact blijven houden. De jongste is ook al jaren en jaren oud.
Het voelt lekker aan om op je gemak te zijn bij mensen die je kennen. Naast m’n twee vriendenkringen heb ik nog vrienden die me òòk kennen, bij wie ik de teugels kan loslaten, die me in iedere periode whatsoever hebben gezien. "Hèhè, we hoeven nu effe niet alsof doen.”
Ooit heb ik een dna-test gedaan. Ik zou een mix zijn en wou weten van wat. Vooral Keniaans blijkbaar.
De zusters in het weeshuis schreven: je dochter is een mix. Mijn Romaanse neus, mijn natuurlijke rood haar is apart voor een Zwart Afrikaanse. Da’s wat ik merk. Ik ben al zo lang op zoek naar m’n mix. Ik schat Noord- en Zwart-Afrikaans. Vooral Oost-Afrika, daar zag ik voor het eerst mensen die op mij lijken. Valt met geen woorden te vatten hoe leuk dat ik dat vond.
En uit een dna-test bleek een beetje Masaai 😆 Ikkeuh.
Ik werd opgelicht, ordinair opgelicht, vanochtend ontdekt dankzij een online krant waarin men berichtte over wanpraktijken in Belgische Switchwinkels. Waarschijnlijk ben ik opgelicht (ik kan het zelfs niet helemaal bewijzen)
Voordien had ik altijd een goede ervaring met Switch: in 2008 kocht ik er m’n eerste macbook. Een maand voordien had m’n vader een macbook pro in huis gehaald en ik was stikjaloers omwille van dat ding. “Mama, papa! Ik heb een macbook gekocht!” zei ik hen de maand nadien. “ Waar?” “In de Switch!”, destijds vond ik het de beste referentie voor Appleproducten in Antwerpen. Lange wachtrijen, dat wel, niettemin, de service was er goed: na een te korte tijd begaf m’n macbook het door m’n eigen schuld en in no time werd dit gefixt.
Het volste vertrouwen had ik in Switchwinkels, kocht er een iPod Touch (bestaat dit nog?), accessoires. Zowel m’n ouders als ik kon je daar wel es treffen.
Met m’n verhuis naar Brussel raakte ik de ‘connectie’ met Switch min of meer kwijt tot ik vorig jaar na misschien wel tien jaar de Switch van weleer opnieuw binnenstapte. Voor een beschermhoes en een screenprotector. Anders dan ik had verwacht, werd ik heel snel bediend en op de koop toe (op dat moment was ik er zélfs blij om) maakte men er gewag van een verzekering.
Wacht nog even voor je me een naïeve kip noemt, in 2014 had ik zo’n verzekering (diefstal, schade) genomen. Maandelijks een bedrag rond 10 euro, en eerlijk, het gaf me een zekere gemoedsrust. Nooit last mee gehad. Toen ik, de uiterst tevreden klant, er weer achter vroeg bij een volgende aankoop, kreeg ik als antwoord: “Nee, dat doen we niet meer.” Ik was dus eigenlijk dé vragende partij voor zo’n verzekering. En wist ik veel dat Switch was overgenomen.
Mij hebben ze dus vorig jaar in de luren gelegd, het meisje dat uiterst tevreden was met zo’n verzekering.
Het ging heel snel, ik was oprecht dankbaar dat ik het weer had en sprak dit ook uit: “Ik ben vooràl blij dat ik weer zo’n verzekering heb.”, ze moeten achter m’n rug de slappe lach gekregen hebben, waarschijnlijk. M’n handtekening zette ik met plezier. Jaja, lachen.
Aanvankelijk klopte het tot er na een tijd hoge bedragen van m’n rekening gingen. Sfam en Cyrana. Die konden zelfs op minder dan een tweetal weken volgen dus dan krijg je een vermoeden dat er iets niet klopt. Na getelefoneer en gemail bleek het terug te gaan naar die verzekering bij de Switch.
Anders dan bij andere gedupeerden werd dit bij mij meteen stopgezet, na telefoons/mails. Daarna wou ik geld terugeisen omdat ik voelde dat het niet klopte, maar na een zoveelste telefoon waarin je het niet zwart/wit kunt bewijzen heb ik het zo gelaten. Om meer dan 60 euro waarvan ik niet weet of het terecht is of niet, gaat het niet.
En bewijs 60 euro maar es.
Een ding: het was best shocking vanochtend dit te lezen.
Ik was al vrij vroeg Engelstalige muziek aan het beluisteren, buiten Herman Van Veen en Kinderen Voor Kinderen werd er in mijn jeugd niet naar Nederlandstalige muziek geluisterd, en naar Belgisch Nederlandstalige nummers al helemaal niet. Tien Om Te Zien is zo bijna volledig aan me voorbij gegaan. Clouseau heb ik pas leren kennen toen we met de klas al hun nummers gingen playbacken (eerste album). Als het haantje de voorste dat ik toen was (Mr. DeMille, I’m ready for my close-up), kroop ik in de huid van Koen Wauters. De gelijkenis was treffend. Misschien net iets minder dan die twee andere meiden die zich toen een namiddag lang Koen Wauters waanden.
Maar eigenlijk tot Robbie Williams met Take That voorbijkwam, ontging me het bakvisfandom. Niet dat ik Take That goed vond, ik vond Robbie Williams knap.
Vanaf mijn kleuterjaren plaatste m’n moeder m’n broer en ik voor de televisie om naar alle (buiten Tien Om Te Zien that is) muziekprogramma’s te kijken. Sabrina en Samantha Fox vond m’n moeder maar vulgair, met m’n zeven jaar was ik te jong om dit te begrijpen. Hoezo? Met Barbarella vrolijk meezingen (“We cheer you up, cheer you up, cheer your up in The Pin-Up Club” Hoe verzin je het?)
Wat ik me ook nog levendig kan herinneren: The Making of Thriller. Eerst had je Thriller, die meesterlijke clip (volgens velen en mij de beste clip ooit gemaakt) die honderd keer per dag voorbijkwam, daarna dook de documentaire voortdurend op: de eighties was het decennium van Michael Jackson: he owns the eighties.
Later toen ik tien of elf was, stapten m’n klasgenoten ook mee over op de Engelstalige muziekwagen. Dirty Dancing werd op schoolreis geplaybackt en wil je wel geloven dat ik vergeten ben welk nummer ik van de soundtrack lip-syncte?
Verder weet ik het nog allemaal welke nummers ik bracht in m’n jeugd: Buffalo Stance, Neneh Cherry (constant! Ik kan het nog steeds lip-syncen), This Time I Know It’s For Real, Donna Summer, Hand On Your Heart, Kylie Minogue (ook constant! Dat was mijn paradepaardje), Black Velvet, Alanah Myles, Physical, Olivia Newton-John en last but not least meermaals Like a Prayer, Madonna. Joyride van Roxette wil ik eigenlijk vergeten.
Like a Prayer
Een leuk momentje: op vakantie werden ik en nog een paar andere gasten willekeurig eruit gepikt om ‘s avonds mee het spektakel te verzorgen. YMCA moesten we playbacken. Hoe camp dit nummer ook mag zijn, het was een topmoment.
Samen met boeken, theater, scouting en - wat iedereen ook mag denken - sport (het is niet dat iedereen erbij was ofzo 😆), speelde film een grote rol in m’n jeugd. Sommigen mensen dùrven wel es arrogant en misplaatst te beweren dat ik nooit goed was in sport. Dit is de waarheid bijzonder veel geweld aandoen. Makkelijk: een ander afzeiken terwijl je geen idee hebt.
Een gemiddelde balletdanser was ik, jazzballet ging vlotter om een of andere reden. Regelmatig fietstochten, iedere donderdag zwemmen (in de kleuterklas zat ik op zwemles), wat ik echt niet kon, echt niet graag deed, zijn balsporten: ik ben bang van de bal, heb er geen zicht op. M’n grootste talent: boogschieten. Ik ben een soort Robin Hood. 😆
Tussen haakjes: op klassiek ballet werden me voor het eerst lichamelijke complexen aangepraat die geen steek hielden: “Je moet je schouders naar beneden laten hangen want je hebt een korte nek.”, “Je bent niet zo sierlijk, gracieus.” (de ironie wilt dat dit later m’n voortotem zou worden), zulke zaken zeg je niet tegen een kind.
De Russische dans uit de Notenkraker brachten we voor een publiek. Het zal wel ongeveer zo zijn geweest. Nee, natuurlijk niet.
Film speelde een van de hoofdrollen in m’n jeugd, ik kan me niet anders herinneren dan dat we regelmatig naar de Antwerpse Zoo gingen, het theater en de bioscoop, zowel in het commerciële als alternatieve arthouse circuit. Geen idee of Jekino heel bekend is, Jekino, kort samengevat, Pathé Arthouse voor jeugdfilms. Zo gingen we in de Jeugdbioscoop in de Cartoon’s Jekinofilms zien, heel arty farty voor de kids eigenlijk.
Kind aan huis waren we bij de Jeugdbioscoop dus ik moest niet eens veel moeite doen om jurylid te worden van het allereerste Europese Jeugdfilmfestival in ‘89. “Stefanie die kent het wel ondanks haar prille negen jaar.” Het jongste jurylid.
Als je zoveel Jekinofilms bekijkt, merk je het verschil tussen arthouse en commerciële films in de grote bioscopen om en bij De De Keyserlei. Je trok erheen met een andere ingesteldheid, andere verwachtingen. Deep down voelde ik me het meest aangetrokken tot Jekino, Disneytekenfilms buiten beschouwing gehouden (uitz. dé nachtmerrie horror animatie The Black Cauldron. Wat was dàt voor pure horror totaal ongeschikt voor het beoogde publiek op het grote scherm. Hier en daar lees ik soms commentaren van inmiddels veertigers die zich nog levendig de horror en angst van destijds in de bioscoop kunnen herinneren, van een film die terecht snel uit roulatie werd gehaald wegens buitengewoon ongeschikt).
Film is altijd een soort passie gebleven. Soms maak ik daar minder tijd voor vrij. De meeste films zag ik tijdens m’n studentenjaren, heel typisch volgde ik in de licenties Filmwetenschap gegeven door professor Van Schoor. De vakken die hij doceerde stonden nog in academische kinderschoenen. Het jaar voordien Inleiding tot de Moderne Media Kunsten: Fotografie, Film en Video Art, ja, ik had voor mezelf twee jaar lang een ‘pretpakket’ aan keuzevakken: Film, Moderne Media Kunsten en Theaterwetenschappen.
In m’n studentenjaren dompelde ik me dusdanig onder in films waardoor ik later een aardig mondje kon meediscussiëren op een internetfilmforum: dankzij die academische vorming wist ik precies waar ik het over had.
Tegenwoordig heb je een massa-aanbod aan films op Netflix, Disney + en noem maar op. Maar ook een tekort aan het type film dat ik het liefste zie: de Jekinofilms voor de jeugd, de Pathé Arthouse films voor de volwassenen, oude Hollywoodklassiekers, Europese en wereldcinema. Vroeger reed ik hiervoor met m’n brommer naar, bijvoorbeeld, de giga Video Library. Dat soort videotheken bestaan niet meer, dus word je verplicht om dvd’s te kopen als ze al niet uit roulatie zijn gehaald. “Mevrouw, er is geen vraag meer naar.”
De Fabeltjeskrant zou het beste zijn wat de Nederlandstalige televisie qua jeugdprogramma’s heeft voortgebracht. Daar ben je dan toch mooi mee opgegroeid, denk ik stiekem bij mezelf. Geniaal programma die drie reeksen kende: de eerste liep van ‘68 tot ‘72, de tweede van ‘85 tot ‘89 (mijn reeks dus) en de derde van ‘89 tot ‘96) (op RTL 4). Heerlijk om nostalgisch te doen met mijn kindertijdgeneratiegenoten, allen naar dezelfde programma’s kijken. “Merlina!” “Jaaah!”, zo gaat dat dan. Heel mooi bezongen in Krvraagetaan van de Antwerpse Fixkes.
Waar ik me wel over verbaas, het lijkt alsof ik echt heel veel televisie keek. Best vreemd aangezien ik nog veel andere zaken deed. Misschien had ik toen de gave om drie levens in een te stoppen. Naast school, verslond ik boeken. Een boekenwurm werd ik genoemd, verslond massa’s strips, tijdschriften, bijzonder veel naar de radio geluisterd, ik zat jarenlang op ballet, later atletiek, ging op woensdagmiddag en zaterdagochtend naar de tekenschool, heel veel het theater, bioscopen, zondagochtend scouts, scoutskampen, sportkampen (atletiek, zeilen, windsurfen, kajak), Antwerpse Sportweken (zwemmen, jazzballet), speelplein, zaterdagen in muziek- en boekenwinkels rondhangen, dictie, voordracht, bibliotheken, videotheken (kent iemand nog de destijds beste, gi-gan-tische videotheek van Antwerpen, de Video Library? Waarvoor je heel veel lidgeld moest betalen. Ik ging erheen voor het betere arthouse werk dat je nergens anders vond), vakanties met m’n ouders, enzovoort enzovoort. Veel, veel, VEEL dus. Waar haalde ik die tijd vandaan?
Misschien helpt het dat ik als kind makkelijk twee zaken tegelijkertijd kon: deed m’n huiswerk, terwijl ik naar de radio luisterde (radio Antigoon natuurlijk, Antwerpen, hé. Later Studio Brussel. Minerva speelde bij m’n grootouders), las een boek terwijl ik televisie keek (hoe ik dàt deed, begrijp ik niet). En blijkbaar keek ik dus veel televisie, het lijkt wel of ik zowat alle programma’s heb gezien, wat natuurlijk onmogelijk is.
Dat soort jeugdsentiment is als een aangenaam dekentje: je wordt helemaal warm wanneer je die intro’s bekijkt. De intro van ‘Hey, kom naar smurfenland’ doet me niets want die is van ‘na mijn tijd’. ‘Ergens hier ver vandaan waar paddenstoelenhuisjes staan, daar woont een volkje vrij en blij.”, dié is em. Daar ga ik vrolijk van knikken.
Een leuke greep:
De Smurfen
Vrouwtje Theelepel
Bouba, werd ook gewoon Nederlands gesproken, hoor.
“Ik mis het echt, reizen.” zei ik onlangs tegen mijn psychologe: “Ik mis het ÉCHT ÉCHT!”. “Wow,” zei ze: “dat klinkt best serieus.” “Maar ik meen het dan ook.”
Ik zeg enkel zaken die ik meen. Als ik iemand een compliment geef en die persoon vraagt me: “Vind je dat werkelijk?” “Tuurlijk anders zou ik dat niet zeggen. Waarom zou ik het anders zeggen?” Anderzijds kan het ook de andere kant opwaaien: “Jij kan echt wel slecht tekenen. Ik heb zelden iemand zo slecht zien tekenen.” En dan volgt het ongeloof: “Jij dùrft wel om zoiets te zeggen.” “Maar ik meen het dan ook.” Alsof dat het niet erger zou maken. Eerlijk, ik ben me van geen kwaad bewust.
Je kan het ook positief bekijken, jaren geleden zei een vriendin me: “Jij bent een van de mensen naar wiens mening ik vraag. Omdat ik weet dat die doordacht en oprecht is.”
Ik vertrek algauw naar Parijs, sinds augustus 2020 heb ik - afgezien van een zomertrip naar m’n ouders - geen reis meer ondernomen. Geen citytrip, geen langere reis, geen dagtrip in eigen land. Nada. Niente. Floccinaucinihilipilification.
Een keertje wou ik nog es naar Amsterdam en toen ging die stad op slot. “Sinds de corona leef ik op een vitesse lager.” zei een collega/vriendin me, een normaal heel ondernemende meid die er haar hand niet voor omdraait alleen naar Rio de Janeiro, Kigali te trekken. “Ik ook.” moest ik beamen. Op het werk zijn we met vieren, de alleenreizigers. Een blijft wekenlang netjes binnen Europa, met z’n neus het avontuur achterna, drie van ons zoeken verdere oorden op. Het schept een bijzondere band als je weet: zij is ook alleen in Rio (net als ik zélfs in een favela!) en Kigali geweest, hij is ook alleen in Rio, Tokio en Seoul geweest. They know what it is.
Vroeger had ik een soort deal met mezelf: minstens een keer per jaar in Parijs te vertoeven. Toen kwam corona. We gaan gewoon alles en alles op corona steken. Tja, corona, je hebt het dan ook mooi aan jezelf te danken dat de mensen je niet graag zien komen.
Hopelijk heeft Parijs me net zo hard gemist als ik haar.
Ik kan er niets aan doen, ik kan het gewoon niet helpen, eerlijk gezegd - en ik weet best hoe belachelijk dit klinkt - de ‘split up’ tussen Jason Momoa en Lisa Bonet heeft me geraakt. Als andere celebrity koppels uit elkaar gaan, I don’t really care that much. Tenzij ze zich zo - kan het erger? - uitdrukken als Paltrow en Martin met hun ‘conscious uncoupling’. Hoe verzin je dit soort zogenaamd diepzinnig gelul? Ah ja, The Goop.
Meestal, I don’t care dus. Het vrij recente bericht van Lisa en Jason heeft me toch geraakt.
Lisa Bonet moet zowat een van de coolste dames van de 80’s, 90’s zijn. Jason Momoa, 12 jaar jonger, zag haar in The Cosby Show - ik denk dat we toen allemaal Lisa Bonet in The Cosby Show hebben gezien - en hij wist: dit wordt mijn vrouw. Blijkbaar heeft ze dat effect wel es op anderen: Lenny Kravitz dacht hetzelfde toen hij haar op een cover zag, we kennen de geschiedenis van Lenny en Lisa.
Lenny en Lisa leken een match made in heaven. Alleen had Lenny nogal moeite om trouw te blijven. Zacht uitgedrukt. Jason en Lisa leken ook voor elkaar gemaakt tot - en dat maakt het des te pijnlijker - corona op het podium kwam. De ‘actor’ op het podium waaraan we allemaal een bloedhekel hebben. Lisa Bonet is al sinds haar jonge jaren een uitgesproken antivaxxer en een aanhanger van twijfelachtige complottheorieën. Op YouTube terug te vinden. Jason is dat niet.
Toen ik het bericht opving over hun scheiding met bijhorend statement over ‘veranderde tijden enzo’ wist ik meteen waar de lamp brandde: eerder las ik al over Lisa’s radicale alternatieve ideeën. Gaandeweg sijpelde het nieuws door dat inderdaad dit een belangrijke oorzaak was. Hopelijk zijn er nog andere zaken in het spel want om na 16 jaar uit elkaar te gaan (en niet te vergeten met twee prachtige kinderen) enkel omwille van een vaccinhouding vind ik zwaar overdreven. Dan ben je elk gevoel voor redelijkheid kwijt.
Maar, eigenlijk, I don’t blame them: sinds 2020 the world has gone crazy.