In een tijdspanne van nog geen half jaar vernam ik twee keer het verschrikkelijke nieuws dat zowel een vriend als een kennis van me zelfmoord hadden gepleegd. De ene een twintiger, de andere een zestiger, op de gruwelijkheid staat geen leeftijd. Je stelt je soms voor dat mensen die zich van het leven beroven vereenzaamd zijn, zich aldoor intriest gedragen. Dat dit een cliché is en in vele gevallen niet opgaat, heb ik nu echt wel ondervonden: beiden leken alles mee te hebben. Een vlot aantrekkelijk voorkomen, een grote vriendenkring, financieel ging het hen voor de wind, een stijlvol aimabel karakter met een fijnzinnige humor. Warme personen die je een goed gevoel gaven. Dit deden ze voor jou, maar duidelijk niet voor zichzelf.
Zelfmoord moét nog meer uit de taboesfeer geraken, zelfmoord moét nog meer bespreekbaar worden. Want ik kan me niet van het “wat als”- gevoel ontwaren.
Met dit blogbericht probeer ik alsnog, rijkelijk te laat, iets van betekenis te schrijven voor die twee liéve liéve mannen die zo lief en behulpzaam waren voor anderen maar niet voor zichzelf.
Ik ben op safari geweest. Euh ja, en dan nog es in een van de safarilanden bij uitstek: tussen Zuid-Afrika, Kenia en Tanzania, koos ik voor het laatste. Eerder toevallig.
Het feit dat ik op safari ben geweest ben, is hoe ongelovig dat ook mag klinken, ook toevallig. Het is niet iets waar ik van droomde ofzo, niet iets dat op m’n bucketlist stond. Voorheen zag ik wel filmpjes voorbijkomen van mensen op safari en dat zag er allemaal heel cool uit (hoe kan je dat niet cool vinden?) maar het speelde geen seconde in m’n gedachten dat ik daar ook in een jeep zou belanden. Het was zoiets van, ‘da’s iets wat andere mensen doen’.
Tot ik dus een rootsreis plande naar m’n geboorteland, Rwanda. Die rootsreis was ook weerom toevallig, had te maken met een DNA-test om het heel vaag te houden. Aangezien het mijn eerste keer Rwanda zou zijn als Rwandees adoptiekindje had ik geen idee hoe ik die reis zou beleven, je kan gerust zeggen dat ik een grove gok waagde. Bovendien ging ik alleen: niet alleen een grove gok, ook een vrij dwaze gok. Om me tegen de allerslechtste reiservaring ever te wapenen, besloot ik om er nog iets aan bij te breien, kwestie van het gemoed wat te verlichten indien nodig (iets wat overigens helemaal niet nodig bleek te zijn; heb Rwanda als niets minder dan fantastisch ervaren). Tanzania leek vrij veilig en dichtbij. Verder hoef je die keuze voor Tanzania niet te zoeken.
Als ik eenmaal in Tanzania ben, dacht ik, kan ik er evengoed op safari gaan. Het moge door bovenstaande uitleg duidelijk zijn dat ik niet doelbewust voor een safari koos (daarna ben ik nog naar Zanzibar getrokken, louter en alleen omdat het ook in de buurt is en een collega erover vertelde. Het was dus allemaal toevallig).
Alhoewel een safari niet op m’n bucketlist stond, er nooit van droomde, werd het m’n beste reiservaring tot dusverre. En dat schrijf ik gerust op, ik die huilde van ontroering om éindelijk in Tokio te mogen zijn. Nothing compares to a safari. Het is zoals een concert van Prince: je gaat van hoogtepunt naar hoogtepunt en je kan niet geloven dat je dat allemaal mag meemaken.
De eerste adrealineshot kwam er al toen m’n gids in jeep en in full safari gear me in m’n hotel kwam ophalen. Velen nemen een snelle vlucht naar een safarigebied, hierdoor kan je veel tijd inwinnen en toch: die drie, vier uur waarin je steeds verder van de stad het gebied van de dieren inrijdt, alleen dat ‘deed’ al iets met me: de spanning, de angst, het nieuwsgierige, het onbekende van going into wild nature waar dieren wonen (bovendien loont het ook de moeite om de dorpen en de natuur te zien). Dat was een eerste hoogtepunt en daarna volgden er nog velen.
Onze gids was bijzonder onderlegd: een bioloog met 15 jaar ervaring als wildlife gids die ook nog es andere gidsen had opgeleid, leeuwen, primaten had bestudeerd en zoveel ens. Hij had nog net geen PhD in het wildlife gidsen, zeg maar. Ons programma gooide hij door elkaar om ons een ultieme ervaring te geven, dat bleek achteraf. We begonnen ‘voorzichtig’ met de boat safari waar we ‘high’ van terugkwamen want we hadden krokodillen, nijlpaarden en de mooiste zonsondergang gezien. Daarna dronken we een biertje in het enige dorp tussen de locale bevolking. We konden niet wachten op de volgende dag.
De eerste game drive werd tot onze verrassing nog beter: genieten van de gigantisch mooie interessante natuur waarin de gigantisch mooie interessante beesten hun ding doen. Vanaf de eerste dag op de boat safari werd het me al duidelijk dat het heel bijzonder is, wildlife in hun natuurlijke habitat te bekijken. Die tweede dag kwam ik helemaal tot besef wat voor privilege het niet is om het natuurlijke gedrag van wildlife vanop een afstand te mogen zien. En diezelfde avond kwamen er een aantal knobbelzwijnen onze lodge terrein ingelopen.
Ik ga er niet stoer over doen, natuurlijk was ik bang. Goed dat ze vakkundig werden weggeknuppeld. Nee, de waarheid is dat we het net geweldig vonden om tijdens ons diner knobbelzwijnen bij onze lodge aan te treffen (ze gingen eerder zelf weg). Midden in de stilte van de natuur. En dan het geluid van dieren heel vroeg in de ochtend te horen. Om maar niet te spreken van de vogels die rond je lodge vliegen.
De volgende game drive begonnen we er met nòg meer enthousiasme aan.
Dankzij m’n onderlegde gids reden we op de derde dag naar plekken waar bijna niemand kwam. Dààr zagen we de allermooiste taferelen: nijlpaarden op het land tussen vogels, leeuwenwelpen onder de schaduw van een prachtige boom, zoveel dierenfamilies. Onze lunch tussen de giraffen. Dat gevoel om zo verbonden te zijn met de natuur, andere dieren, was overweldigend.
Die safari was een paar dagen van stil te staan bij jezelf, de natuur en de andere dieren om je heen. Wondermooi.
Gisteren was het 10 jaar geleden dat Yasmine besloot om niet meer verder te gaan.
Eigenlijk kende ik Yasmine niet goed. In de jaren ‘90 zag ik haar als een Tien Om Te Zien/VTM-ster (waar ik eigenlijk niet naar keek). De overgang van het lichtvoetige naar het artistieke werk heb ik gemist (al zag ik haar wel es op Zuiderzinnen optreden met Nederlandstalige covers van Leonard Cohen. Ik denk toch dat het Leonard Cohen was).
Later kwam ze net iets dichterbij, zoiets als een six degrees van Kevin Bacon, al ging het toen slechts om een degree. En in die periode leerde ik ook een goeie vriendin kennen, die fan is van Prince (that was the first reason why we connected) en Yasmine. Samen gingen we in het vroege voorjaar van 2009 naar een concert van Yasmine.
Dat was een bijzonder concert. Pas daar leerde ik haar kennen als een artieste met diepgang, iets wat ver afstond van m’n voormalige perceptie van haar. Ik was om. Tijdens de pauze werden we getrakteerd op een drankje en een leuk gesprek met schoonouders en ouders van de optredende artieste. Na het concert met eerst de band buiten te hebben gesproken, ook weer via een one degree van Kevin Bacon, kwam als kers op de taart Yasmine alleen naar buiten.
Niet zo heel lang ervoor had ik haar es in gezelschap kort gesproken en mijn goeie vriendin met wie ik naar het concert ging, had haar een paar dagen ervoor geïnterviewd. “Toffe madam,” zei ze erover “Echt, toffe madam!”
We zagen haar alleen naar buiten komen en grepen onze kans om een gesprek aan te knopen. Wat er volgde was een memorabel tof bijzonder open gesprek met haar. Ik kan het niet anders dan heel tof en heel open noemen. Wat je na haar zelfmoord leest, vertelde ze ons toen ook. Dat ze een nieuwe weg wou betreden, weg van het commerciële circuit. We hebben over veel zaken gesproken maar vooral haar openheid is me bijgebleven. Haar openheid én de plannen die ze had. Natuurlijk hebben we haar veel succes toegewenst met de nieuwe richting die ze wou volgen. M’n vriendin en ik liepen lachend naar huis “Ja, écht een toffe madam!”
Nog geen half jaar nadien las ik dat ze zelfmoord had gepleegd.
Dat verschrikkelijke nieuws kwam op dezelfde dag als de dood van m’n eerste jeugdidool, Michael Jackson. De weken erna heb ik vooral geblogd over Michael Jackson.
Nu 10 jaar later, en hopelijk geen 10 jaar te laat, schrijf ik met gemengde gevoelens een blogbericht over een dame die mij een onvergetelijke mooie herinnering heeft meegegeven.
Ik denk zelfs niet dat je deze brief wou, want je was een bescheiden man. Lief, genereus en avontuurlijk. Ik heb je leren kennen als iemand bij wie ik helemaal mezelf kon zijn. Je liet mensen in hun waarde, en da’s goud waard.
Lieve, lieve René, je hebt genoeg geleden maar weet wel dat iedereen je hier mist. Ik vond je écht zo bijzonder (en ben niet de enige).
Spijt komt vaak te laat. Koester de mensen wanneer ze leven. Ik hoop dit niet meer te vergeten.
Geen afscheid.
Alhoewel K-Pop buiten (Zuid)Oost-Azië alsmaar meer aan populariteit wint, is het genre in België, waar ik woon, nog steeds onbekend. De enige Belg die ik ken die van het genre houdt is de persoon die mij meer dan 10 jaar geleden geïntroduceerd heeft in het genre. En die heeft na zijn studentenjaren amper in België gewoond.
Je leest heel vaak ongegronde negatieve oordelen over het genre. Als alle nummers op Gangnam Style zouden lijken (is voor mij de YMCA onder de K-Pop) dan zou ook ik me er ver vandaan houden. Psy en zijn Gangnam Style mag dan het meest populaire muzikale export product zijn, het is niet wat ikzelf versta onder goeie K-Pop . Ik hou van andere K-Pop.
K-Pop beluisteren en appreciëren kan je niet doen met dezelfde blik en gehoor als Westerse muziek. In ons Westers idee klinkt het te overgeproduceerd, soms kitsch en wat vooral tegen de borst stuit zijn vooral, vermoed ik, de geprefabriceerde modelachtige boysband en girlsbands met hun perfecte danspansjes die wel kunnen zingen maar zelden echt ontroeren met hun stem. In Westerse ogen is het een prefab groep hol, leeg, en van minder kwalitatieve alooi. Da’s ons Westers idee. Maar naar mijn mening is het moeilijk is om muziek van een andere cultuur te beoordelen vanuit je eigen culturele mindset. Of tenminste, je kan toch niet zeggen dat het slechts is, nét omdat je een andere culturele achtergrond hebt.
Ik hou net van de perfectie binnen de k-pop. Het is niet dat het streven naar perfectie muziek kapot maakt. Echt niet.
Van tijd tot tijd en best wel vaak, heb ik een dubbele houding tegenover K-Pop: ik hou van het : de muziek, de idolencultus (ook dat moet je anders interpreteren dan Westerse idolen). Maar heb een hekel aan de uitbuiting, het feit dat je bijna letterlijk geleefd’ wordt: laag gewicht, no dating en te weinig slaap. Ook age is een issue. Madonna beleefde met haar album Ray of Light een van haar zovele pieken. Ze was toen ongeveer 40. In Zuid-Korea ben je dan al heel ver van afgeschreven.
En als een Niet-Zuidkoreaan, behandelen ze je naar het schijnt minder goed. In de K-Pop wereld.
Waar ik zelf nog het allerminst van hou zijn de stalkers. Niet vergelijkbaar en enger dan Westerse stalkers.
En een kanttekeing: in onze Westerse kan je ook wurgcontracten hebben. TLC kan ermee van meespreken.
Ik hou van lijstjes en muziek. Hier is mijn top 50 hitsongs van de twee laatste decennia. Toen ik het schreef stond het recht. De schots en scheve uitkomst is ook voor mij een verrassing.
1. I Feel It Coming - The Weeknd ft Daft Punk
2. I Want You - Erykah Badu
3. Crazy - Gnarls Barkley
4. Through The Wire - Kanye West
5. I Might Be Wrong - Radiohead
6. Diary - Alicia Keys
7. One More Time - Daft Punk
8. Rolling In The Deep - Adele
9. The Time is Now - Moloko
10. A Seven Nation Army - The White Stripes
11. Lady (Hear Me Tonight) - Modjo
12. Get Lucky - Daft Punk ft Pharell Williams
13. Forever More - Moloko
14. Roses - Outkast
15. Pagan Poetry - Björk
16. Crazy In Love - Beyoncé ft Jay-Z
17. La Rock - Vitalic
18. Baby, I’m Yours - Breakbot
19. Runaway - Kanye West
20. My Love - Justin Timberlake
21. F*ck You - Cee Lo Green
22. King Kunta - Kendrick Lamar
23. Push Up - The Freestylers
24. Like I Love You - Justin Timberlake
25. I Want Your Soul - Armand Van Helden
26. Hideaway - Kiesza
27. Humble Mumble - Outkast ft Erykah Badu
28. Mad About You - Hooverphonic
29. Hollereer - De Jeugd Van Tegenwoordig
30. Kiss My Trance - The Subs
31. Dont’t Mess With My Man - Lucy Pearl
32. Anyway - Armand Van Helden
33. No Letting Go - Wayne Wonder
34. Sex on Fire - Kings of Leon
35. Boys - Britney Spears (single version ft Pharrell Williams)
36. Happy - Pharell Williams
37. Tears Dry On Their Own - Amy Winehouse
38. Lose Control - Missy Elliott ft Ciara and Fat Man Scoop
39. Rather Be - Clean Bandit ft Jess Glynne
40. Another Day - Jamie Lidell
41. This Girl - Kungs vs Cookin’ On 3 Burners
42. Slow Jamz - Kanye West ft Jamie Foxx
43. We Found Love - Rihanna ft Calvin Harris
44. Work - Ciara ft Missy Elliott
45. Simple Feelings - Puggy
46. The Magic Key - One T
47. Never Love Again - Anthony Hamilton
48. Coma Cat - Tensnake
49. Dance Wiv Me - Dizzee Rascal
50. Poetic Justice - Kendrick Lamar
Je bent nooit te oud om je je aan een boybandsensatie te vergapen, zal ik maar met de mantel der liefde schrijven. Ondertussen nader ik de veertig, wat me overigens niet doet panikeren. Dat soort onzinnige paniek heb ik vast allemaal opgebruikt in de aanloop naar m’n dertigste verjaardag dat ik toen bewust zo hard heb gevierd dat ik die ‘overgang’ niet eens merkte. Maar ik dwaal af. Want dit bericht gaat over m’n prille lichtpuberale overinteresse in de de Zuid-Koreaanse band BTS.
Laat ik er maar een serieuze draai aan geven om mezelf op m’n eigen blog niet belachelijk te maken en er aldus een verklaring aan geven.
1. De muziek: BTS hoefde me niet te overtuigen om naar K-Pop te luisteren. Iets meer dan 10 jaar geleden ontdekte ik het genre in het regenachtige Dublin (of all places) via een vriend. Instant Love. Twee jaar geleden was m’n voornaamste drijfveer K-Pop om Zuid-Korea te bezoeken. Dat ik ‘iets’ heb met het genre is dus vrij licht uitgedrukt. En dat BTS, voor mij persoonlijk, als de beste K-Pop band klinkt waar ik ooit naar heb geluisterd maakt het absoluut niet moeilijk om verder naar hen te luisteren.
2. De boys: BTS is een zevenkoppige band waarvan ik alle zeven leden gaande van leuk tot uitzonderlijk leuk vind. Dat hoge aantal is op zich is al uitzonderlijk. Don’t blame me, ze hebben iets wat me aanspreekt, aantrekkelijk vind. Op een rij:
RM: (de leider): hoogbegaafde getalenteerde rapper die in interviews charmanter overkomt dan in videoclips. Hij wéét het altijd zo goed te verwoorden dat je denkt van: “Ah, dat heeft hij toch weer goed gezegd!”. Suga: het muzikaal talent dat dagelijks een nieuwe song zou kunnen componeren. Ingetogen, introvert en dan weet hij je plots onverwachts te ontroeren. J-Hope: steengoede danser wiens charisma zich ook beter vertaalt in interviews en live shows. De grapjas die er dan altijd een leuk freestyle dansje bij doet. Jin: mooie jongen, Zuid-Koreaanse Ken (prototype mooie jongen) en hij heeft meer talent dan hij zichzelf toeschrijft. Zeer droge humor (which we like).
Jimin: Oozes, Oozes sensualiteit. Is dat niet genoeg? Hij lijkt op die Zuid-Koreaanse/Japanse flashy modetypes waar ik m’n hoofd met plezier voor omdraai. V: de reden waarvoor ik aanvankelijk, naast de muziek, natuurlijk, gebiologeerd naar het scherm keek. Een onwaarschijnlijke haast onaardse schoonheid. Maar dan zonder enige ‘mooi boy’ allures. Jungkook: ik zou liegen als ik hem niet tot mijn allernieuwste, ditmaal beheerste en gezonde, obsessie heb uitgeroepen. Na m’n eveneens beheerste gezonde obsessie vorig jaar voor Call Me By Your Name, komt Jungkook, zeg maar. Ik had dit blogbericht dus ook evengoed In de ban van Jungkook kunnen noemen.
Ik ben dus fan van BTS, in de ban van BTS, maar wat ik me zeker niét wil noemen is Army. Ja, hun fans worden Army genoemd (zucht). Voor dat soort dingen ben ik écht wel te oud geworden en is ook gewoon mijn stijl misschien niet. De enige Army waar ik met fierheid toebehoor is de Purple Army, de achterban van Prince. En ja, ik ben natuurlijk ook wel een Funkateer. P-Funkaanhanger. Maar het zou waanzin zijn om Prince op dezelfde hoogte te zetten als BTS. Al heb je natuurlijk wel mensen die beweren dat bijvoorbeeld Beyoncé en Justin Bieber beter zijn dan Michael Jackson. Er zijn zo’n mensen.
En daarnaast blinkt die Army ook vooral uit in onvolwassen gedrag: andere artiesten aanvallen bijvoorbeeld. Om simpelweg niets. Toe maar. Monsterlijker gedrag dan de Little Monsters van Lady Gaga. Dus nee, geen Army.
Vroeger hoorde ik wel es van andere mensen dat ze het jammer vinden, dat hun oude school weg is. Met het verdwijnen van je ouwe school verdwijnen er zoveel tastbare herinneringen van zoveel jaren. Dat begrijp ik maar dacht ook: dat zal mij niet gebeuren. Mijn scholen zijn immers geklasseerd als monumenten, plekken die je kan bezoeken bij Open Monumentendag. Daar rààk je gewoon niet aan.
En toch, en toch. En toch las ik twee jaar geleden dat de Dames van het Christelijk Onderwijs zouden verhuizen. Dat was effe slikken. Op de Dames bracht ik m’n kinderjaren en beginnende puberjaren door: van het eerste leerjaar tot en met het tweede middelbaar. Precies wat ik schreef dus, kinderjaren en beginnende adolescentie. Niet echt leuk om te vernemen dat je ouwe school verhuist, al kon ik me er verbazingwekkend snel bij neerleggen. En werd ook erg nieuwsgierig naar de nieuwe invulling van het gebouw.
Die nieuwgierigheid is nu minder, sinds ik recent heb gezien dat ze m’n ouwe school aan het afbreken zijn, en er dus ook die tastbare herinneringen verdwijnen. Van de kapel tot de feestzaal tot wat?
Wat ik niet kan begrijpen is dat men zo’n historisch monumentaal prachtig gebouw gaat ombouwen tot het zoveelste luxueuze appartemencomplex in de stad. Heeft men dan geen enkel respect meer voor de geschiedenis? Het kloosterorde ervoor wel.
Ja, ik ben een fan van Michael Jackson. En ja, Michael Jackson was m’n alleerste idool. En ja, Michael Jackson heeft op me als kind een onvergetelijke fantastische indruk achtergelaten met Thriller en daarna Bad. Maar dat allemaal terzijde, dat betekent nog niet dat ik hem onvoorwaardelijk zou steunen als blijkt dat hij een pedosexueel zou zijn.
Tijdens zijn eerste proces was ik er bijna van overtuigd dat hij alles had gedaan waarvoor hij terecht stond. Waarom? Tja, hij slaapt met kinderen en hij is ‘weird’. En er zijn niet een maar meerdere beschuldigingen. Dus moét hij wel schuldig zijn, was mijn mening. Michael Jackson is Wacko Jacko en nog érger, een pedofiel. Dacht ik toen. Al bleef ik, natuurlijk, wel een grote fan van z’n muziek. Met de tijd begon voor mezelf het ‘Wacko Jacko’-gehalte te vervagen alsook de pedofilie-aantijgingen en ik zag mezelf weer terug als fan. Een fan zonder meer.
Tot hij stierf. Dat voelde verschrikkelijk aan. M’n allereerste idool . Ik hield net geen shrine voor hem. Ook in die periode ben ik me meer gaan verdiepen in hem en dus ook in bijna alles waar hij beschuldigd van werd. Tot m’n verbazing en diepe schaamte kon ik niks anders dan toegeven dat m’n oorspronkelijke vooroordelen op geen feiten gebaseerd waren. Hoe meer je over Michael Jackson leest, hoe meer je begrijpt waarom hij zich zo gedroeg. En hoe meer je over de rechtszaken leest, hoe duidelijker het wordt dat hij wel es met stellen con artists te maken kon hebben. Waar gaat Billie Jean trouwens over?
Sindsdien probeer ik zelf, met vallen en opstaan, niemand te veroordelen tot politie en gerecht hun werk hebben gedaan. Dàt heeft die hele kwestie met Michael Jackson toenertijd en jammer genoeg zijn dood mij geleerd.
En het gaat mij nu niet eens over het feit of hij schuldig is of niet. Wat ik moeilijk kan verteren is dat er iemand publiekelijk aan de schandpaal wordt genageld alvorens die een eerlijk proces krijgt.
Maar ja, dat is iets wat we doen tegenwoordig? Woody Allen en Aziz Ansari kregen ook die behandeling.