dinsdag 7 mei 2019

in de ban van BTS en toch geen Army

Je bent nooit te oud om je je aan een boybandsensatie te vergapen, zal ik maar met de mantel der liefde schrijven. Ondertussen nader ik de veertig, wat me overigens niet doet panikeren. Dat soort onzinnige paniek heb ik vast allemaal opgebruikt in de aanloop naar m’n dertigste verjaardag dat ik toen bewust zo hard heb gevierd dat ik die ‘overgang’ niet eens merkte. Maar ik dwaal af. Want dit bericht gaat over m’n prille lichtpuberale overinteresse in de de Zuid-Koreaanse band BTS.
Laat ik er maar een serieuze draai aan geven om mezelf op m’n eigen blog niet belachelijk te maken en er aldus een verklaring aan geven. 



1. De muziek: BTS hoefde me niet te overtuigen om naar K-Pop te luisteren. Iets meer dan 10 jaar geleden ontdekte ik het genre in het regenachtige Dublin (of all places) via een vriend. Instant Love. Twee jaar geleden was m’n voornaamste drijfveer K-Pop om Zuid-Korea te bezoeken. Dat ik ‘iets’ heb met het genre is dus vrij licht uitgedrukt. En dat BTS, voor mij persoonlijk, als de beste K-Pop band klinkt waar ik ooit naar heb geluisterd maakt het absoluut niet moeilijk om verder naar hen te luisteren. 

2. De boys: BTS is een zevenkoppige band waarvan ik alle zeven leden gaande van leuk tot uitzonderlijk leuk vind. Dat hoge aantal is op zich is al uitzonderlijk. Don’t blame me, ze hebben iets wat me aanspreekt, aantrekkelijk vind. Op een rij:
RM: (de leider): hoogbegaafde getalenteerde rapper die in interviews charmanter overkomt dan in videoclips. Hij wéét het altijd zo goed te verwoorden dat je denkt van: “Ah, dat heeft hij toch weer goed gezegd!”. Suga: het muzikaal talent dat dagelijks een nieuwe song zou kunnen componeren. Ingetogen, introvert en dan weet hij je plots onverwachts te ontroeren. J-Hope: steengoede danser wiens charisma zich ook beter vertaalt in interviews en live shows. De grapjas die er dan altijd een leuk freestyle dansje bij doet. Jin: mooie jongen, Zuid-Koreaanse Ken (prototype mooie jongen) en hij heeft meer talent dan hij zichzelf toeschrijft. Zeer droge humor (which we like).
Jimin: Oozes, Oozes sensualiteit. Is dat niet genoeg? Hij lijkt op die Zuid-Koreaanse/Japanse flashy modetypes waar ik m’n hoofd met plezier voor omdraai. V: de reden waarvoor ik aanvankelijk, naast de muziek, natuurlijk, gebiologeerd naar het scherm keek. Een onwaarschijnlijke haast onaardse schoonheid. Maar dan zonder enige ‘mooi boy’ allures. Jungkook: ik zou liegen als ik hem niet tot mijn allernieuwste, ditmaal beheerste en gezonde, obsessie heb uitgeroepen. Na m’n eveneens beheerste gezonde obsessie vorig jaar voor Call Me By Your Name, komt Jungkook, zeg maar. Ik had dit blogbericht dus ook evengoed In de ban van Jungkook kunnen noemen.



Ik ben dus fan van BTS, in de ban van BTS, maar wat ik me zeker niét wil noemen is Army. Ja, hun fans worden Army genoemd (zucht). Voor dat soort dingen ben ik écht wel te oud geworden en is ook gewoon mijn stijl misschien niet. De enige Army waar ik met fierheid toebehoor is de Purple Army, de achterban van Prince. En ja, ik ben natuurlijk ook wel een Funkateer. P-Funkaanhanger. Maar het zou waanzin zijn om Prince op dezelfde hoogte te zetten als BTS. Al heb je natuurlijk wel mensen die beweren dat bijvoorbeeld Beyoncé en Justin Bieber beter zijn dan Michael Jackson. Er zijn zo’n mensen.
En daarnaast blinkt die Army ook vooral uit in onvolwassen gedrag: andere artiesten aanvallen bijvoorbeeld. Om simpelweg niets. Toe maar. Monsterlijker gedrag dan de Little Monsters van Lady Gaga. Dus nee, geen Army. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten