maandag 27 februari 2023

gelukkig in het ziekenhuis

 De voorbije negen dagen waren een rollercoaster van emoties, gebeurtenissen voor me, een rollercoaster waar je - believe me - ECHT niet in wilt zitten.

Zaterdagavond werd ik door een overijverige (blij toe!) arts opgebeld die me omwille van m’n bloedwaarden met hoge drang naar de spoed stuurde. Al geruime tijd wist ik dat er iets niet pluis was. Als je buikpijn zo erg is dat je je niet meer kan bewegen kan je jezelf onmogelijk wijsmaken dat alles goed met je gaat. 
In zeven haasten naar de spoed, echografie, scan. “Mevrouw, u  hebt een darmobstructie dus we brengen u zometeen naar uw kamer.”, gevolgd door “U moet er toch rekening mee houden dat het kwaadaardig zou kunnen zijn.” Slik. 
De volgende ochtend werd die gevreesde uitspraak ontkracht “Uw bloedwaarden wijzen helemaal niet in die richting” waarna ik fel opknapte om de volgende dag plots pijlsnel weer achteruit te gaan. Een spoedige darmoperatie werd onafwendbaar “U hebt nog even de tijd om familie en vrienden te bellen.” en “Enkel een biopsie kan kanker uitsluiten.” 

Tot het tijdstip kwam van de onverwachtse operatie kreeg ik  steun van m’n vriend. De uren voor de operatie kermde ik het luidkeels uit van de pijn, de uren na de operatie waren wellicht even pijnlijk, maar m’n verzwakte lichaam kon amper nog geluid voortbrengen. Met een blaaskatheder, maagsonde, pijnpomp en allerhande infusen werd ik naar m’n kamer gebracht alwaar ik mezelf via de pijnpomp voortdurend extra morfine gaf. 

Een combinatie van pijnstillers, vrienden en familie hielpen me de dagen door te komen. Iedere dag bezoek, lieve berichten, attenties, medeleven, hulp, (welkome) geschenken. Maar wegglippen van de angst voor het resultaat van de biopsie was onmogelijk. M’n uiterst bekwame vriendelijke chirurg benadrukte hoe moeilijk de operatie was geweest en dat het weggenomen gezwel er allesbehalve lief uitzag. Toen liet ik de tranen ongeremd vloeien, gelukkig was ik op dat moment niet alleen: m’n vriend en z’n moeder waren erbij. 

Over ouders gesproken: je kan je ook voorstellen hoe moeilijk deze periode voor mijn ouders is geweest. Totaal niet wetende wat er met hun zieke dochter gebeurt. 

Lam van de pijn lag ik in het ziekenhuis en toch, mijn ‘typische’ trekjes kwamen twee dagen na de operatie bovendrijven: die blaaskatheder en die maagsonde begonnen me al heel snel zodanig te irriteren dat ik geen rust had voordat die dingen uit m’n lijf waren. Ach ja, jaren geleden heb ik eigenhandig een plaaster van m’n voet getrokken, van mij verwacht je zoiets. Of het verstandig is, laat ik in het midden. 
Eenmaal verlost van de maagsonde nam ik na vijf verplichte maaltijdvrije dagen een eerste hap bouillonsoep. Die staat gegrift in m’n geheugen als een ‘gebeurtenis’: later mijmerend tegen mezelf: “Weet je nog, Stefanie, toen je je eerste hap bouillonsoep nam? Ja, dat was me een smaakvolle hap!” 
Iedere dag kon ik me verheugen op een vooruitgang die, jammer genoeg, diep in de schaduw bleef staan van het ongekende resultaat van de biopsie. 

Ik zou aan deze blog niet begonnen zijn als het resultaat een kwaadaardige tumor bleek te zijn. Dan zou ik vast verlamd uit angst de dag en nacht doorhuilen, in plaats daarvan lig ik hier in m’n ziekenhuisbed euforisch te praten, telefoneren, berichten met vele smileys te sturen. Het. Was. Zelfs. Geen. Tumor. Zelfs. Geen. Poliep. Het was een divertikel die slechts in uitzonderlijke gevallen tot zulke dramatische proporties kan uitgroeien dat een ontsteking ervan tot de operatietafel leidt. Een buitenproportionele diverticulitis. 

Wil ik de voorbije negen dagen vergeten? Nee, eigenlijk niet. De liefde en vriendschap draag ik mee, de bezinning over je eigen sterfelijkheid, ook op jonge leeftijd. Een maatje van me, een goei maatje van me dat ik oneindig graag zie, heeft niet die luxe gekregen om te kunnen herstellen. Bij zijn diagnose kreeg hij een onverbiddelijk doodvonnis mee, dit na een gruwelijke mensonwaardige ‘korte’ lijdensweg. Vorig jaar kreeg hij die diagnose, we zijn even oud. Pas nu lukt het me om over hem te bloggen. Zelfs àls m’n uitslag droef was, had ik meer hoop dan hij ooit kreeg. 
Die negen dagen waarin ik nog meer aan zijn situatie dacht, zijn onmacht, frustratie, keuzes die hij moet maken, heel dichte toekomstplannen, die negen dagen wil ik nooit vergeten. 

Ik begin aan m’n herstel. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten