zaterdag 16 oktober 2021

when heroes go down


Ik kan me voorstellen dat sommigen het moeilijk vinden te aanvaarden dat Bart De Pauw niet die ideale schoonzoon blijkt te zijn, die guitige scoutsjongen die onze huiskamers binnentrad met ‘Schalkse Ruiters’. Dat men het moeilijk te aanvaarden vindt R. Kelly, ooit een van de populairste artiesten, als een sexual predator te zien. Harvey Weinstein, hij bracht ons Tarantino, in wezen een vooral te verafschuwen persoon. En Jan Fabre. Als tiener vond je me vaak terug in de Antwerpse Singel, ondermeer voor Fabre, voelde me zelfs trots een babysit te zijn van een lieve meid wier ouders op een of andere manier met Jan Fabre werkte. 



Dit soort ‘helden’ heb ik enkel bewonderd om hun kunst (met R. Kelly heb ik persoonlijk niet veel, al erken ik dat hij een belangrijke voetnoot in de popmuziek is), het doet me eigenlijk weinig hen van hun voetstuk te zien vallen. Talent, persoonlijkheid. Not the same. Dat onderscheid moge duidelijk zijn. 
Mijn grootste muzikale held is Prince, mocht het blijken dat hij een eikel was (wat ik denk dat hij NIET was), ik zou het er moeilijk mee hebben maar aanvaarden. 

Anders werd het met Bill Cosby. Triest om toe te geven: zoals ik me op het internet begeef, zou het vrij apart zijn geweest om heel lang voor de rechtzaak die geruchten niet opgevangen te hebben. I did. En heb het genegeerd. 
Hannibal Buress, de komiek die hem heeft geuit, negeerde ik. 
Bill Cosby, Cliff Huxtable: the Great TV-Dad, Bill Cosby, academisch onderlegd in educatie, hij deed veel voor educatie (onder meer in zijn shows), Bill Cosby die de Afro-Amerikanen een positief beeld voorhield en hen (vaderlijk) de les spelde, die man was een van mijn helden. Is dat heldenbeeld zomaar effe keihard van zijn sokkel gevallen. Alsof Mary Poppins the Wicked Witch of the West blijkt te zijn. 

Let’s just say, een van m’n grootste muziekhelden doet deze donkere schaduw iets oplichten: 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten