dinsdag 29 juni 2021

Over Japan, Zuid-Korea, J-Pop, K-Pop

 Met gemengde gevoelens aanschouw ik het alsmaar meer populair worden van het K-Popgenre. Waar het vroeger nog een genre was voor de ‘insiders’, de Korean mob, prijkt het nu hoog in de hitlijsten. Toen ik jaren geleden vertelde dat ik van Zuid-Koreaanse popmuziek hield, werd ik gewoon uitgelachen alsof ik naar obscure alienmuziek luisterde, vandaag weet haast iedereen wat het is. 
Net als de Belgische promotor van K-Pop begon het voor mij ook in 2009, in Dublin. Ik logeerde er bij een vriend en nadat ik hem vertelde dat ik naar J-Pop (Japanse popmuziek) luisterde reageerde hij enthousiast: “Dan moet je ook es echt naar K-Pop luisteren!”, vervolgens werd er avondenlang K-Pop gespeeld, naar Koreaanse films en series gekeken, kortom, ik werd helemaal ondergedompeld in de Zuid-Koreaanse cultuur. Na die logeertrip wist ik: ik wil òòk naar Zuid-Korea. Wat ik dan ook heb gedaan. 

Men zegt vaak dat BTS de eerste K-Pop band is die internationaal doorbrak. Klopt niet. Dat was Big Bang. 



K-Pop dus. Het is een industrie zo groot als Bollywood om maar es lekker te overdrijven. In het Westen denkt men vaak dat Zuid-Korea en Japan inwisselbaar zijn. Totààl niet. Zelfs ik die zich al jarenlang bezighield met beide culturen schrok zo hard van de verschillen eenmaal in Seoul (Japan had ik al bezocht). Zuid-Korea is hét land van de plastische chirurgie, zelfs in de luchthaven wordt er reclame rond gemaakt, in Japan wordt net de schoonheid van de imperfectie bejubeld. Zuid-Korea is meer naar het Westen gericht (dat hoor je ook aan K-Pop), Japan vooral naar de eigen Japanse cultuur. Zuid-Koreanen zijn mondiger, Japanners beleefder en gereserveerder. De manga-, animécultuur, de cultus van het schattige (kawaii) is alomtegenwoordig in Japan, in Zuid-Korea minder. Enzovoort. 

Wat wel sterk overeenkomt is natuurlijk hun werkethiek en de werking van de muziekbizz. In Japan worden jonge kinderen al ingelijfd (10 jaar is echt geen uitzondering) en bikkelhard getraind om later idolen te worden. In Zuid-Korea zijn ze gemiddeld iets ouder, doch is de training eveneens keihard. Ze slapen in dorms en zijn van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in de weer om klaargestoomd te worden voor een ‘debuut’ dat misschien nooit komt. Eenmaal gedebuteerd is het nog geen luilekkerbestaan: u weet misschien wel hoe hard het leven van een idool kan zijn in Zuid-Korea en Japan. Oververmoeidheid, ondervoeding hoort er gewoon bij. 
Wat overigens wel grappig is, is dat je zowel in Tokio als in Seoul districten hebt om idols te spotten. In Tokio is dat Akihabara, in Seoul Gangnam. In beide districten geweest en neen, geen idols gezien. 




Alhoewel BTS niet de eerste K-Pop band is met internationaal succes (wat ik ook humor vind is dat Japanners het totaal niet lijkt te interesseren of ze internationaal scoren) is het natuurlijk wel de eerste band die zo waanzinnig goed verkoopt. En dat voor een band waarvan er slechts een vloeiend Engels spreekt. Geniale zet van hun label om naar het Engels over te stappen want ja, veel Amerikanen vinden het gewoon leuker als iedereen gewoon in het Engels zingt. Spaans kàn nog. 
Voor mij persoonlijk heeft het Zuid-Koreaans z’n charme, ook al weet ik niet eens waar de song over gaat. Zo heb ik BTS ook leren kennen, lang voor het overdonderende succes. Als een leuke K-Pop band met knappe gasten die muzikaal boven de andere groepen uitstak. Ik werd instant fan. En nu ligt de wereld aan hun voeten. 

In een K-Pop, J-Pop band heeft elk lid z’n taak, ook daarin zijn ze onnoemelijk hard. Je hebt de knappe leden die voor de visuals zorgen, de rappers, de dansers, de vocals en de leader. Iedereen heeft vrede met z’n plaats omdat het gewoon zo ìs. Daar beslist het label over. Zelden is het zo dat een lid àlle rollen bij elkaar sprokkelt maar dat is dus alweer buiten de superidols van BTS gerekend: het jongste lid, Jungkook, is er alles behalve de leader. Het meest verlegen lid van ze allen die amper een woord durft uit te brengen werd het meest naar voren geschoven. En het wérkt. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten