maandag 26 maart 2018

In mijn dromen

Telkens als ik me realiseer dat de jongen met wie ik vier jaar lang in m’n hoofd zat, telkens als ik me realiseer dat hij wegebt, telkens dan begin ik iedere nacht over hem te dromen. Ie-de-re nacht. Ik noem het pesterijen. Ik heb het naar hem toe ooit es omschreven als een hamer waarvan ik wegloop maar die me telkens inhaalt. En meedogenloos op me inklopt. Nu voor het eerst in vier jaar bied ik onbewust weerstand maar geen idee of dat blijft duren als we een maand verder zijn. 
Om mezelf beter te begrijpen zoek ik verklaringen, waarom een persoon maar blijft opduiken in je dromen. Er zijn twee verklaringen voor in mijn geval: de ene is dat onbewust de gevoelens nog niet zijn opgelost (wat wel klopt, denk ik. Ik ben dan ook zwaar door elkaar geschud geweest) de tweede verklaring is dat ik me zorgen om hem maak. Wat ook klopt. Bijna zolang ik hem ken, bijna zolang ben ik bezorgd om hem. En ziedaar mijn dromen. 
Er is ook een gebeurtenis die ik moeilijk kan plaatsen, moeilijk kan verklaren. Sinds m’n negende bedenk ik verhalen rond een persoon, mijn ideaal. Later ben ik die gaan opschrijven en als ik verliefd word, is het telkens op iemand die veel op mijn ideaal lijkt. Ooit stuurde ik een foto door naar een vriendin van m’n drie grootste crushes, netjes alledrie onder elkaar en ze reageerde geschrokken: “Maar die lijken allemaal op elkaar!” Second look and true fact. Maar ze hadden nog nooit iets gedaan dat ik zelf had bedacht. Enter, ik noem hem Amin (omdat ik dat een mooie naam vind en het Marokkaans klinkt). Enter Amin dus. Er waren al zaken die me verwarde, alleen niet zozeer als de laatste keer dat ik hem zag. We hadden afgesproken omdat ik dan ein-de-lijk over m’n gevoelens voor hem kon praten. Hij wou me alleen maar helpen. Lief. In een verhaal dat ik meer dan vijftien jaar voordien had neergeschreven komt dit scenario ook voor. En vervolgens gebeurt er in real life woord voor woord letter voor letter precies wat ik vijftien jaar geleden had verzonnen. Zoiets kan je gewoonweg niet verzinnen. Woord voor woord zaten ik en Amin in m’n eigen verzonnen verhalen. En ik had het niet eens door. Pas later toen ik het verhaal opnieuw ging lezen en bij het etentje kwam dacht ik: “Wacht eens even.” En ik kon het niet eens uitlezen, ik stokte, dat was gewoon te confronterend en zo verwarrend. Hoe kàn dat! 
Tegelijkertijd vond ik het ook jammer want dat is een van de mooiste verhalen, ik wil dat blijven kunnen lezen. En tegelijkertijd vond ik het ook prachtig dat een van m’n mooiste verhalen in real life is uitgekomen. Het was ook een mooie namiddag. Amin heeft een buitengewoon hoog EQ (ik ben nog nooit iemand tegengekomen met zo’n hoog EQ) en m’n hoofdpersonage, ik noem hem nu Remi (omdat ik Remi een mooie naam vind) heeft ook een hoog EQ dat het de pannen uit de daken swingt. Misschien kwam m’n verhaal uit omdat mensen met een superhoog EQ gewoon op die wijze zich gedragen. 
Wat ik ook zo mooi vond is de manier waarop hij naar me luisterde. Er heeft nog nooit iemand zo hard naar me geluisterd, er heeft nog nooit iemand me zoveel aandacht geschonken, er is nog nooit iemand er zo erg voor me geweest. Gosh, er heeft nog iemand anyways me geholpen om over hem te geraken. De meesten aan wie ik het vertel reageren van: “Dat is wel heel bijzonder.” Bijzonder it is. 

Misschien is het een fase in het wegebproces, dat in m’n dromen verschijnen. Van het bewust gemis naar het onbewust gemis. Hopelijk duurt dat ook geen vier jaar. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten