Zo nu en dan verbaas ik me erover: alhoewel het absoluut niet gepland was, eerder een toevalstreffer, werk ik al meer dan 10 jaar voor Franstaligen. Zit ik professioneel ondergedompeld in een Franstalige omgeving. Of misschien liever: een meertalige omgeving. Op de werkvloer wordt Frans, Nederlands en Engels vlotjes door elkaar gesproken en gemixt. Soms, en dat is écht heel bizar: besef ik niet eens of ik me van het Frans, Engels of Nederlands bedien.
Ik noem het dus een toevalstreffer: van kindsaf vond ik het Frans een mooie taal die ik vlot wou kunnen spreken maar verder dan “Merci” en “Bonjour” kwam ik bij wijze van spreken als kind niet voor ik m’n eerste les Frans kreeg. Nochtans kwam ik tijdens een groot deel van m’n schooljaren en vakanties in nauw contact met Franstaligen. Misschien heeft dat nauwe contact ook mijn liefde voor die taal gevoed: in het middelbaar twijfelde ik tussen Germaanse en Romaanse, na een mislukte au pair ervaring koos ik voor Germaanse en de droom van me ooit vlot in het Frans uit te drukken liet ik varen.
Een toevalstreffer: na jaren in het Nederlandstalige onderwijs te hebben gewerkt (van Kapellen tot Puurs) kwam ik bij toeval in een Brusselse Franstalige instelling terecht. Ik die als Antwerpse na m’n Gentse studies uitsluitend in een Antwerpse Nederlandstalige omgeving zat, werd van de ene op de andere dag op een Brusselse Franstalige omgeving losgelaten. Ik had in jaren geen Frans meer gesproken. Brussel kende ik nog minder. Me dunkt dat het me beviel want het jaar erna verhuisde ik naar Brussel.
Het Frans heb ik me opnieuw aangeleerd ongeveer zoals moedertaalsprekers dit toen: luisteren, conversatie, lezen en vooral veel media. Met trial en error. Ik wou het vooral een beetje leuk houden en las Franstalige graphic novels (een genre dat me haast niet kan vervelen).
Het moeilijkste aan het Frans vind ik het schrijven. Daar heb ik nog steeds koudwatervrees voor, zelfs na al die jaren. En ik merk ook dat m’n mondelinge vaardigheid, spreekangst, minder was toen ik nog in Brussel woonde en iedere dag me die mooie taal sprak.
Een meertalige (werk)omgeving is leerrijk. En nog meer als men uit alle uithoeken van de wereld komt of een tijdlang heeft gewoond. Bijna iedere dag leer je wel iets bij van die melting pot, de onvermijdelijke Babyloonse spraakverwarring neem ik er gaarne bij.