dinsdag 16 november 2021

je Antwerps buiten de Antwerpse omgeving gebruiken

Op mijn werkvloer in Brussel is het heel internationaal, heel Europees, heel Belgisch. Zowel m’n collega’s als m’n leerlingen komen van overal. 
Soms (vaak onbewust) bedien ik me onder collega’s van zinnen, zinsneden die je enkel in de Antwerpse omgeving hoort maar die voor mij zo gewoon zijn dat ik me er niet eens bewust van ben hoe Antwerps ze zijn. Vandaag ook alweer: 

Een collega van me bracht z’n jeugd door in Nederland, in Frankrijk. Inmiddels woont hij al jaren in Brussel. Dat is op m’n werk heel gewoon, dat mensen hier en daar gaan wonen. 
Hij vertrok huiswaarts en ik zei: “ ‘t Amusement!”. Hij:  “Huh?” Ik dacht het niet duidelijk gezegd te hebben, dus herhaalde ik het nog es: “ ‘t Amusement!” “Wat?” 
“Ah ja”. Het wordt als een woord uitgesproken, mijn vermoeden was dat hij het daarom niet begrepen had. “Hét amusement!”, maar nog steeds verstond hij me niet: “Ik begrijp je niet. Wat bedoel je eigenlijk?” 
Pas dan werd ik me bewust van m’n Antwerps: “ Da’s Antwerps. Het betekent veel plezier.” “ Maar,” hij bleef het een vreemd gegeven vinden: “Ik ga gewoon naar huis, ik ga geen plezier maken.” Het komt inderdaad wel vreemd over als je het letterlijk neemt. “ Wij zeggen dat zo, als iemand vertrekt.” Hij liet echt niet los: “Dat zeg je toch als je met vrienden uit gaat? Wat zeggen jullie dan als iemand ‘s nachts naar huis gaat?” “Dan zeggen we slaapwel.” Hij bleef het vreemd vinden.

Die ‘spraakverwarring’ was niet de eerste op m’n werk. Een collega kwam net terug uit vakantie, een tweetalige meid uit het Brusselse. “ En ‘t g’ad?” vroeg ik haar nieuwsgierig. Zij verward, lichtjes geshockeerd, “ ‘t gat?” “Ennn ‘t G’ad?” het drong niet tot me door dat ze helemaal niet begreep wat ik bedoelde. “ ‘t GAT???” Waarom zou Stefanie naar een ‘gat’ vragen? , dacht ze vast. Dit moet heel bijzonder vreemd zijn overgekomen, lichtjes ongepast als het de eerste vraag is over een reiservaring. Alweer dus na die bewustwording van het Antwerpse: “Hoé heb je hét gehàd?” “Ah, haha!” 

Diezelfde Brusselse meid vond ‘zo weg als een huis’ ook maar vreemd. “Hoe kan je nu zo weg zijn als een huis? Dat kan toch helemaal niet!” 

Het is best leuk om met dit soort zaken geconfronteerd te worden. Hilarisch vind ik het eigenlijk. Misschien dachten collega’s wel vaker: waar heeft ze het over? Zeiden ze niks en knikten gewoon. Da’s vast haar Antwerps waar ze zich niet eens bewust van is. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten