zondag 24 oktober 2021

Olijk zijn op de Meir



De meeste schooljaren heb ik versleten op de Dams. Dames van het Christelijke Onderwijs. Er zijn mensen die er minder leuk over vertellen, ik doe het nét wél! 
Met je Samsonite wachten op je broer op de Wapper die van het Sint Jan komt. Bart Peeters kwam voorbij: hij wilde uniformkindjes filmen die gekke bekken trokken voor de camera. 

De Dams, in die jaren was het een meisjesschool. Heel streng. De nadruk lag op presteren. Heel katholiek. Naastenliefde moest er zijn. Vrij snobistisch. Chipie, Chevignon en Oilily. Toch ging ik er graag. 

Vriendinnetjes: 

Amélie, haar vader kent mijn ouders nog voor ik naar België kwam, voor mijn geboorte zelfs. We hadden een kapsalon in Wilrijk, haar vader was er vaste klant. De verhuis van Wilrijk naar de Jan Van Rijswijcklaan. 
Met Amélie zat ik in de klas, verjaardagsfeestjes! Coole non nonsens dame en prachtig om te zien, heel intelligent. Je zegt iets, en ze weet het. “Is dat Andy Warhol?”, vroeg ze ooit met mijn badge om van, ja, de kunstenaar. 

Anekdote: we waren heel jong, echt nog kind. “Laten we naar de cinema gaan!” We kozen Ghost, in de Calypso. Zowel Amélie als ik werden niet ‘klein’ gehouden: onze ouders behandelden ons als kleine volwassenen. 
Tijdens de pauze, voor de film begon naar het toilet. Een dame vroeg ons: “Zitten jullie wel in de juiste film?” Wij: “Ja” verbaasd waarom ze het vroeg. 
Coole dame! 

Julie, haar zag ik zes op de zeven dagen: in de klas, in de scouts. Ik werd haar nooit beu. Toenertijd een echte snoeper, dik werd ze nooit. Ook een leuke meid om te zien. Als kind een kwaajongen, later werd ze meer meisjesachtig. Een grote mond, dat siert haar wel. 

Anekdote: er zijn er zoveel. We liepen op de Meir naar school. Ingeborg kwam voorbij. Geen idee wat ze ‘s ochtends in Antwerpen deed, ze kwam voorbij. Een sjaal om en ze wou duidelijk niet herkend worden. Het was net iets na het songfestival ‘Door de Wind’. 
Het niet herkend worden was buiten ons gerekend: “Bent u Ingeborg?” Hoe reageer je op snotjoenk?: “Ja” Julie riep: “Ingeborg! Ingeborg!” daar ging haar vermomming. Ze gaf ons snel foto’s met een handtekening. 

Sepherine, ze komt uit een advocatenfamilie. Steevast met een frans accent: “Ik ga med u spelen” en toch niet franstalig. Op de school waar ik heen ging zaten heel veel franstaligen (van mij zeggen ze ook dat ik dat accent heb, van Julie destijds ook, daar is de oorzaak. Waarschijnlijk). Ze woonde in Berchem, in een prachtig huis. Blond, bruine ogen, als kind was ze al mooi. 
Geen anekdotes met haar. Hoeft ook niet altijd. 
Zij is een van die leuke meiden met wie je een leuke babbel kan doen. Destijds woonde ze op het Zurenborg. 

De dames van ‘t Stad. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten