Sommige momenten die je meemaakt zijn zo mooi dat je ze nooit meer wil vergeten, gisteren had ik zo'n moment.
Nochtans begon het heel slecht: ik zat me op de tram in de premetro te ergeren aan een luidruchtige dronken man, die gewoon zo dronken was dat hij meermaals over mensen viel, bijna op een kind ging zitten. Het was ergerlijk en tegelijkertijd ook hilarisch. Door de tram zat hij persoonlijke zaken te roepen en aan iedereen te vragen waar tram 4 stopte en zich te excuseren omdat hij had gedronken. M'n ergernis werd pas minder toen ik een wondermooie jongen de tram op zag stappen, van het soort waar je gewoon naar moét kijken. Grote onschuldige Johnny Deppogen, jawel. Ik kon het natuurlijk niet laten hem stiekem te begluren.
Onderwijl was de dronken man nog steeds heel erg dronken en bleef maar doorvragen achter die tram. Aanvankelijk wou ik hem gewoon negeren, ik was bang als ik het hem zou uitleggen hij vervolgens aan me zou blijven plakken, doch om iedereen te verlossen van z'n aangeklamp besloot ik het toch maar uit te leggen en vervolgens bleef hij dus aan me plakken. Ik bespaar jullie de details van z'n extreme openhartigheid (waarop je alleen maar 'Ah ja' kan knikken).
Uiteindelijk kwamen we aan bij de bestemming (ook mijn bestemming) en wou hij plots niet meer afstappen. Niet op dat moment maar blijkbaar wel een paar tellen later verliet hij toch de tram en bleef op het perron wachten, helemaal nergens op. Eigenlijk kon het me weinig schelen, ik stapte gewoon af en zag wat verderop die jongen met de grote Johnny Deppogen staan praten met een vriend. Oh yeah! Nadat ik hem voorbijliep keek ik wel drie keer om en de derde keer zag hij dat. Ook dat kon me weinig schelen: gewoon voluit profiteren.
De roltrap op, eenmaal boven keek ik even - onopvallend - toe hoe de mooie jongen de trap opging en zag tegelijkertijd ook de dronken man de roltrap opstappen. Waarna een keiharde knal. Voor de zoveelste keer was de man gevallen maar nu wel op de roltrap, niet echt ongevaarlijk. Ik vloekte, wilde meteen de trappen afhollen maar de wondermooie jongen was me voor en ietwat (nee, véél) heldhaftiger: hij sprong over de leuning van de trappen (!) op de roltrap (die nog steeds draaide!) en sleurde de man zo snel mogelijk naar boven omdat hij hem niet kon rechttrekken. Een tramchauffeur legde ook zo snel mogelijk de roltrap stil.
Gelukkig was de man afgezien van een schram ongedeerd, toch was ik helemaal over m'n toeren, enorm geschrokken natuurlijk, en riep dat de man zo niet naar huis kon (waarop hij me kwaad aankeek en zei: "Ik ga wel naar huis!") en dat hij op de tram al zo onstabiel was, enzovoort enzovoort. De mooie jongen, de héld, stond erbij en zei geen woord. Uiteindelijk ging de man mee met de chauffeur waardoor wij naar huis konden. Ik bedankte het prachtig kereltje en het enige wat hij zei was: "Het is niks." . Wàt een man, zég!
En het leuke is dat hij waarschijnlijk niet zo ver van me vandaan woont. Alleen is hij vast te jong voor me.