donderdag 19 februari 2009

katie strooit persoonlijke en psychologische info rond

Ik las gisteren iets heel interessants. Aanvankelijk wou ik het niet posten omdat het zo ‘out there’ is. En daarmee bedoel ik, intelligent. Niet dat ik diegenen die dit zouden lezen onderschat, het ligt eerder aan mezelf. Ik profileer me niet zo graag als zijnde ‘out there.’ Tenzij het om een gimmick gaat. 

Waarschijnlijk heeft het z’n oorzaak in m’n laatste jaren middelbaar (ja, bijzondere leuke jaren waren dat voor me … sarcastisch) waarin ik een heel boeiende leerkracht geschiedenis/cultuurbeschouwing had en ik allerlei intelligente boeken meebracht naar school in de hoop er met hem te kunnen over praten. Attention seeking, ik had destijds een zeer sterke drang om over intelligentere onderwerpen te praten, maar hij ging daar nooit echt op in en zo’n paar hele toffe mensen (alweer sarcasme) zeiden me dat ik een poseur was en alleen intelligent wou overkomen. Da’s niet leuk als tiener als je gewoon bent wie je bent, eindelijk de moed hebt opgeraapt om jezelf te tonen en ze je dan fake noemen.

Vorig jaar biechtte ik voor een stel tieners op dat ik op m’n vijftiende dikke kunstboeken naar huis sleurde en de plaatjes met de namen uit het hoofd leerde en me daar achteraf ook regelmatig op testte. “U werd zeker uitgelachen.” was hun antwoord. Nee, niemand wist het, tot m’n laatste jaren middelbaar. Dan zei ik "Foert, ik ben gewoon wie ik ben!" en werd vervolgens fake genoemd. Sindsdien hou ik m’n mond en hou die ‘out there’ dingetjes voornamelijk voor mezelve. Tenzij ik een zwak moment heb. 

Welnu, een zwak moment met Katie die iets gelezen heeft:

 

(ik ga me niet uitlaten over op welk niveau ik persoonlijk zit maar ik denk dat dit stuk tekst een soort ‘wake up’ call kan zijn voor sommige niveau 1-ers. Anderzijds kunnen niveau 2-ers en hoger misschien aan de hand van deze theorie het gedrag van niveau 1-ers ook beter begrijpen.  En daarom post ik het: omwille van het wederzijse begrip hence vredelievendheid)  

 

Dabrowski en de "Positive Disintegration Theory"

Dr.Kazimierz Dabrowski (1902-1980) was een Poolse psychiater / psycholoog. 
Zijn "Positive Disintegration Theory" is een persoonlijkheidstheorie. 
Hij onderbouwde zijn theorie met uitgebreid biografisch, klinisch en empirisch onderzoek. Hij onderscheidt 5, op elkaar volgende, ontwikkelingsniveaus waarbij de emotionele ontwikkeling als motor en dus als belangrijkste dimensie beschouwd wordt bij het stijgen naar een hoger niveau. De emotionele ontwikkeling loopt van egocentrisme naar altruïsme over de verschillende niveaus via een proces van desintegratie: "uiteenvallen" dus, vandaar de term "positive disintegration". 
Met andere woorden: desintegratie van de bestaande emotionele- en cognitieve structuren is een proces dat nodig is om structuren van een hoger niveau te ontwikkelen en als mens te groeien! Deze visie is, op zijn zachtst gezegd, afwijkend van het beeld van de "psychisch gezonde mens" dat overheerst binnen de klassieke psychologie. Zeker als we de term "desintegratie" vervangen door "neurose". 
Dabrowski zegt dus eigenlijk dat neurose en innerlijk conflict niet noodzakelijk negatief hoeven te zijn en niet dadelijk moeten bestreden worden, maar dat ze mogelijks aangeven dat de persoon in kwestie emotioneel groeit of er tenminste potentieel toe heeft.

Niveau 1: Primary Integration

Egocentrisme overheerst. Er is geen zelfreflectie en geen eigen verantwoordelijkheid als het fout loopt. Innerlijk conflict is niet aanwezig en wordt als hinderlijk en ongewenst beschouwd. Er is enkel conflict met anderen. Er is geen of weinig vermogen tot empathie. 
Conformiteit en zich aanpassen is erg belangrijk en wordt voortdurend nagestreefd.

 Niveau 2: Unilevel Disintegration

Dit is het eerste niveau dat gekenmerkt wordt door desintegratie. Er is nu innerlijk conflict aanwezig maar het blijft oppervlakkig (unilevel) en richtingloos. Innerlijke conflicten veruiterlijken zich in de vorm van humeurschommelingen, depressieve gevoelens, onrustgevoelens, psychosomatische klachten, angsten, fobieën enz. maar geven nog geen aanleiding tot het ontstaan van een eigen waarden- en normensysteem. 
Aanvaarding door de peergroep en doen "wat hoort" blijft het individu sterk beïnvloeden bij het maken van keuzes.
Het denken heeft daardoor een circulair karakter, keuzes maken is moeilijk, men wordt heen en weer gesleurd tussen verschillende richtingen en waarden die allemaal als gelijkwaardig aangevoeld worden. Er is dus veel emotionele ambivalentie.

Niveau 3: Spontaneous Multilevel Disintegration

Innerlijk conflict is veelvuldig aanwezig. Het gebeurt nog spontaan maar het krijgt richting en het geeft nu wél aanleiding tot emotioneel groeien. Het gedrag wordt meer en meer gestuurd door een zich ontwikkelend, waarden-en normensysteem dat gebaseerd is op eigen emotionele en cognitieve ervaringen.
Men maakt zich meer en meer los van "wat hoort" zoals voorgeschreven door de goegemeente. Dabrowski noemt dit "positive maladjustment", wat zoveel betekent als positieve onaangepastheid.
Men streeft ernaar om "een beter mens" te worden. Er is constant conflict tussen "hoe ik ben" en "hoe ik kan en wil zijn". Daardoor zijn er gevoelens van ontevredenheid met zichzelf, existentiële angst en intense morele conflicten. 
Dit niveau is cruciaal voor een positieve persoonlijkheidstransformatie en eens dit niveau bereikt is kan men niet meer terugglijden naar niveau 2 of 1.

Niveau 4: Organised Multilevel Disintegration

De persoonlijkheidsontwikkeling via innerlijk conflict wordt nu bewust gestuurd door het individu (organised). Zijn autonoom waarden- en normensysteem wordt sterker en beter afgelijnd. Zijn persoonlijkheidsideaal wordt duidelijker en meer bereikbaar. Men wordt rustiger en er is een sterke toename in het vermogen tot empathie.
Het individu vertoont een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, authenticiteit, zelfbewustzijn, autonomie in praten en handelen en zelfreflectie.
Zelfperfectie is een stuwende kracht hier.

Niveau 5: Secondary Integration

Innerlijke conflicten verdwijnen door het bereiken van het persoonlijkheidsideaal (wat ik kan en wil zijn). Er is nu integratie van de eigen waarden en normen in het zijn en in het alledaagse leven.
Cognitieve en emotionele structuren (denken en voelen) zijn met elkaar versmolten in een harmonieus en flexibel geheel.
Empathie en altruïsme zijn prominent aanwezig.

Volgens Dabrowski bevindt de meerderheid onder ons zich op niveau 1 voor het leven.
Anderen stoten door naar niveau 2 maar blijven daar dan hangen. Zij zullen met angsten en neurose kampen voor de rest van hun dagen. De desintegratie krijgt geen richting en geeft geen aanleiding tot het ontstaan van nieuwe, hoger ontwikkelde, emotionele en cognitieve structuren.
Slechts een minderheid gaat richting niveau 3 en bereikt misschien niveau 4.
Niveau 5 is voor enkelingen voorbehouden, zoals de Dalai Lama en Mahatma Ghandi…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten