zondag 30 november 2008

de nood die parfum heet

De vrolijkheid is ver te zoeken in voorgaande berichten. Laat ik ombuigen naar een andere richting. 

Ik heb een panische angst om te stinken, jawel. Niemand ruikt graag onwelriekende geuren. Sommige mensen zijn zo grof dat ze zich in al hun gestank naast je zetten, hun armen meermaals op en neer wapperen waarbij er uit hun oksels een dagenlange zweetgeur vrijkomt die je niet minder dan murw slaat. Meermaals heb ik een tramrit lang met m'n neus toegeknepen gezeten. Zo'n vrije-weë-geuren-iemand durf ik niet te zijn. Al op afstand ruik je mijn parfum en meer zal je niet krijgen. Ooit heeft een klasgenote me op m'n zeventiende licht geïrriteerd gezegd "Jij stinkt altijd.", sinds dan kom ik het huis niet uit zonder ondoordringbare wolken parfum. Alleen wassen en deo was blijkbaar niet voldoende om m'n kwalijke lichaamsgeur te verdrijven die alleen kan bestreden worden met zeep, deo  en liters parfum. Parfum als een wapen tegen mezelf. 

Nu, meer dan tien jaar later zou ik het soms wel willen, hoor. Gewoon durven stinken, voor een dagje.
   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten