zondag 26 oktober 2008

woorden als een boemerang

Spijt. Met vallen en opstaan heb ik geleerd dat spijt veelal een nutteloze bezigheid is: het belemmert je, sleurt je ten onder zodat je weer al je krachten moet bijeenrapen om jezelf weer uit die zelfgegegraven kuil te trekken. Zodoende spijt: niks voor mij. Of toch: vijf minuten schaamte. Te kort om diep te vallen. Geen spijt om woedebuien, gemiste kansen, luiheid, vreetbuien, onbeantwoorde brieven, kwistige buien, geen spijt om een niet te verantwoorden levensstijl,... Soms bekruipt me dat nare gevoel van  spijt wel over zulke zaken maar weet dan, deep down, dat het morgen zo weer vergeten is. Omdat ik morgen weer opnieuw begin. Omdat ik het morgen wel goed kan overdoen.  

De  diepste spijt, de ergste schaamte raak ik niet zomaar kwijt. Die paar keer  dat ik woorden bij elkaar heb gezocht om een ander te kwetsen, dat ik bewust gemeen heb gedaan tegen een ander, de herinnering aan die paar keer waarin ik mijn allerslechtste kant toonde en mijn eigen onzekerheid als wapen gebruikte laat me niet los en houdt me soms wakker uit m’n slaap. Want ik kan het niet ongedaan maken. Het is daar en het blijft er.          

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten